Maandelijks archief: september 2009

publiekslieveling

gekocht: Taschen mini-monografie van Norman Rockwell

RockwellUitgeverij Taschen zoekt meestal een evenwicht tussen goede smaak en grote oplage en deze afweging vind je vooral terug in de canon van Taschen‘s populaire kunstenaarsmonografieën voor de kleine beurs. Zo is er in de serie (zeer) betaalbare monografieën niet alleen plek voor twintigste eeuwse kunstenaars met een grote ‘K’ zoals Mark Rothko, Jackson Pollock en Francis Bacon, maar ook voor commerciële kunstenaars en illustratoren als Alphonse Mucha, Carl Larson en Norman Rockwell. Waar drie eerstgenoemde kunstenaars het bij een (brede) elite goed doen, doen drie laatstgenoemde het vooral goed bij de massa. Voor veel mensen (en zeker onder kunststudenten) geldt dat de smaak van de elite beter ontwikkeld is dan die van de massa. Toegankelijke en illustratieve kunst valt daardoor bijna altijd uit de gratie, terwijl ‘moeilijke’ en minder toegankelijke kunst de elite aantrekt. Hoewel Norman Rockwell (1894-1978) in de Verenigde Staten een van meest geliefde kunstenaars is, verdient zijn ‘kunst’ bij de critici en connaisseurs nog niet eens een kleine ‘k’. Het is een beetje hetzelfde verhaal als met Anton Pieck. Te zoetsappig, sentimenteel, vals en natuurlijk, ook te commercieel.

Het is een vreemde ontwikkeling in de schilderkunst: vóór 1870 was de historieschilderkunst het hoogste dat je als schilder kon bereiken. Je moest niet alleen technisch je métier door en door beheersen, maar tegelijkertijd moest je regisseur zijn en daarbij nog een mensenkenner. Die bundeling van talenten is zeldzaam. Rembrandt had het allemaal en is daarom een voorbeeld voor bijna iedere schilder. Zijn Bijbelse ‘historieschilderingen’ zijn in feite grote illustraties op doek en werden en worden vooral om hun narratieve kwaliteiten gewaardeerd. Maar in de twintigste eeuw keert de hiërarchie zich om en gaat men neerkijken op verhalende schilderkunst. “Anekdotisch” of “illustratief” was op de kunstacademie in de jaren tachtig een van de ergste kritieken die je op een schilderij kon krijgen. Wanneer een schilderij te toegankelijk was en dus mogelijk in de smaak kon vallen bij het grote publiek en daardoor vatbaar was voor commerciële exploitatie, dan zat je duidelijk in de verkeerde hoek. Maakte je dat soort schilderijen, dan moest je maar iets met ‘toegepaste kunst’ gaan doen en naar een posterboer lopen of een reclamebureau opzoeken.

juni 1916
de tweede omslag (juni 1916) die Norman Rockwell schilderde voor The Saturday Evening Post. Omdat moderne vier kleurendruk toen nog niet mogelijk was, moest hij zijn palet beperken tot wortelachtig rood en warme grijzen

Toen Norman Rockwell 22 was, zocht hij het bureau van The Saturday Evening Post in Philadelpia op. In 1916 was de avant garde in Amerika al wel aan het doorbreken, maar tegelijkertijd was er een gouden tijd voor illustratoren, vooral voor degenen die zich gespecialiseerd hadden in covers. Voor de oplage was een aantrekkelijke omslag cruciaal. Dus wemelde het van de artiesten die Mary Pickford-achtige meisjes schilderden. Maar covergirls bleken niet Rockwell‘s sterke punt. Waar hij wel erg goed in was, dat waren straatjochies en scenes met onschuldig kattekwaad. Daarin was ook nauwelijks concurrentie en zo kon Rockwell in 1916 bij de The Saturday Evening Post aan de slag. Het zou het begin zijn van een levenslange carriere bij het populairste magazine van de Verenigde Staten. Zijn werk kwam zo in miljoenen huiskamers op tafel te liggen. Tot 1963 zou hij 322 omslagen voor dit blad schilderen. Tegenwoordig zijn deze covers een gewild verzamelobject en overal op internet worden ze aangeboden. Zoals Mark Rothko een van de publiekslievelingen van de elite geworden is, zo is Rockwell dat van de (Amerikaanse) massa.

