Dagelijks archief: vrijdag 14 juli 2006

het verhaal ging … [3]

Deze maand lees ik de Metamorphosen van Ovidius
vandaag: Daedelus en Icarus
Terwijl hij deze vermanende woorden uitsprak, bond hij zijn zoon de hem onbekende vleugels aan de schouders. Tijdens het werk en de vermaningen biggelden bij Daedalus de tranen over zijn wangen en beefden zijn handen. Hij omhelsde zijn zoon – voor de laatste keer… Hij verhief zich op zijn vleugels en vloog voor zijn zoon uit, bezorgd of hij wel volgde, zoals een vogel die vanuit een hoog nest zijn tengere kroost voorgaat in de lucht. Hij spoorde Icarus aan hem goed te volgen, leerde hem de fatale techniek van het vliegen en keek of de vleugels van zijn zoon wel goed vastzaten.
Armen zonder pluimen wiekten door de lucht maar vonden geen steun

Een hengelaar, een herder en een boer zagen hen voorbijkomen – ze schrokken omdat ze dachten dat het goden waren: wie kon er anders door de lucht vliegen? Aan de linkerkant was Samos al in zicht, Delus en Paros waren al achter hen en Lebinthus en het honingrijke Calymne lagen aan hun rechterkant toen de knaap vliegen leuk begon te vinden.

Daedelus
Virgis Solis, editie 1581
Hij liet zijn gids waar die was en ging, aangelokt door de wijde hemel, hoger vliegen. De nabijheid van de verzengende zon maakte de vleugellijm – de geurige bijenwas – zacht, en opeens was de was gesmolten. Armen zonder pluimen wiekten door de lucht maar vonden geen steun; tenslotte werd zijn mond, die nog de naam van zijn vader schreeuwde, omsloten door het blauwe zeewater dat aan hem zijn naam zou ontlenen.
 
De vader – die nu geen vader meer was – riep “Icarus!”, en nogmaals “Icarus, waar ben je? Waar kan ik je vinden?” Hij schreeuwde opnieuw de naam van Icarus toen hij plots de vleugels op de golven zag drijven en zijn techniek vervloekte. Hij begroef het lichaam op de kust en het eiland kreeg de naam van hem die daar begraven ligt.
 
Bron: satura-lanx.telenet.be/Ovidius

Kroon’s mythologisch woordenboek