en The making of The man who knew too much
The man who knew too much, vooral bekend door het liedje Que sera, sera, is zeker niet mijn favoriete Hitchcock. Toch vond ik het fijn om er weer eens naar te kijken. Ik hou namelijk erg van “buitenopnamen” die in de filmstudio zijn gemaakt in combinatie met Technicolor. Deze Hitchcock zit er vol mee. Het begint al in de eerste “buitenscene”. James Stewart en Doris Day zitten samen met hun zoontje achterin de bus van Casablanca naar Marrakech. De bus vol Amerikaanse figuranten die zich als Marokkanen verkleed hebben, staat in de Paramount filmstudio en het Marokkaanse straatbeeld draait er als een polygoonjournaal (in Technicolor) achter. Dat is Genieten!
In The man who knew too much werd er ook op locatie gefilmd in Marokko. Als je de beelden van de Djeema el Fna in Marrakech ziet, heb je het gevoel door een National Geographic uit 1956 te bladeren. De folklore geeft deze film een exotische sfeer. Binnen het James Bond genre waar Hitchcock duidelijk op vooruit loopt, is dat een vast bestanddeel van het recept geworden. Ook de kolderieke scene waarin James Stewart in een werkplaats tussen de opgezette dieren belandt, is typisch Hitchcock, Alfred Hitchcock.
Hitchcock maakte de remake van The man who knew too much uit 1934 op aandringen van Paramount waarmee hij een contract had lopen. Drie jaar later zou hij iets dergelijks doen met North by Northwest (1959) waarin hij materiaal uit The 39 steps (1935) gebruikte. Sommige scenes uit het origineel van The man who knew too much nam hij letterlijk over, zoals de loop van een pistool die langzaam achter een gordijn vandaan komt en de camera zoekt.
The man who knew too much speelt zich op twee locaties af: Marrakech en Londen. Maar Londen zien we niet zoals Marrakech op een iconische manier. Geen Big Ben of Tower Bridge maar een klein treurig kerkje in een saaie Londense straat. Op themoviedistrict.com wist ik de Ambrose Chapel op te sporen. Tegenwoordig staat er op deze plek nieuwbouw.