le ballon rouge is een sprookjesachtige film over de vriendschap tussen een jongetje en een rode ballon. Dit simpele gegeven heeft Albert Lamorisse uitgewerkt tot een boeiende film met schitterende fotografie. Je ziet nog de zwaar aangezette licht-donkercontrasten uit de zwart-wit fotografie, maar juist het contrast tussen het grauwe stadsbeeld en de rode ballon is het meest opvallende in deze film die dus absoluut in kleur gezien moet worden.
Le ballon rouge is opgenomen in de Parijse voorstad Belleville die zich in 1956 in een verpauperde staat bevond. In de jaren zestig werd bijna de hele wijk afgebroken en opnieuw opgebouwd. Meer dan negentig procent van wat je in de film ziet, bestaat niet meer. Voor mij is er een duidelijke overeenkomst met Mon Oncle (1958) van Jacques Tati. Deze film speelt zich af tegen het decor van het verdwijnende oude stadbeeld in de jaren vijftig en zestig. Vorig jaar liet Maarten ‘t Hart in Zomergasten een fragment zien uit le ballon rouge die hij in 1956 met zijn vader in de bioscoop zag. Het was de eerste film die hij in zijn leven zag en het was gelijk een openbaring.
Het is geweldig om te zien hoe Albert Lamorisse met zo weinig middelen en een eenvoudige opzet zoveel diepgang kan bewerkstelligen en van de ballon een werkelijk karakter kan maken. Waar Tom Hanks in Cast away de volleyball nog een naam moest geven, heeft het zoontje van Lamorisse, dat de rol van het jonge ventje speelt, vrijwel geen woorden nodig om de hele film door te komen. De genegenheid tussen de jongen en zijn ballon is gevoelig, warm, oprecht en nergens absurd.
Bron: mikrogids.nl