Maandelijks archief: juni 2011

Heidegger’s Heimat [ 9 ]

van Konstanz naar Liechtenstein

Martin HeideggerVanuit Messkirch volgen we het spoor van Heidegger door boerendorpjes als Zizenhausen (Uierhuizen) naar de Bodensee. De vrije stad Konstanz, bekend van het Concilie uit de vijftiende eeuw, ligt vijftig kilometer ten zuiden van Messkirch. Op zijn veertiende gaat Heidegger hier in 1903 met een stipendium van de katholieke kerk studeren aan het seminarium en gymnasium. Safranski schrijft over de geestelijke invloed die de jonge Heidegger hier ondergaat. In tegenstelling tot het conservatieve en katholieke klimaat in het slapende provinciestadje Messkirch heerst er in Konstanz aan het begin van de twintigste eeuw een progressieve en liberale geest. De katholieke studenten interesseren zich voor Nietzsche, Hartmann, Vaihinger, de psychoanalyse en ook het atheïsme. Heidegger moet het gevoel hebben gehad hier uit zijn katholieke voegen te barsten. Onder de voogdij van zijn broodheer de rooms-katholieke kerk, wordt hij in de richting van het anti-modernisme gestuurd. Zijn mentor biedt de puberende Martin het gedachtengoed van Carl Braig aan als antidotum tegen het modernisme. Het werkt.

Edmund HussserlDe jongvolwassen Heidegger ontwikkelt zich als geboren Messkircher al snel tot een zogenaamde Zuid-Duitse anti-modernist. In het conservatieve spoor van Carl Braig zal Heidegger zelf de filosofie van Franz Brentano ontdekken en in het verlengde daarvan weer de filosofie van Edmund Husserl. In 1901 verschijnt het beroemde werk Logische Untersuchungen van Husserl. Het boek wordt een openbaring voor de jonge Heidegger die het met rode oortjes leest. Zijn afkeer van de tegencultuur rond 1900 met zijn mediagenieke Nietzscheadepten wordt tijdens zijn studiejaren in Messkirch en later in Freiburg steeds groter. Volgens Safranski heeft dat ook te maken met ressentiment. Heidegger had zelf de uitstraling van een verwarmingsmonteur en moet heimelijk jaloers geweest zijn op de charismatische persoonlijkheden die hun stempel drukten op het geestelijk klimaat van rond de eeuwwisseling.

In Konstanz bezoeken we niet het internaat waar Heidegger als puber doorbracht, want we zijn hier samen en er moet ook nog geshopt worden. Dat betekent o.a. een bezoekje aan het Duitse Kruidvat, Mueller geheten. Wanneer je de Mueller binnengaat, begrijp je waarom er in Duitsland zoveel plaatsen zijn die met Bad beginnen. Er is bijvoorbeeld een heel straatje met aan beide zijden alleen maar shampoos. Het moeten tientallen merken zijn en honderden soorten. Aan mij is al die keuzevrijheid niet besteed, integendeel. Meestal raak ik in verwarring en verlaat een megastore in het buitenland dan bijvoorbeeld verdwaasd met een halfje gesneden casinobrood. Michaela vindt het heerlijk en gaat letterlijk snuffelend de winkel door. Ze dirigeert me naar de dure herenluchtjes en spuit onverwacht uit een monsterflesje een dosis Fahrenheit van Dior in mijn nek, mmmmm, wat ruik je lekker. Dit is het wisselgeld van Heidegger Reisen.

Peter RoseggerNa de Mueller duiken we nog het warenhuis Karstadt in. Daar hebben we gedeelde belangen: de boekenhoek. En Karstadt verkoopt ook postzegels. Michaela ontdekt een aantal series historische Duitse postzegels. Ik koop twee ongestempelde postzegels uit 1943 van het Deutsches Reich ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van een zekere Peter Rosegger. Nooit van gehoord. Was hij een negentiende eeuwse voorloper van het arianisme of een of andere proto-fascist? Ik koop de zegels omdat op een ervan een berghut staat afgebeeld en deze Peter Rosegger in mijn fantasie een Martin Heidegger uit een parallelwereld is. Via de postzegels bij Karstadt dus terug naar onze Heideggertrip.

Peter Rosegger Waldheimat
ook Peter Rosegger had een berghut

Rond het middaguur verlaten we Konstanz en steken de grens over naar Zwitserland. Of we nog iets aan te geven hebben, vraagt de Zwitserse douanier. Niet iemand der Spass versteht, dus we gedragen ons maar vormelijk. In Zwitserland begint het na een paar bloedhete dagen in Zuid-Duitsland te regenen. We kronkelen binnendoor via Sankt-Gallen naar Liechtenstein, het dwergstaatje dat tussen Oostenrijk en Zwitserland ligt ingeklemd aan de voet van een imposante berg. Achter deze berg ligt Feldkirch in Oostenrijk, waar Heidegger nog een blauwe maandag op een Jezuïetencollege heeft gezeten. Ook in Liechtenstein wint de filatelie het van de filosofie. We ontdekken dat Liechtenstein een favouriete vakantiebestemming is van Zuid-Koreaanse postzegelverzamelaars. Ze hebben de prijzen behoorlijk opgedreven hier. Achter de balie staat een Koreaans meisje een stapel postzegelmapjes af te prijzen. Het zijn allemaal frankeerzegels uit de oorlog met de beeltenis van de Führer. Postfris. Alsof er nooit een Untergang heeft plaatsgevonden. De Zuid-Koreanen lusten er wel pap van. Zou Heidegger ze mooi gevonden hebben deze zegels? Peter Rosegger waarschijnlijk wel.

