Dagelijks archief: vrijdag 10 oktober 2014

geweld(ig) ?

gisteren gezien op Net 5: Kill Bill Vol.2 (2004)

KillHet fenomeen verbaast en beangstigt mij steeds meer: in films en games wordt geweld bijna altijd gerechtvaardigd met het argument dat het toch “niet echt” is. Wanneer in Kill Bill films wreedheid expliciet getoond wordt, is het popcornvermaak. Maar als we dezelfde wreedheid even later op het journaal zien, in de Syrische woestijn uitgevoerd door een zwarte strijder van IS, dan spreken we er terecht onze afschuw over uit.

Dat we ons “vermaken” met geweld in gewelddadige films en geschokt zijn over geweld op het journaal, zegt veel over onszelf. Blijkbaar hebben we ergens een knop die we om kunnen schakelen. Deze schakelaar is ons als kind bijgebracht, vanaf het moment dat een volwassene ons gerust stelde met de gedachte “Het is maar een film”. Het verschil tussen afgrijzen en vermaak is “echt” en “niet echt”. Omdat kinderen deze knop nog niet goed weten te bedienen, bestaat er filmkeuring. Zo is Kill Bill 2 goedgekeurd vanaf 16 jaar. Terecht. Maar deze leeftijdgrens betekent ook dat de film een enorme aantrekkingskracht heeft op kinderen tot 16 jaar. Zij vinden geweld meestal geweldig.

Toen ik 15 was, hield ik van James Bond films. Daarin zat ook geweld. Dat beperkte zich tot explosies en mensen die met een vertrokken gezicht zich op de grond lieten vallen wanneer ze “met kogels doorzeefd” werden. In combinatie met de opgetrokken wenkbrauw van Roger Moore en zijn ironische commentaar, drong het nauwelijks door dat het hier echt om geweld ging. Het kon net als het bloedeloze geweld uit westerns in de jaren vijftig door de beugel van de Hays code.

Expliciet geweld verscheen pas in de late jaren zestig op het witte doek en vooral in het begin van de jaren zeventig met de Godfather en Dirty Harry films. Ongetwijfeld had dit te maken met de oorlog in Vietnam. Het Amerikaanse publiek kreeg op televisie soms gruwelijke beelden te zien. Doordat de rauwe realiteit via de televisie in het bewustzijn doordrong en de verbeelding van de film had ingehaald, had de censuur van de Hays code geen bestaansrecht meer.

James Bond
het geweld bij James Bond in de jaren zestig beperkte zich meestal tot explosies. We raakten erop uitgekeken. Vanaf het begin van de jaren zeventig begon men in te zoomen: de bloederige gevolgen werden expliciet in beeld gebracht.

Nu ik 51 ben, heb ik een hekel gekregen aan gewelddadige films. Ik koester het kind in mijzelf en eigenlijk is dat kind nog steeds geschokt als het geweld ziet, ook al weet ik allang dat het “maar een film” is. Psychologisch gezien is er geen enkel verschil tussen een gespeelde en niet gespeelde werkelijkheid. We zien en horen hetzelfde, maar de schakelaar in ons hoofd bepaalt hoe we ons tegenover die beelden verhouden. Wie herinnert zich niet het moment van verbijstering bij de beelden van de brandende Twin Towers. Dit kwam zeer bekend voor, maar ditmaal was het geen rampenfilm.

Als ik niet van expliciet geweld hou, waarom kijk ik dan naar een film van Quentin Tarantino of de gebroeders Coen. Waarschijnlijk omdat ik mensen om mij heen heb, die deze films goed vinden. En omdat de filmcritici meestal lovend over deze regisseurs zijn. Ik wil ze graag begrijpen. Het gaat hen meestal niet primair om het geweld, dat zou hen immers degraderen tot primitieve mensen, maar om de intelligentie en humor van deze filmmakers.

Ik kan inderdaad niet ontkennen dat Pulp Fiction intelligent gemaakt is. Toch hou ik niet van Tarantino films. Zijn specialiteit is het stileren van haat, geweld, corruptie en kwaadaardigheid in sterke beelden en slimme dialogen. In het verhaal zit nauwelijks diepgang, of wordt er als ingrediënt aan toegevoegd in een poging om het niveau van de ordinaire actiefilm te ontstijgen. Tarantino‘s personages leven net als de superhelden uit stripverhalen in een zelfzuchtig en vijandig universum en houden elkaar op afstand met dodelijke blikken en plegen karaktermoord in gevatte dialogen. Het styling gel van Tarantino is zwarte humor, want alleen met geweld en boosaardigheid maak je geen verteerbare film.

Tarantino‘s personages leven net als de superhelden uit stripverhalen in een zelfzuchtig en vijandig universum en houden elkaar op afstand met dodelijke blikken en plegen karaktermoord in gevatte dialogen.

In Kill Bill 2 vertelt Bill (David Caradine) het verhaal van Pai Mei. Nu komt er toch wat diepgang in het verhaal, denk je. Het gaat over een Chinese priester, die duizend jaar geleden leefde. Hij wordt niet gegroet door een van zijn monniken. De priester is beledigd en wreekt zich op de monnik. Het ego is in zijn eer aangetast en neemt wraak. Het is de moraal van de mens die in zijn ego opgesloten zit, trots is en boos wordt als hij in zijn eer gekrenkt meent te worden. Je leert er helemaal niets nieuws van. Dat is waarschijnlijk ook niet de pretentie van Kill Bill 2. Of de les moet zich beperken tot dodelijke vechttechnieken.

Once upon a time in China, some believe, around the year one double-aught three, head priest of the White Lotus Clan, Pai Mei, was walking down the road, contemplating whatever it is that a man of Pai Mei’s infinite power contemplates – which is another way of saying “who knows?” – when a Shaolin monk appeared, traveling in the opposite direction. As the monk and the priest crossed paths, Pai Mei, in a practically unfathomable display of generosity, gave the monk the slightest of nods. The nod was not returned. Now was it the intention of the Shaolin monk to insult Pai Mei? Or did he just fail to see the generous social gesture? The motives of the monk remain unknown. What is known, are the consequences. The next morning Pai Mei appeared at the Shaolin Temple and demanded of the Temple’s head abbot that he offer Pai Mei his neck to repay the insult. The Abbot at first tried to console Pai Mei, only to find Pai Mei was inconsolable. So began the massacre of the Shaolin Temple and all sixty of the monks inside at the fists of the White Lotus.
 
Bron: imdb.com

Kill Bill 2 [ imdb.com ]