La Grande Illusion (1937) wordt gezien als een van de beste anti-oorlogsfilms ooit gemaakt. Persoonlijk vind ik All quiet on the western front (1930) als pacifistisch pamflet net iets meer geslaagd. Maar eigenlijk kun je deze films helemaal niet met elkaar vergelijken. De laatste film zit meer in de categorie van Cross of Iron (1977), Platoon (1986) of Saving Private Ryan (1998), films waarin de oorlog in al zijn gruwelijkheid zijn gezicht laat zien. Maar in La Grande Illusion zien we helemaal niets van wat zich in de loopgraven afspeelt. Het is dan ook meer een gevangenisfilm dan een oorlogsfilm.
Het verhaal gaat over een groep Franse officieren die door de Duitsers gevangen is genomen. In de Eerste Wereldoorlog waren de omstandigheden van oorlogsgevangenen dankzij de Geneefse Conventies bijzonder goed. Zo goed zelfs, dat de gevangen officieren binnen de gevangenis een beter leven hadden dan daarbuiten. Aan dit gegeven dankt de film haar naam. De Duitsers behandelen hun krijgsgevangenen met respect in een Middeleeuws kasteel á la Colditz. We zien hoe ze de tijd doden met vermaak en onderling gebakkelei. Ook al genieten ze van een luxe leventje op een eilandje in de oorlog, ze proberen wéll te ontsnappen. De kracht van de film zit ‘m in de dialogen. De toon is licht en schertsend, maar satirisch zoals in La Vita è bella (1997) wordt het nooit.
De Franse meester Jean Renoir was een vertegenwoordiger van het poëtisch realisme. Deze stroming was links georiënteerd en vormde een front tegen het oprukkende fascisme. La Grande Illusion is als Franse film uiteraard gefilmd vanuit Frans perspectief, maar Renoir schildert de Duitsers nergens als slechteriken af. Hij laat iedereen van zijn menselijke kant zien. Het mooist is dat te zien in de scenes tussen de Duitse kapitein Von Rauffenstein en de Franse kapitein De Boëldieu. Beiden zijn van adellijke afkomst en voelen zich meer met elkaar verwant dan met hun eigen volk. Hier laat Renoir zich duidelijk van zijn socialistische kant zien. Ook in de dialogen tussen de luitenants Maréchal en Rosenthal gaat het vaak over het klasseverschil. Maréchal komt uit de arbeidersklasse en noemt Rosenthal plagerig “vuile jood”, omdat deze tot de hogere middenklasse behoort.
Het laatste half uur van de film doet veel denken aan La vache et le prissonier (1959) en ook wel aan The Great Escape (1963). Een oorlogsfilm is La Grande Illusion niet, maar op subtiele wijze wordt de humanistische boodschap verkondigd dat Fransen en Duitsers in wezen precies dezelfde mensen zijn. “Grenzen zijn een uitvinding van de mens”, zegt Rosenthal wanneer hij samen met Maréchal tenslotte de Zwitserse grens bereikt. In 1937 was een Duitse revanche steeds dreigender geworden. Wanneer Rosenthal verzucht dat de Grote Oorlog snel ten einde mag zijn, voegt Maréchal er aan toe “en espérant que c„est la dernière.”
in de stijl van Cassandre
Luitenant Rosenthal
Bron: nl.wikipedia.org
La Grande illusion, une restauration qui revient de loin [ francetv.fr ]
La Grande Illusion [ imdb.com ]