Normal Rockwell (1894 – 1978), one of America’s most beloved artists, left a timeless legacy of nostalgic, endearing, whimsical paintings that appealingly and insightfully depict simple, and often idyllic, scenes from daily life. After illustrating a series of children’s books at age 16, Rockwell was hired to be the art director of “Boys„ Life,“ the official publication of the Boy Scouts of America. Six years later, he sold his first cover to the most prestigious magazine of the era, the “Saturday Evening Post.“ Over the next 47 years, he created 321 covers for the “Post,“ which became synonymous with his name. He later worked for “Look“ magazine, addressing more serious issues of civil rights, poverty and space exploration.
Saturday Evening Post 1958
een van zijn latere covers the runaway 1958

Honderd jaar geleden volgde Norman Rockwell als teenager in de weekenden in New York lessen aan de gerenormeerde Chase School of Art van William Merritt Chase. Ook Edward Hopper studeerde (enkele jaren daarvoor) aan dit instituut.

Best Norman Rockwell Art | 322 covers | Norman Rockwell ad’s

het groene Haagje van het oosten

de natuurlijke ligging van Arnhem

Met de herdenkingen rond de Slag om Arnhem zijn er behalve de veteranen en hun familie weer heel wat belangstellenden die een blik werpen over de Rijn, Betuwe en de Waal naar Nijmegen, de zusterstad die van september 1944 tot mei 1945 frontstad was. In en rond Arnhem heb je verschillende fraaie uitzichten. Bij het Museum voor Moderne Kunst bijvoorbeeld. Westelijker op de Westerbouwing bij Oosterbeek kijk je ook dwars over de Betuwe heen. En op Hoogte 80 (Geitenkamp) kijk je tot in Duitsland (zie hieronder).

Arnhem
Presikhaef, de oostelijke Betuwe en het Reichswald gezien vanaf Hoogte 80 en de bocht in de Rijn bij Oosterbeek vanaf de Westerbouwing

De Veluwezoom is rijk bebost, maar dat is niet altijd zo geweest. Op een schilderij van een tijdgenoot van Rembrandt zien we dat de stuwwallen bij Arnhem en Doorwerth er 350 jaar compleet anders uitzagen. De bomen waren rond 1500 in opdracht van de Bourgondische vorst Filips de Schone gekapt en de schapen zorgden er daarna voor dat het kaal bleef.

Arnhem
Arnhem buiten de Rijnpoort ca. 1640
door Joris van der Haagen (1615-1669)

Honderd jaar later zien we dat de bomen op de stuwwal zijn teruggekeerd.

Arnhem
Arnhem het Onderlangs ca. 1741
door Jan de Beyer
Eeuwenlang waren de heuvels en de woeste heide- en zandvelden van Veluwe een last voor de stad. Je kon er niet op bouwen, het was geen geschikte landbouwgrond en het belemmerde het verkeer en vervoer. Vrijwel alle bomen werden rond 1500 in opdracht van de Bourgondische vorst Filips de Schone gekapt om een belegering van de stad mogelijk te maken. Nieuwe grootschalige boomaanplant vond plaats in de achttiende en negentiende eeuw. In die tijd werd Arnhem het „groene Haagje van het oosten„ en vestigden welgestelden, niet alleen overigens uit „s-Gravenhage, zich in de stad. Ze werden later gevolgd door de toeristen van de twintigste eeuw. De bossen en juist het contrast tussen heuvel en rivier, tussen Veluwe en Betuwe, gaven de stad reliëf.
 
