rehabilitatie

zaterdag gezien in Rijksmuseum Twenthe in Enschedé:
Eindelijk! De Lairesse nog tot januari 2017

Eindelijk! De Lairesse is waarschijnlijk de eerste overzichtstentoonstelling van deze schilder uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw. De Lairesse is al zeker tweehonderd jaar door de kunstkritiek in de hoek gedrukt. De Romantiek koos definitief voor het rauwe realisme van Rembrandt en wees de gladde en geïdealiseerde stijl van De Lairesse af. Bovendien omarmde het nationalisme in de negentiende eeuw Rembrandt als de schilder die de vaderlandse identiteit vertegenwoordigt. De Lairesse vond men veel te on-Hollands.

De classicistische perfectie staat bij nogal wat mensen in een kwade reuk, wellicht omdat zij zich daarbij door anderen de maat genomen voelen.

uit de tentoonstellingscatalogus

Aan het einde van Rembrandt‘s leven was dat wel anders. De Lairesse was in 1665 vanuit Luik gevlucht vanwege een verbroken trouwbelofte. Eerst was hij naar Utrecht gegaan, maar al snel vertrok hij definitief naar Amsterdam. In die dagen was dat het centrum van de wereld en werkte als een magneet op schilders. Het talent van de jonge Waal werd al snel onderkend en in 1667 brak hij door met een allegorie op de Vrede van Breda. Vanaf dat moment was hij de meest gevraagde schilder van de stad. Hij vervaardigde vooral historieschilderijen en decoratiestukken. De oude meester aan de Rozengracht was al lang niet meer zo beroemd als in de jaren dertig. De tijd had hem ingehaald en de gelikte Franse stijl was nu in de mode. De ooit zo sober protestantse Amsterdamse burgerij wilde nu haar rijkdommen aan de wereld laten zien en De Lairesse was daar de juiste man voor. Hij was een meester in kleurrijke en weelderige schilderijen.

Gerard de Lairesse
Gaius Cilnius Maecenas komt de kunsten te hulp (1688)

Een schilderij op de tentoonstelling, “Gaius Cilnius Maecenas ondersteunt de kunsten”, is qua thematiek nog altijd actueel. Het is een allegorie waarbij de kunsten wordt voorgesteld als een vrouw die onfortuinlijk op straat terecht gekomen is. In het laatste kwart van de zeventiende eeuw was de handel in de Republiek sterk achteruit gegaan. Daardoor kwamen er voor kunstenaars ook minder opdrachten en kunstenaars verarmden. Mecenaten konden de kunst weer oprichten. De legendarische figuur uit de Oudheid, Gaius Cilnius Maecenas, verzinnebeeldt hier de mecenaten.

(…) perfectie staat bij nogal wat mensen in een kwade reuk, wellicht omdat zij zich daarbij door anderen de maat genomen voelen. Geacheveerdheid in de kunst, zoals we dat zien bij pakweg Andrea del Sarto, Gerard de Lairesse of Canova, pleegt in onze tijd altijd weer hetzelfde verwijt te krijgen: te glad, te academisch, zielloos of zelfs fascistisch. Bob hield vol overtuiging van die perfecte kunst en vond het onbegrijpelijk dat in de gecanoniseerde waardering van de Nederlandse kunst zowel het maniëristisch als het classicistisch idioom met hun fabuleuze techniek en kleurrijk palet, er zo bekaaid vanaf kwam. Hij beschouwde het modieuze gedweep met het naïeve, het spontane, het exotische en het onbegrijpelijke in de kunst als een verwerping van juist die vaardigheid, kennis en ervaring die voor hem het wezen van de humanistische traditie van het Westen uitmaakten.
 
uit een nagedachtenis aan Bob van den Boogert, de initiatiefnemer van deze tentoonstelling, die in 2015 overleden is.

Eindelijk! De Lairesse