Maandelijks archief: augustus 2018

Reine Diesseitigkeit

gisteren gezien: Rocco e i suoi fratelli (1960)

Rocco e i suoi fratelliVoor het eerst in mijn leven zag ik dan Rocco e i suoi fratelli van Luchino Visconti, een van de klassiekers van de Italiaanse cinema. Deze film markeert een overgang in het werk van Visconti, die toen al 53 was. Het zou zijn laatste werk zijn in neorealistische stijl. De volgende film die hij maakte, alweer een meesterwerk, droeg een heel ander karakter.

Tijdens het kijken naar Rocco e i suoi fratelli werd ik steeds herinnerd aan beelden uit een andere klassieker van het Italiaanse neorealisme: Ladri di biciclette van Vittorio de Sica. Ook hier wordt de rauwe realiteit in het gezicht gesmeten. Voor mij komt dat niet meer hard aan, omdat het naoorlogse Italië inmiddels het verzachtende aura van de geschiedenis gekregen heeft; je mag het nostalgie noemen. Als je de arbeiders naar de fabriek ziet lopen (zowel in Ladri de biciclette als in Rocco e i suoi fratelli komt dat enkele keren in beeld) wordt dit toch boven de prozaïsche alledaagsheid uitgetild. Natuurlijk helpen de zwart-witbeelden daarbij. Zo komt er afstand tussen beeld en werkelijkheid waarin de poëzie zich kan nestelen.

Rocco
still uit Rocco e i suoi fratelli

De cinematografie in Rocco e i suoi fratelli was in handen van Giuseppe Rotunno (inmiddels 95 jaar oud). In de openingsscène zit een mooi beeld van het perron op het station van Milaan. We zien niets anders dan brute realiteit, maar Rotunno weet ons oog daar zo op te vestigen dat er een transfiguratie lijkt plaats te vinden. Hij vindt de poëzie op plaatsen waar je het niet verwacht: op een perron. Of in een grauwe buitenwijk van Milaan.

Rocco
Het Italiaanse neorealisme heeft een voorliefde voor de moderne buitenwijken van Rome of Milaan
We zien niets anders dan brute realiteit, maar Giuseppe Rotunno weet ons oog daar zo op te vestigen dat er een transfiguratie lijkt plaats te vinden.

Maar Rocco e i suoi fratelli is in de eerste plaats natuurlijk een indrukwekkend familiedrama. De eindscene is een van de meest gedenkwaardige eindscènes die ik ooit zag. De grootsheid van Dostojevsky is overgebracht naar een Siciliaanse migrantenfamilie in Milaan anno 1960. Visconti moet ook veel geleerd hebben van Jean Renoir (1894-1979) met wie hij in de jaren dertig samenwerkte want de levendigheid van zijn acteurs is ongeëvenaard. Vooral Renato Salvatori en Annie Girardot spelen de sterren van de hemel. In de film loopt hun relatie uit op een drama, maar in werkelijkheid vonden ze elkaar en trouwden kort na de opnamen.

Rocco
het laatste beeld uit Rocco e i suoi fratelli waarin het verhaal weer door de werkelijkheid wordt opgeslokt. Ook in Ladri dei biciclette wordt deze neorealistische afsluiting toegepast.

Rocco e i suoi fratelli [ imdb.com ]

Op de barricaden

gelezen in Les Misérables (1862) van Victor Hugo

Place Charles de GaulleDe revoluties van 1789, 1830 en 1848 in Parijs gingen steeds gepaard met gevechten op de barricaden. Het Tweede Keizerrijk (1852-1870) wilde daar voortaan een einde aan maken. Dus werd besloten tot een grootschalige verbouwing, waarbij de oude infrastructuur van Parijs met smalle bochtige straten die nog uit de late Middeleeuwen dateerde, plaats moest maken voor een stervormig netwerk van brede avenues die allemaal samenkwamen op de Place de l’Etoile (sinds 1970 Place Charles de Gaulle) met de Arc de Triomph als stralend middelpunt.

Dit ambitieuze stedenbouwkundige plan had twee doelen: prestige en veiligheid. Onder baron de Hausmann (1809-1891), de perfect van het departement van de Seine ging Parijs in de jaren vijftig van de negentiende eeuw op de schop. Parijs heeft sindsdien een belangrijk deel van haar allure te danken aan deze stadsvernieuwing. La plus belle avenue du monde, de Avenue des Champs Elysées, werd oorspronkelijk dus niet aangelegd voor de jaarlijkse finale van de Tour de France of voor de jaarlijkse militaire parade op 14 juli. Samen met de andere boulevards heeft ze als doel om Parijs overzichtelijk te houden, waarbij de Place de l’Etoile het oog in een stedenbouwkundig panopticum vormt.

