Dagelijks archief: maandag 8 november 2010

volg de meester [ 12 ]

kopie van het portret van Gabrielle Cot door William Bouguereau

De laat-negentiende-eeuwse salonschilder William Bouguereau is de held van het reactionaire artrenewal.org een club die de klok in de schilderkunst ruim honderd jaar terug lijkt te willen zetten.

Bouguereau
William Bouguereau 1890
portret van Gabrielle Cot, 38 x 45.5 cm
een negentiende-eeuws meisje (zonder parel)
Collection of Fred and Sherry Ross, US

This magnificent portrait has been judged by a number of top experts and master artists, to be one of the greatest portrait heads ever painted … by any artist … ever. Gabrielle Cot was the daughter of Bouguereau’s most famous student, Pierre August Cot. Bouguereau was planning to use her for one of his major paintings, and so he started this as a study for that painting, but, as he worked, he was so captivated by Gabriel’s beauty, including her intense inner beauty, that he finished it as one of his only un-commissioned portraits. I know of no other work that better exemplifies how this master captured the subtle nuances of personality and mood. Bron: artrenewal.org

Wat is er eigenlijk in de geschiedenis van de schilderkunst gebeurd? Vlak voordat in het eerste decennium van de vorige eeuw het modernisme losbarstte, waren er schilders geweest die qua techniek het uiterste hadden bereikt. Ze maakten technisch perfecte schilderijen en kregen veel waardering. Toch keerde de tijdsgeest zich tegen hen. In het laatste kwart van de negentiende eeuw kwam er namelijk steeds meer waardering voor het persoonlijke handschrift van een schilder. Eigenheid was daarbij belangrijker dan techniek. Technisch gezien zijn schilders als Van Gogh en Cézanne ploeteraars met de vorm en schijnbaar onbeholpen in techniek. Maar vanuit het perspectief van de persoonlijke expressie hebben deze twee vaders van de moderne schilderkunst een nieuwe wereld ontsloten. Daar ging het aan het einde van de negentiende eeuw vooral om. Schilderkunst moest zijn als het leven zélf; een schilderij moest niet het zichtbare weergeven, maar zélf zichtbaar maken, een openbaring van Leven zijn. Dat was het toverwoord aan het einde van de negentiende eeuw. De salonschilders werden kort na 1900 door de modernisten verdrongen. Technische vaardigheid werd aan persoonlijke expressie ondergeschikt gemaakt. En wat deze persoonlijke expressie allemaal kan zijn, laat de moderne schilderkunst ons zien.

Bouguereau
onderschildering in acrylverf op roodbruine imprematura en daarna sluierlaag in olieverf met rauwe Sienna en beetje zinkwit. Hierna wordt verder gediept en gehoogd en tenslotte worden de lokale kleuren aangebracht.

De hoge waardering voor persoonlijke expressie leidde tot minachting voor technische vaardigheid. Na 1920 zou men met de bril van het modernisme op, gaan smalen over de helden van de techniek uit de negentiende eeuw. De schilderijen van de salonschilders zouden zonder persoonlijke uitdrukking zijn en de critici vonden hun werk zelfs zielloos. Tussen 1945 en 1990 bracht het werk van Bouguereau en Alma Tadema werk nauwelijks nog iets op terwijl ze in hun tijd tot de best betaalde kunstenaars ter wereld behoorden. De laatste twintig jaar is er een herwaardering merkbaar voor klassieke schilderkunst. Het Amerikaanse Artrenewal treedt daarbij op als ambassadeur.

van oude meesters en dingen die niet voorbijgaan [ PDF ]