Vorige maand overleed Peter Falk. Voor mij een reden om weer eens te kijken naar Der Himmel über Berlin van Wim Wenders, waarin Falk zichzelf speelt. Wenders schreef het script van deze film samen met de Oostenrijkse schrijver Peter Handke. Je kunt Der Himmel über Berlin op verschillende manieren zien, maar in de eerste plaats is het een sprookje over de twee engelen Damiel en Cassiel waarbij de eerste verliefd wordt op een meisje en zijn onsterfelijkheid voor haar wil opgeven. In de tweede plaats is het een portret van Berlijn, een troosteloze en deprimerende stad die in al zijn grauwe alledaagsheid geportretteerd wordt. In de derde plaats kun je de film zien als een tijdsbeeld van de jaren tachtig dat even naargeestig is als de gewonde stad. Sinds ik de film kort na zijn verschijnen in 1987 voor het eerst zag, is het een van mijn favouriete films gebleven, ook vanwege zijn diepzinnige en dichterlijke reflecties.
wußte es nicht das es Kind war
Wenders laat het verhaal beginnen met een beeld dat doet denken aan het begin van Triumph des Willens. Riefenstahl laat haar film beginnen in de wolken boven Berlijn om Hitler als een godenzoon uit de hemel op aarde te laten landen. Dat Der Himmel über Berlin ook met dit beeld begint, is niet meer dan logisch. De hemel is de woonplaats van de engelen. We leren eerst Damiel kennen, gespeeld door Bruno Ganz en destijds nog niet bekend van zijn rol als Hitler in Der Untergang. “Als das Kind Kind war, wußte es nicht das es Kind war” mijmert hij. Dan stort hij zijn onsterfelijke fijnstoffelijke lichaam naar beneden in de stad Berlijn, die een volmaakte metafoor blijkt van de gevallen en verwonde wereld waarin wij leven. Omdat de engel een transparant wezen is die zich net als een gedachte helemaal vrij door ruimte en tijd kan verplaatsen, kan de camera in de blik van de engel zich los maken van het alledaagse decor. Terwijl Damiel en Cassiel zich door de miljoenenstad bewegen, vangen ze flarden van ontelbare gedachten op. Elk mens blijkt er in zijn eigen wereld te wonen, afgescheiden door de façade van zijn gezicht.
De muur is overal. Een heel indringende monologue intérieur horen we terwijl we vanuit een auto uit de jaren dertig door een filmset in Berlijn rijden. Op de filmset is het weer april 1945 en zo laat Wenders het inferno van de oorlog en het troosteloze uit de tegenwoordige tijd in elkaar schuiven. We zien de verschrikkelijke beelden uit 1945 van een uitgemergeld Berlijn. Als de auto stopt, blijken we in de tegenwoordige tijd te zijn, want de SS-ers en de mensen in de puinhopen zijn in werkelijkheid acteurs en figuranten.
citaat uit de film
Bron: crowwings.com
Der Himmel über Berlin is ook het verhaal over onze zondeval, maar dan getransponeerd naar de sfeer van de engelen. Wenders gebruikt dit Bijbelse thema maar vermengt het met niet-Bijbelse onderwerpen als evolutie en reïncarnatie. Terwijl Cassiel zich het meest thuisvoelt in de bibliotheek van Berlijn en graag naar de gedachten van een grijsaard luistert die het allemaal heeft meegemaakt, voelt Damiel zich meer aangetrokken tot het circus waar hij verliefd is geworden op een acrobate. De bibliotheek en het circus als metaforen voor de wereld van de geest en de waan van de dag. In zijn verlangen naar de wereld van de sterfelijkheid wordt Damiel opgemerkt door Peter Falk. Deze is ooit engel geweest en heeft de overstap van de eeuwigheid naar de tijd gemaakt.
De engel Damiel (Bruno Ganz) laat zich door Peter Falk verleiden om zijn onsterfelijkheid op te geven in ruil voor een aards leven met alles erop en eraan
Peter Falk beveelt Damiel aan hem te volgen: “But you are not here. I’m here. I wish, you were here. I wish you can talk to me. Cause I’m a friend. Compañero!” Falk kan Damiel niet zien, maar hij voelt wel zijn aanwezigheid aan. Hij steekt Damiel zijn hand toe en Damiel beantwoordt hem met een onstoffelijke handdruk. Je zou het als de zondeval van een engel kunnen zien. Cassiel waarschuwt Damiel voor de verleidingen van het aardse leven: “Nichts davon wird wahr sein.” maar laat hem helemaal vrij om te gaan. Damiel geeft zijn onsterfelijkheid op, gaat op zoek naar zijn sterfelijke geliefde en Nick Cave zingt from her to eternity. Na enige tijd van het aardse leven geproefd te hebben, besluit de stoffelijke en sterfelijke Damiel in zijn dagboek. “Ich weiß jetzt was kein Engel weiß.”