Dagelijks archief: vrijdag 9 september 2016

Schama’s Citizens [ 1 ]

gelezen: Burgers – Kroniek van de Franse Revolutie (1989) van Simon Schama

CitizensIedere historicus weet dat zijn zicht op het verleden beperkt wordt door de bril van zijn eigen politieke overtuiging. Deze vooringenomenheid maakt objectieve geschiedschrijving onmogelijk. Naast de bril van zijn politieke overtuiging kijkt de historicus ook door de bril van zijn tijd. De historiografie beweegt zich in een dimensie die de geschiedenis kwadrateert en houdt zich bezig met de geschiedenis van de geschiedenis.

Wanneer we vanuit de historiografie naar de Franse Revolutie kijken, dan zien we duidelijk hoe er na de Tweede Wereldoorlog een sterke revisie is onder historici. Tot in de twintigste eeuw werd de Franse Revolutie vooral positief beoordeeld. De negentiende eeuw werd in deze visie geboren uit de Franse Revolutie. De geest van de revolutie kon uiteindelijk niet meer terug in de fles en er ontstond een nieuwe burgerlijke wereld waarin allerlei emancipatiebewegingen streefden naar gelijke rechten voor alle mensen.

Maar na de vernietigende gevolgen van totalitaire regimes in de eerste helft van de twintigste eeuw, kregen historici ook meer oog voor de duistere kanten van de Franse Revolutie. Had deze ook niet indirect de totalitaire ideologieën van de twintigste eeuw voortgebracht? In de Franse Revolutie kun je de Verklaring van de Rechten van de Mens (aanvankelijk nog man!) en Burger niet scheiden van de Terreur die erop volgde.

Het boek Citizens – a chronicle of the French Revolution van Simon Schama uit 1989, past helemaal in de revisionistische visie. Deze visie komt voor een groot deel overeen met de conservatieve visie die in Engeland een lange traditie heeft, sinds Edmund Burke in 1790 zijn Reflections on the Revolution in France schreef. Het was dus voorspelbaar dat in 1989 marxistisch georiënteerde historici als Eric Hobsbwam (1917-2012) en Morris Slavin (1913-2006) het roerend met Schama oneens zouden zijn.

Net als 1789 bleek 1989 ook een kanteljaar in de geschiedenis. Toen Schama aan Citizens – a chronicle of the French Revolution werkte, kon hij nog niet weten dat in het najaar van 1989 de Berlijnse muur zou vallen en kort daarop ook het communisme. Hij schreef zijn boek dus niet in de euforie van het neo-liberalisme die begin jaren negentig het internationale politieke debat zou kleuren. Maar ook van de terugkeer van genocide in Europa halverwege de jaren negentig, had hij tijdens het schrijven nog geen weet.

Schama ziet het geweld als de drijvende kracht achter de Revolutie. Ergens doet hij de boude stelling dat het geweld van La Grande Terreur in wezen niet verschilde van het geweld van 1789, alleen lag het aantal slachtoffers tijdens de Terreur veel hoger. Ik kan Schama daarin goed volgen. In het voorjaar van 1789 waren er al enkele uitbarstingen van volkswoede, die culmineerden in de bestorming van de Bastille op 14 juli. Telkens was er sprake van figuren die het volk opstookten die met een uiterst actueel woord “haatpredikers” genoemd kunnen worden. Vanaf 1789 loopt de volksjustitie met weerzinwekkende lynchpartijen als een rode draad door de Franse Revolutie. Als Marat nu zou leven, dan noemden we hem een haatzaaier. En Philippe Egalité zou nu doorgaan voor een populist.

Als Marat nu zou leven, dan noemden we hem een haatzaaier. En Philippe Egalité zou nu doorgaan voor een populist.

Toen Citizens in 1989 was verschenen, volgde er direct een reactie van Morris Slavin, de marxistisch georiënteerde emeritus hoogleraar van de Youngstown State University in Ohio. Hij sprak het onbetwiste verteltalent van Simon Schama niet tegen, maar had harde kritiek op de inhoud. Schama zou helemaal vanuit het gezichtspunt van de slachtoffers van de revolutionairen hebben geschreven en weinig sympathie voor de daders hebben, die vaak niet minder slachtoffer van de Franse Revolutie werden. Want het gegeven dat de revolutie haar eigen kinderen opeet, werd al heel snel pijnlijk bewaarheid. Slavin verwijt Schama wat destijds Paine Burke verweet: “He pities the plumage, but forgets the dying bird.”

De Engelse, eveneens marxistisch georiënteerde, historicus Eric Hobsbawm vond dat Citizens in de Engelse traditie past die met de geschriften van Edmund Burke en Thomas Carlyle in gang gezet is en die met name door A Tale of Two Cities (1859) van Charles Dickens in de populaire cultuur is doorgesijpeld. Schama heeft volgens Hobsbwam teveel oog voor het geweld en de terreur en niet voor de positieve kanten van de Franse Revolutie.

Tenslotte schreef de Amerikaans-Roemeense historicus Eugen Weber (1925-2007) in 1989 een recensie voor de New York Times waarin hij veel minder scherp oordeelt over Citizens dan Hobsbawm en Slavin.

Kroniek van de Franse Revolutie door Simon Schama (vert. v. Citizens, A Chronicle of the French Revolution, New York, Knopf, 1989), Amsterdam, Contact, 2000 [Olympus paperback, 920 p., € 17,50; in 1989 verschenen als Burgers]

Citizens [ en.wikipedia.org ]