Dagelijks archief: donderdag 15 juni 2006

fatsoensmoraal

gezien: verfilming van Edith Wharton’s Age of Innocence
van Martin Scorsese (1993)

Gisterenavond zond canvas dit prachtige kostuumdrama weer eens uit. Dit genre dat vooral bij de BBC tot in de puntjes beheerst wordt, blijkt ook helemaal toevertrouwd aan Martin Scorsese. Vorig jaar zag ik Aviator waarin deze perfectionist een tijdsbeeld heeft neergezet dat tot in de kleinste details overtuigt. Natuurlijk had hij voor Age of Innocence een magistraal boek tot zijn beschikking dat met microscopische precisie de etiquette van de New Yorkse jet set rond 1870 beschrijft. Die beschrijvingen worden niet alleen schitterend gevisualiseerd, maar zijn ook letterlijk aanwezig in een voice over, die knap verweven is met de dialogen.

Door de hoge dichtheid aan informatie viel de film mij in het begin wat zwaar op de maag. De vertalers hebben aan de twee regels ondertiteling vaak niet genoeg gehad. Dat viel me vooral op met de vertaling van de voice over. Op een gegeven moment is er een bal bij een vooraanstaande familie en wordt het interieur beschreven. De gang naar de balzaal gaat niet zoals in de meeste New Yorkse kringen gebruikelijk was door een lange pronkerige pijpenla, maar door een aaneenschakeling van salons waar de high society zichzelf bebabbelt. In een van die vertrekken hangt het beroemde schilderij de Lente van de Franse jetsetschilder William Bourgereau, maar zijn naam wordt bijvoorbeeld door de ondertitelaars niet vermeld. Je merkt gewoon dat aan alle details is gedacht, maar die zijn natuurlijk ook haarfijn door Edith Wharton in haar roman beschreven. Prachtig acteerwerk van Daniel Day-Lewis en Michelle Pfeiffer die ieder op eigen manier zichzelf proberen te ontworstelen aan de sociale codes waarbinnen ze gevangen zitten.

New York aan het einde van de 19de en begin van de 20ste eeuw. De tijd waarin New York uitgroeide tot de gigantische stad die het nu is. Met de toestroom van steeds meer mensen – vooral uit de lagere klassen – was het voor de elite steeds belangrijker geworden om aan elkaar vast te klampen en hun tradities en etiquette boven alles te behouden. Dit proces begon circa 1850 en zou tot ruim in de 20ste eeuw duren. De historicus Edward Pessen heeft berekend dat in 1846 circa 1% van de rijkste families in New York ruim 47% van de welvaart van de stad in handen had.
 
Deze groep, de elite, bestond in eerste instantie uit handelaren, veilingmeesters, bankiers en verzekeraars. Na 1860 kwamen hier ook nog industriëlen bij. Tussen deze eerste en laatste groep ontstonden regelmatig spanningen: “het oude versus het nieuwe kapitaal”. De elite bestond over het algemeen uit de zogenaamde White-Anglo-Saxon-Protestants (WASP), nakomelingen van Nederlandse handelaren (nog uit de tijd van Nieuw Amsterdam) en werd later aangevuld met Duits-Joodse kapitalisten.
 
Hoewel er dus spanningen bestonden tussen het “oude” en het “nieuwe” kapitaal en de Amerikaanse Burgeroorlog de elite nog verder uit elkaar dreef (vanwege het abolitionisme) bleef de groep naar buiten toe toch redelijk homogeen en was het erg moeilijk om daar als buitenstaander binnen te “dringen”. Binnen deze context moet “The age of innocence” gezien worden
 
Bron: Philip Vos op geschiedenis.nl
Verloofd met een sociaal acceptabele vrouw (Winona Ryder) en verliefd op een uitgestotene (Michelle Pfeiffer), het dilemma van Newland Archer (Daniel Day-Lewis)
Edith Wharton wist waarover zij het had toen zij ‘The age of innocence’ schreef. Als dochter van een rijke New Yorkse zakenman groeide zij op in het morele en sociale keurslijf waarin de elite zichzelf gevangen hield. Haar roman is een nauwkeurige gedragsstudie van deze gesloten groepering, die als hoogste waarde consolidering van de collectieve machtspositie nastreefde. Het individuele belang, zoals liefde, was hieraan ondergeschikt. Huwelijken dienden het groepsbelang niet in gevaar te brengen. Degene die deze gedragscode doorbrak kon rekenen op uitstoting.
 
Dat merkte Edith Wharton toen zij na een paar jaar een einde maakte aan haar gearrangeerde huwelijk. Met haar echtscheiding maakte zij zich in de New Yorkse society onmogelijk. Ze vertrok naar Europa en vestigde zich in Frankrijk, waar zij zich ontpopte tot een produktief literair talent. Toen zij in 1937 stierf telde haar oeuvre meer dan veertig titels. Aan erkenning ontbrak het niet: ‘The age of innocence’, haar afrekening met de fatsoensmoraal van de Amerikaanse elite, won in 1921 de Pulitzer Prijs.
 
Bron: filmkrant.nl

Biografie van Edith Wharton | Amerikaanse elite onder de microscoop