hyperbool

geluisterd naar: Sémiramis (1802) van Charles-Simon Catel
uitgevoerd door Le Concert Spirituel o.l.v. Hervé Niquet

Opera’s verdraag ik slecht. Vooral de sopraan werkt op mijn zenuwen. Maar om de zoveel jaar waag ik een poging om mijn natuurlijke weerzin tegen de opera te overwinnen. Helaas blijk ik telkens weer de onderliggende partij; na een tweede aria hoor ik mijzelf denkbeeldig alweer om “genade!” schreeuwen. Voor Sémiramis hoefde ik mij niet op mijn stoel vast te binden, maar toch was het een beproeving om deze opera in drie akten tot het einde toe te beluisteren. Waarom kwel ik mijzelf zo? Waarom deze zelfkastijding? Omdat ik vind dat ik het verdien. Want ik meen dat de opera een fantastische kunstvorm is die het niet verdient om door mij genegeerd te worden.

CabiriaDe zwijgende films uit de pionierstijd (tot 1920) ademen nog de geest van de negentiende eeuw en hebben veel te danken aan de opera. De Hollywoodfilm Intolerance (1916) van de Amerikaanse filmpionier D.W. Griffith werd beïnvloed door Cabiria (1914) van Giovanni Pastrone. Deze Italiaanse film laat zien hoe duidelijk de opera honderd jaar geleden aanwezig was in het toen nog nieuwe medium film. Manlio Mazza werkte voor deze film muziek om van de Italiaanse operacomponisten Gaspare Spontini (1774-1851)en Gaetano Donizetti (1797-1848) die in de eerste helft van de negentiende eeuw hun successen vierden.

Cabiria speelt zich af in de derde eeuw voor Christus. Heidense rituelen en mensenoffers spelen er een belangrijke rol in. Dit dionysische element was bijzonder geschikt voor de opera en dus ook voor de vroege film. De negentiende-eeuwer was er immers helemaal vertrouwd mee. Een diva was vaak verguld als de librettist en componist special voor haar “een fijne waanzinscène” hadden geschreven. Natuurlijk moesten er aan het eind een of meer figuren een theatrale dood sterven, waarna het koor mocht becommentariëren hoe verschrikkelijk het menselijk lot is. De gezwollen muziek ging voorop in het collectieve zwelgen in deze virtuele ellende.

SémiramisDe opera Sémiramis (1802) van de Franse componist Charles Simon Catel (1773-1830) speelt zich net als Cabiria in de Oudheid af. Het toneel is Babylon in de achtste eeuw voor Christus. Er zijn meer componisten geweest die een opera hebben geschreven rond de legendarische figuur Sémiramis. De bekendste is Semiramide (1823) van Gioachino Rossini (1792-1868). De librettisten van Rossini en Catel baseerden zich allebei op het gelijknamige toneelstuk van Voltaire uit 1748.

Net als een Griekse Tragedie, bevat het verhaal van Sémiramis dionysische elementen. Het draait om moord, in dit geval een moedermoord. Daarmee scoor je nu eenmaal hoog op de schaal van menselijk drama. De Romantiek, niet vies van verheerlijking van menselijk lijden, wist er natuurlijk ook goed raad mee. Delacroix serveerde in de dood van Sardanapalus (1828) de ellende per strekkende meter. De opera en het muziektheater van de negentiende eeuw zijn hyperbolen: de bombast, de eindeloze klaagzang en het overdadige lijden… Het wordt mij gewoon teveel!

de dood van Sardanapalus
De dood van Sardanapalus (1827/1828)
door Eugène Delacroix

Vermoedelijk is het een wetmatigheid in de geschiedenis dat de smaak in de twintigste eeuw volledig omsloeg. De verschrikkelijke ernst van onze voorouders komt nu enigszins bespottelijk op ons over.