Les MisérablesVoor de rigoureuze stadsvernieuwingen tijdens het Tweede Keizerrijk had de Rive Droite (met name het achtste arrondissement) een heel ander karakter. Het was een labyrint van straatjes, een ideale biotoop voor revolutionairen. In het vierde deel van Les Misérables beschrijft Victor Hugo (naar hem is overigens een avenue in het 16e arrondissement genoemd) de junirevolutie van 1832. Hij was daar zelf getuige van (zie helemaal onder) en beschrijft tot in de details hoe het “in de barricade” was (zie onder). De revolutie van 1832 was een volksopstand en in feite een (mini)burgeroorlog.

“Franse revolutie!”
“Vuur!” werd er gecommandeerd.
Een rosse flits verlichtte de gevels aan de straat, alsof de deur van een oven werd geopend en snel weer gesloten. Het salvo daverde over de barricade. De rode vlag stortte neer. De kogels waren in een zo dichte regen neergekomen dat de stok was stuk geschoten. De eerste charge maakte diepe indruk in de barricade. De aanval was fel genoeg om de moedigsten tot nadenken te stemmen. Er leek minstens een regiment voor de barricade te staan.

uit het vierde deel van Les Misérables

Schnetz
Het schilderij van Jean-Victor Schnetz (Combat devant l’hôtel de ville) is veel minder bekend dan de beroemde allegorie ‘de vrijheid die het volk leidt’ van Eugène Delacroix maar geeft wel een realistischer beeld van de julirevolutie van 1830

Victor Hugo, who was thirty years old at the time, was in Tuileries Gardens writing a play on June 5, 1832. He heard the sounds of gunfire coming from the area of Les Halles and had to have the park-keeper let him out so he could leave the gardens. Hugo decided not to hurry back to his home and instead followed the sounds of the rebellion through Paris’s empty streets. He stumbled upon the barricades near Les Halles, unaware that much of his city had fallen into the control of the rebels for the short period of time. Hugo kept going north to rue Montmartre then towards Passage du Saumon. He ended up near rue du Bout du Monde, where he saw grilles on either side of the alleyway slammed shut. Surrounded by the many barricades, he hid himself between columns in the street where he stayed for about a quarter of an hour as the rebels and the French troops shot at each other.
Bron: historythings.com

De vrijheid van 1830 [ Woest & Vredig ]

Boekenwijsheid

gelezen in Les Misérables (1862) van Victor Hugo

Les MisérablesIn de twintigste eeuw begint het woord God uit de literatuur te verdwijnen. Een zin als “God had gewild, dat Cossette een liefde leren kennen, die haar redde.” zul je in de literatuur na 1945 niet meer zo snel tegenkomen. Of het moet in een streekroman zijn. Maar streekromans worden niet tot de literatuur gerekend en dus ook niet zo serieus genomen.

Bij de literaire reuzen uit de negentiende eeuw, zoals Dostojewsky, Tolstoi en Hugo, hoort God er nog helemaal bij. Ik hou van romans met levensbeschouwelijke overdenkingen en uitspraken die mijn leven verdiepen en die niet met een wijde boog om God heenlopen. Natuurlijk kunnen schrijvers die met aforismen strooien zoals standup comedians met harde grappen, pedant overkomen. Maar bij Hugo heb ik dat niet, ook al is hij een van de kampioenen van het aforisme in de Franse literatuur van de negentiende eeuw. Google maar eens op ‘Victor Hugo quotes’

La pensée est le labeur de l’intelligence, la rêverie
en est la volupté.

uit: Les Misérables

Voor mij zijn Hugo‘s aforismen vaak snoepjes die je onderweg van hem krijgt en waar je lang mee kunt doen. Gisteren las ik in het vierde deel van Les Misérables deze: “De gedachte is het werk van het brein, de droom is het genot ervan. Wie het denken nalaat ter wille van het dromen, neemt een vergif in plaats van voedsel.”(La pensée est le labeur de l’intelligence, la rêverie en est la volupté. Remplacer la pensée par la rêverie, c’est confondre un poison avec une nourriture)

Daar kan ik dan heerlijk over mijmeren. “De fijne uurtjes van de geest” noemde Schopenhauer dat en hij verkoos het in zijn jonge jaren boven de leut in de kroeg. Natuurlijk moet je er wel voor waken dat het mijmeren en reflecteren weer geen dromen wordt. De ‘aformismejunk‘ die in wijsheden vlucht maar de praktijk schuwt, mist uiteindelijk het belangrijkste: de levende ervaring. Het inzicht dat het aforisme of de wijsheid voortbrengt, is als een flits, een heldere ervaring ondanks onszelf. Hugo zal deze ogenblikken vaak beleefd hebben.

Aimer une autre personne,
c’est voir le visage de Dieu.

uit: Les Misérables