Catch me if you can is een misdaadkomedie die gebaseerd is op het ware verhaal van oplichter Frank W. Abinagle Jr. die carrière zou maken bij de FBI als expert in check fraude. Het is een aardige onderhoudende film met een stercast (naast Leonardo Di Caprio en Tom Hanks in de hoofdrollen spelen Christopher Walken en Martin Sheen mee, bekend van twee legendarische anti-Vietnamfilms uit de late jaren zeventig). Het leukste van de film vind ik de stijl van de jaren zestig in het bijzonder de luchtvaartcultuur. De toon wordt al gezet met de openingsgeneriek, een animatie in frisse kleurige vectorstijl.
Fraudeur Frank Abinagle ontdekt dat een piloot priveleges geniet en veel gemakkelijker toegang krijgt en doet zich in een uniform van panam voor als copiloot. We zien de wereld vanuit het perspectief van de luchthaven. In de jaren vijftig en zestig kondigde het airport zich aan als de voorbode van onze huidige geglobaliseerde wereld. Daar paste een blij modernistisch beeld bij zoals dat in de posters van Trans Word Airlines naar voren komt.
Een van de iconen van het futurisme van de late jaren vijftig en zestig is het TWA Flight Centre (1962) op John F. Kennedy (JFK) International Airport van de Finse architect Eero Saarinen. Het is tevens een van de schoolvoorbeelden van sculpturale architectuur. Een van de scenes speelt zich af in het interieur van het TWA Flight Centre. Op de achtergrond klinkt Fly me to the moon van Astrud Gilberto. Onbezorgder en maakbaarder kun je je de wereld bijna niet voorstellen. Precies in de geest van het utopisch modernisme dat vijftig jaar geleden een hoogtepunt had bereikt. Snel daarna kwam de ontnuchtering met Vietnam en de schaduwzijde van de welvaart.