Dagelijks archief: maandag 9 maart 2009

postzegels en paleizen

Hoe dictators hun slechte smaak verraden

De zelfuitgeroepen Prins Roy van het (door geen enkel land ter wereld erkende) ministaatje Sealand die op een boorplatform in de Noordzee postzegels uitgeeft met zijn eigen beeltenis erop, is er een van het onschuldigste soort. Ook al heeft Prins Roy een scheutje grootheidswaanzin in zijn bloed (vermengd met net iets meer ironie) en een licht bedorven smaak, gelukkig heeft hij geen macht en al helemaal geen geld om een paleis te laten bouwen. Want daarmee verraden alle dictators hun slechte smaak: met postzegels en paleizen.

postzegels uit Roemenië
De postzegels van Posta Romana waren in de jaren tachtig zo lelijk geworden, dat ze nu als camp een collectors item zijn

Bij het kleinste stukje waardepapier blijft de schade nog beperkt, maar bij architectuur kunnen de gevolgen rampzalig zijn. Het Paleis van het Volk (Casa Poporului) dat Ceaucescu in de jaren tachtig voor zichzelf liet bouwen, is waarschijnlijk het meest beruchte voorbeeld van (helaas nog net op tijd) gerealiseerde megalomanie.

postzegels uit Noord Korea
De postzegels van Noord-Korea
zullen voorlopig wel lelijk blijven

vastentijd [ 8 ]

vandaag is het de achtste dag van de Grote Vasten
1 Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last, en de zonde, die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan, die ons voorgesteld is;
2 Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons van God.
3 Want aanmerkt Dezen, Die zodanig een tegenspreken van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet verflauwt en bezwijkt in uw zielen.
4 Gij hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde;
5 En gij hebt vergeten de vermaning, die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt;
6 Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.
7 Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er, dien de vader niet kastijdt?)
8 Maar indien gij zonder kastijding zijt, welke allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden, en niet zonen.
9 Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven?
10 Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goed dacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden.
 
Bron: Brief aan de Hebreeën 12:1-10
Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon, die Hij aanneemt.

Brief aan de Hebreeën 12:6

Evangelielezing vandaag: Mattheus 20:1-16