Dagelijks archief: maandag 13 juni 2011

de juiste toon

waarnemingspsychologie voor schilders

Als het in de tekenkunst om vorm en begrenzing gaat, dan draait het in de schilderkunst om licht en om kleur. Het treffen van de juiste toon is niet alleen een kwestie van heel goed kijken, maar ook van weten. Het schildersoog kan daarbij leunen op de kennis uit de waarnemingspsychologie. De visuele prikkels op het netvlies worden via de oogzenuw doorgegeven aan de hersenen die de gewaarwording omzet in beelden. Het menselijk oog kan miljoenen nuances waarnemen, maar in de hersenen wordt een kleurconstante op de waarneming losgelaten. Hierdoor zijn we in staat om bijvoorbeeld een schaduw als schaduw te interpreteren en niet als een losse vorm met een afwijkende kleur. Door de kleurconstante in de hersenen weten we dat het beschaduwde gras net zo groen is als het gras in het zonlicht. Maar als we het gras zouden gaan schilderen, moeten we de nuances gaan volgen die het oog in wélrkelijkheid waarneemt. En dan blijkt dat het beschaduwde gras allesbehalve groen is. Bovendien zijn er in het gras in de zon vele nuances te ontdekken. Hoe groen is groen?

illusie
Hoe grijs is grijs? (Munker-White illusie)
De helderheid van een tint wordt door de context bepaald

Vanuit de waarnemingspsychologie kunnen verschillende vormen van gezichtsbedrog verklaard worden. Voor een schilder is de Munker-White illusie een van de meest voorkomende fysiologische illusie. De lichtgevoelige cellen op het netvlies schatten de helderheid van een tint in ten opzichte van zijn omgeving. Is de omgeving donker, dan lijkt de tint donkerder dan in een lichte omgeving. Bij portretten lijkt het licht op een donker kapsel vaak donkerder dan de schaduw op de huid. Maar meestal is de schaduwtint op de lichte huid toch donkerder dan het belichte deel van het donkere haar.

Gezichtsbedrog of een optische illusie is iets wat het oog waarneemt, dat door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt. Gezichtsbedrog toont meestal eigenschappen van ons visueel perceptiesysteem aan, de mechanismen in de hersenen die grotendeels bepalen wat wij menen waar te nemen.
Er zijn globaal drie foutenbronnen:

optische illusies, veroorzaakt door eigenschappen van licht.
Voorbeeld: menen dat ‘s avonds de zon echt rood is.
fysiologische illusies, gebaseerd op eigenschappen van het menselijk oog.
Voorbeeld: een nabeeld op het netvlies, of van ver een reclamepaneel als homogeen gekleurd zien, terwijl het feitelijk gestippeld is.
psychologische illusies, waarbij de hersenen de signalen verkeerd interpreteren.
Voorbeeld: een onmogelijke figuur waarnemen, of een gezicht in de wolken onderscheiden.

Bron: nl.wikipedia.org

psycholog.web-log.nl