Bron: arneym.nl/canonarnhemtot1900/stuwwal

the big sleep

gisterenavond gezien op Arte: The Big Sleep (1946)

The Big SleepVoor een film noir liefhebber als ik zit je bij de Duits-Franse zender Arte goed. In mei werd Sunset Boulevard (1950) nog uitgezonden en gisterenavond was de ‘Bogie and Bacall’ klassieker The Big Sleep (1946) aan de beurt. Deze film werd in het voorlaatste oorlogsjaar opgenomen maar het duurde tot augustus 1946 voordat hij werd uitgebracht. Een kwestie van marketing. Want Warner Brothers had in 1944 en 1945 nog oorlogsfilms op de plank liggen waar men nu plotseling haast mee had omdat de oorlog ten einde liep en men vreesde dat het publiek die straks niet meer zou lusten.

Gisterenavond werd de bioscoopversie uit 1946, de zgn. ‘movie star’ versie uitgezonden. Daarnaast is er een film noir versie. Op sommige DVD’s staan beide versies, zodat je kunt zien welke scenes zijn weggelaten en/of toegevoegd. Dat er twee versies van de film kwamen, had o.a. te maken met het optreden van Martha Vickers die de rol speelde van het nymfomane zusje van Lauren Bacall. De erotiek spat van het scherm en dus moest haar ster minder schitteren ten gunste van die van Lauren Bacall. Daarom werden er voor de ‘movie stars’ versie nieuwe scenes tussen Bogart en Bacall opgenomen en werd Vickers hier en daar weggeknipt. Maar haar binnenkomer (zie scene hieronder) heeft Howard Hawks er wéll ingelaten. Overigens werd Hawks’ originele cut die was bedoeld voor de Amerikaanse militairen in de Pacific, pas in de jaren negentig teruggevonden.

beginscene uit The Big Sleep
Philip Marlowe arriveert in het huis van generaal Sternwood en terwijl hij in de hal wacht, ontmoet hij daar Carmen, de brutale jongste dochter van de generaal, gespeeld door de in 1944 negentienjarige Martha Vickers

Ook speelde de motion picture production code van Hayes Office in die dagen een doorslaggevende rol. In de roman The Big Sleep van Raymond Chandler stonden expliciete scenes die in de film niet konden. Zo ging Martha Vickers bijvoorbeeld niet uit de kleren omdat dit in die tijd nog taboe was. Als compensatie zijn veel dialogen in The Big Sleep erotisch geladen, met name die tussen Bogart en Bacall. Tenslotte werd er in de “movie star” versie uit 1946 een scene geknipt waarin de plot belicht wordt. Het verhaal werd zo veel lastiger te volgen, maar voor de film was dat minder belangrijk dan de chemie tussen de twee hoofdrolspelers. Bovendien is in een film noir de plot meestal ondergeschikt gemaakt aan de sfeer. En die sfeer werd door Howard Hawks zo overtuigend neergezet dat The Big Sleep een voorbeeld werd voor alle film noirs die daarna gemaakt werden. En Humphrey Bogart zette de ultieme Philip Marlowe neer.

Humphrey Bogart en Martha Vickers
Privé-detective Philip Marlowe wordt ingehuurd om Carmen de jongste dochter van generaal Sternwood in de gaten te houden. Ze is in slecht gezelschap terecht gekomen en staat op het punt om schade aan te richten aan zichzelf en haar familie. Marlowe raakt al snel verliefd op de oudste zuster, Vivian, die in het begin niets met Marlowe te maken wil hebben. Wanneer er enkele moorden plaatsvinden begint het allemaal pas echt…
 
Bron: movie2movie.nl
The Big Sleep
still met Bogart en Vickers op Italiaanse poster
The Big Sleep
twee auto’s uit de film, boven: 1939 Plymouth De Luxe en onder: 1940 Dodge Luxury Liner Special

The Big Sleep [ noiroftheweek.com ] | The Big Sleep [ imdb.com ]