Dagelijks archief: maandag 8 juni 2009

‘grandioze troosteloosheid’

de woestijnervaring van een ‘ongelovige pelgrim’
Pierre Loti over zijn reis door de Sinaï (1895)

Pierre LotiAan het einde van de negentiende en het begin van de vorige eeuw maakte de Franse schrijver Pierre Loti lange reizen naar het Oosten: Sinaï en Palestina (1895), Brits-Indië(1902), China (1903) en Perzië(1904). Van zijn eerste reis deed hij verslag in drie delen Le Désert, Jérusalem en La Galilée. Deze zijn in het Duits vertaald en Michaela gaf mij op mijn verjaardag de eerste twee delen (Die Wüste en Jerusalem). Vooral het eerste deeltje dat loopt van 22 februari tot 25 maart 1895 is voor mij interessant, omdat Loti daarin vertelt over zijn reis door de Sinaï en zijn verblijf in het heilige Catherinaklooster aan de voet van de berg waaraan het schiereiland haar naam te danken heeft. De Arabieren noemen deze berg eenvoudig de djebel moesa (‘de Berg van Mozes’). Ik maakte als pelgrim in oktober 2007 met een groep orthodoxe christenen een reis naar deze heilige plaats. Het was heerlijk nazomerweer en dat betekent in de Sinaï nog altijd temperaturen van dertig graden of zelfs nog hoger. Piere Loti reisde van 22 februari tot 3 mei 1895 door de Sinaï en het Heilig Land.

Catherina klooster
Catherinaklooster Sinaï
hier in 2007 gefotografeerd, maar sinds 550 wezenlijk niet veranderd

Op de Sinaï lag sneeuw en in het klooster was het toen bitter koud. Maar de woestijn en de berg moeten er in 1895 net zo hebben bijgelegen als in 2007 of als in de dertiende eeuw voor Christus toen Mozes van God op deze afgelegen maar heilige plaats de Wet ontving. Als een scherp waarnemer schildert Loti met woorden zijn woestijnervaring, bijvoorbeeld het vallen van de avond in woestijn zoals hieronder:

Sobald die Zelte aufgeschlagen sind, verstreuen sich unsere von ihrer schweren Last befreiten Kamele um das Lager auf der Suche nach spärlichem Ginster; unsere Araber, auf der Suche nach trockenem Reisig zum Feuermachen, gleichen Hexen in langen Röcken, die abends Kräuter für ihre Zaubergetränke zusammenlesen. Und für eine Nacht bringt unsere kleine Nomadenstadt den Schein von Leben an diesen verlassenen Ort, wohin sie niemals mehr kommen und wo morgen wieder Totenstille herrschen wird.
 
Je tiefer die Sonne sinkt, um so gradioser wird die Trostlosigkeit dieses Ortes. Ein riesiger Kessel, den verschüttete Stadte zu umgeben scheinen; ein Wirrwarr an umgestürtzten, zerborstenen Dingen, an Spalten und Hohlen. Und das Ganze – wie unsere Kamele, wie unsere Beduinen, wie der Erdboden und wie alles andere – ist von aschgrauem oder warmem braunen Farbton, der ewige Hintergrund, der neutrale und doch so intensive Hintergrund, auf dem de Wüste ihren Lichtzauber verbreitet.
 
Jetzt naht die Stunde des Sonnenuntergangs, die zauberische Stunde; auf den fernen Gipfeln zeigt sich für flüchtige Minuten glühendes Violett und flammendes Rot; alles scheint Feuer in sich zu bergen.
 
Jetzt ist die Sonne verschwunden, und obwohl sich alles verdunkelt, glimmt ein Feuer unter dem Aschgrau und dem Braun, den wirklichen Farben der Dinge, weiter. Dann ein Schauder, und plötzlich sinkt die Kälte herab, die unvermeidliche Abendkälte der Wüste.
 
uit: Pierre Loti, Die Wüste (1895) Deutscher Taschenbuch Verlag 2002, blz. 23
Catherina klooster
het Catherinaklooster zoals ik het in 2007 zag – 112 jaar nadat Pierre Loti er verbleef

Loti die zijn reis als ‘een pelgrimage van een zoekende’ beschouwt, is meer geïnteresseerd in zijn zieleroerselen dan in religie. Hoewel in zijn aanbevelingsbrief in het Arabisch staat dat hij de islam vereert, noemt hij zichzelf ‘een ongelovige’. De brief die door een zekere Omar is geschreven om vijandige bedoeïnenstammen gunstig te stemmen is dan ook geen geloofsbrief maar een diplomatenbrief. Op zondag 25 maart, na zijn reis door het schiereiland komt Loti in Gaza aan. Het is dan Pasen 1895. Was hij maar een paar dagen vroeger geweest, dan had hij in de Heilige Grafkerk in Jeruzalem misschien getuige kunnen zijn van het wonder van het paasvuur. Maar de ‘ongelovige pelgrim’ vindt daarna, tijdens zijn reis door het Heilige Land juist alleen maar meer twijfel in zijn ziel. Loti is eigenlijk al een typische twintigste eeuwer; een zoeker met een onvermogen om te vinden en daardoor met zijn eigen wanhoop geconfronteerd raakt. Evenals Nietzsche spreekt hij als een profeet van het nihilisme over de toekomst:

Het gevoel dat alles meer dan ooit aan het wankelen is,
dat de goden verslagen zijn,
dat Christus gestorven is
en dat niets onze afgrond meer verlichten kan, heeft zich nu
meer dan tevoren bevestigd

Pierre Loti, 1895

Zijn reisdagboek besluit hij met de profetische woorden:

Duidelijk zien we een troosteloze toekomst voor ons; duistere tijden zullen komen wanneer de hemelse visioenen vervlogen zijn, tiranieke, gruwelijke democratieën en de ongelukkigen zullen niet eens meer weten wat bidden is.”

Pierre LotiPierre Loti (pseudonym of Julien Viaud), born January 14, 1850 in Rochefort, Charente-Maritime and died June 10, 1923 in Hendaye, was a French novelist and naval officer. Loti’s education began in Rochefort. At the age of seventeen he entered the naval school in Brest and studied on Le Borda. He gradually rose in his profession, attaining the rank of captain in 1906. In January 1910 he went on the reserve list.
 
Bron: [ en.wikipedia.org ]

Sinaï [ nl.wikipedia.org ]