Heidegger’s Heimat [ 8 ]

het geboortehuis van Martin Heidegger in Meßkirch

geboortehuis van Martin Heidegger in MesskirchDinsdag bezoeken we Messkirch, de geboorteplaats van Heidegger. Naast de St. Martinskerk staat nog altijd het geboortehuis van Heidegger. Er woont nu blijkbaar een jong gezinnetje want op een van de ramen hebben kinderen kleurige plakplaatjes geplakt. In de gevel is een gedenksteen gemetseld. Hier is hij dus geboren, tegenover de kerk waar zijn vader koster was. Maar toen de kleine Martin geboren werd, waren de katholieken in Messkirch uitgeweken naar een noodkerkje omdat de St. Martinskerk door de Oud-katholieken in gebruik was genomen. Het huisje waar Heidegger in het Dasein kwam, is een wat onooglijk huisje tussen twee fraaie Fachwerkbauten. Het heeft dezelfde kwaliteiten als de blokhut: eenvoudig, sober, gewoontjes. En zo schijnt Heidegger ook geweest te zijn, bepaald geen flamboyante persoonlijkheid zoals zijn broer Fritz. In tegenstelling tot Martin was Fritz een publieke figuur in Messkirch. Zelfs toen Heidegger al wereldberoemd was, kende men hem in Messkirch als ‘de broer van Fritz.’ Omdat Fritz stotterde, sprak hij altijd over het da-Dasein.

In de muur van de St. Martinskerk, schuin tegenover Heidegger‘s geboortehuis, is een reliëf ingemetseld ter nagedachtenis van Conrad Gröber, sinds 1932 aartsbisschop van Freiburg. Tijdens Heidegger’s studiejaren in het Konradihuis in Konstanz hield Gröber zijn studenten op het pad van de rooms-katholicisme.

Conrad Gröber
reliëf ter nagedachtenis van Conrad Gröber

Vanwege zijn optreden als aartsbisschop van Freiburg tijdens nazi-Duitsland, is Gröber nog altijd omstreden. Maar Meßkirchers hadden voor de oorlog het anti-semitisme nu eenmaal met de paplepel ingegeven gekregen.

Meßkirch [ de.wikip[edia.org ] | Conrad Gröber [ de.wikipedia.org ]

Heidegger’s Heimat [ 7 ]

Martin-Heidegger-Rundweg en de Heidegger Hütte

Om een uur of zeven ‘s avonds eindelijk de hut van Martin Heidegger gevonden bovenin een weide in Todtnauberg. De hut lijkt eerder op een bunker dan een blokhut. Het uitzicht is niet verkeerd. We waren aanvankelijk aan de hut voorbij gelopen, hoewel deze aan de Martin Heidegger Rundweg gelegen is, lijken de klein- en achterkleinkinderen de hut verborgen te houden. Want het is nog steeds familiebezit en een museum zal het voorlopig niet worden al is het een bedevaartsoord voor Heideggerfreaks. Op tientallen meters afstand van de hut staat een bord met wat informatie voor de liefhebbers. We lezen dat de hut aan de binnenkant even Spartaans is als aan de buitenkant. De enige luxe in de hut is een klein radiootje dat Heidegger in 1962 had aangeschaft om de Cubacrisis te volgen. Blijkbaar was hij in bange afwachting van een nucleaire oorlog in het idyllische Zwarte Woud. Stromend water en elektriciteit had hij lange tijd niet, maar toen hij eenmaal in Berlijn een aanstelling had gekregen als hoogleraar had hij eindelijk wat geld over om de hut van elektriciteit te voorzien. Michaela vroeg zich af of hij ‘het’ in de hut met Hannah (Arendt) had gedaan. Maar ik denk niet dat hij dat heeft aangedurfd omdat hij toch doodsbenauwd was dat zijn vrouw Elfride de affaire zou ontdekken.

Todtnauberg
Michaela bij de hut van Martin Heidegger

De omgeving is boers en idyllisch, maar het boerenbestaan in Todtnauberg is waarschijnlijk even authentiek als hard. Toen we een paar kilometer aan de hut voorbij waren gelopen kwamen we een pensionado tegen op een scootmobiel. Michaela vroeg hem waar de hut was. De man op de scootmobiel begon zich op een onwaarschijnlijke manier te ont-bergen en gesticuleerde wild in de richting van een paar koeien op de alm. Misschien lag het aan het warme weer of was het verbeelding, maar ik meende toch zeker iets van Heidegger in het gezicht van de man te bespeuren. Is Todtnauberg soms een verzamelplek voor look-a-likes geworden of was dit een van de kleinkinderen van de filosoof? Toen we de hut naderden, hoorden en zagen we in de verte een tractor het gras maaien. De techniek heeft het boerenleven van Todtnauberg allang bereikt. Zou Heidegger het als een bedreiging van het zyn ervaren hebben?

Todtnauberg
uitzicht vanaf de Martin-Heidegger-Rundweg
De man op de scootmobiel begon zich op een onwaarschijnlijke manier te ont-bergen en gesticuleerde wild in de richting van een paar koeien op de alm.
Todtnauberg
“Im Denken wird jeglich Ding einsam & langsam” langs de Martin-Heidegger-Rundweg

Martin-Heidegger-Rundweg [ todtnauer-ferienland.de ]