“ter overtuiginge van ongodisten”

de fysicotheologie van Bernard Nieuwentijt (1654-1718)

Bernard NieuwentijtDe naam van Bernard Nieuwentijt zal buiten het Bernard Nieuwentijt College in Monnickendam nauwelijks bekend zijn in ons land. Toch schreef deze arts, filosoof, wiskundige en burgemeester van Purmerend in de eerste helft van de achttiende eeuw de bestseller Het regt gebruik der wereldbeschouwingen (ter overtuiginge van ongodisten en ongelovigen) die in het Engels, Frans en Duits vertaald werd. Het maakte hem ook buiten de landgrenzen bekend.

Het Spinoza blog besteedde drie jaar geleden aandacht aan Bernard Nieuwentijt. Aanvankelijk was hij een volgeling van Descartes en Spinoza, maar later ging hij ze bestrijden. Vooral het pantheïsme van Spinoza moest het ontgelden. Nieuwentijt noemde hem een “ongodist”. Net als zijn tijdgenoot Leibniz verdedigde Nieuwentijt het bestaan van God. In die zin was hij nog niet “radicaal verlicht” zoals de Franse filosofen die meestal atheïst waren.

Nieuwentijt
De twee boeken waarmee Bernard Nieuwentijt ook buiten Nederland in de eerste helft van de achttiende eeuw een beroemdheid werd. Als wiskundige legde hij de nadruk op “Regt gebruik” en “Regte betoogwyse” al is zijn theologie onorthodox.
Natuur-kunde onbeschroomt door ‘t onbetwist’lyk waar
Der Ondervinding, pronkt hier veiligh op ‘t Altaar.
Sy ligt den Philosooph, die door sigh selfs bedrogen
Op syn Verbeelding rust, den blind-doek van syn oogen.
‘t Veelvuldigh konst-tuigh, dat beneden haar omringt,
Leert, hoe ‘t regt ondersoek der dingen dieper dringt
In ware wond’ren van Natuurs verborgentheden;
Dan’t vleyende Verstant, ‘t bloot Denkbeelt of de Reden
Die als Ervarentheit ontbreekt, hoe trots, alleen
Ryk in gedagten syn en arm in saak’lyk heên.
Sy wyst met d’andre hand; waar ymand met vertrouwen
En eerbied ‘t heerlyk ligt der Waarheit kan beschouwen.
Ter wyl een Sterke Geest, die ‘t ondersoek veragt,
Op desen glans vergrimt, in ‘t duist’re van syn nagt.
Een straal der Godheit vergeselschapt dese kennis
Der schepselen, in spyt der stoutste Heilig-schennis;
En toont in ‘t groot Heel-al, ‘t onloochenbare merk
Des Sprekers in syn Woort, des Makers in syn Werk.
 
verklaring bij de titelprent uit Het regt gebruik der wereldbeschouwingen

Zijn wetenschappelijke thuishaven had hij gevonden bij de Engelse empiristen Newton en Boyle. Met natuurkundige proeven konden ze bewijzen dat de natuur aan wetten gehoorzaamt. Nieuwentijt meende langs dezelfde empirische weg het Woord en de Wet die God door de Bijbel aan de mens had gegeven, te kunnen bewijzen. Zijn theologie wordt fysicotheologie genoemd.

Het 39e hoofdstuk van Het regt gebruik der wereldbeschouwingen is getiteld Beschouwinge, Van de Mogelykheit der opstandinge. Hier toont Nieuwentijt zich onorthodox, omdat hij wonderen probeert te bewijzen. Zijn fysicotheologie bewandelt in wezen dezelfde weg als de wetenschap maar is bevooroordeeld. De uitkomst ligt namelijk al vast. Ware theologie is een heel andere weg. De kerkvaders zijn er duidelijk over: “een god die je met het verstand begrijpen kunt, is God niet.”

Bernard Nieuwentijt, criticus van Spinoza, schreef Europese bestseller [ spinoza.blogse.nl ]