door mijn oud-leraar Nederlands Andre van Dijk
rendez-vous in Maastricht
door mijn oud-leraar Nederlands Andre van Dijk
Een dag op de TEFAF loopt van 11.00 tot 19.00 uur. Om alles te kunnen bekijken, heb je in ieder geval twee dagen nodig en nog beter drie dagen. Michaela en ik hadden vrijdag zes uur: van kwart voor een tot kwart voor zeven. We moesten dus een keuze maken en kozen voor werken op papier (oude handschriften en grafiek) en voor traditionele schilderkunst en iconen. In die categorieën waren een kleine zestig stands van kunsthandels te bekijken. Gemiddeld hadden we dus vijf minuten per kunsthandel. Dat is natuurlijk weinig, maar voor een bezoek aan de TEFAF is het toch nog veel. Met ruim 280 stands zou bij een voltijds bezoek van acht uur de gemiddelde tijd voor een bezoek aan een kunsthandel nog geen anderhalve minuut zijn. Uiteraard liepen de bezoektijden uiteen. Voor sommige kunsthandels uit onze selectie namen we tien minuten de tijd, voor anderen nog geen minuut.
De kunsthandels waar we langer de tijd voor namen, waren de specialisten in oude handschriften, iconen en een paar galeries met oude meesters. Bijvoorbeeld De Jonckheere uit Genève (stand 340) en Sanct Lucas uit Wenen. Beide kunsthandels zaten naast elkaar op de hoek van “het Vrijthof” een van de grotere kruispunten op de TEFAF. Op de tweede foto hierboven de hoek van Sanct Lucas met een puntgave De Hondecoeter.
Bij De Jonckheere zagen we Vlaamse meesters in een topconditie: een uiterst gedetailleerd nature morte met insecten van Jan van Kessel uit 1653. Maar ook een honderd jaar ouder fantasielandschap van Herri met de Bles. Daarnaast een boslandschap van Alexander Keirincx en een bijzonder fraai miniatuur van de Heilige Familie van Marcellus Coffermans (25×19 cm) uit de tweede helft van de zestiende eeuw.
Grafiek zagen we bij Stephane Clavreuil (stand 721) uit Londen, Nicolaas Teeuwisse (stand 723) uit Berlijn, Helmut Rumbler (stand 369) uit Frankfurt am Main. Bij bovengenoemde galeries kocht of kreeg ik een grafiekcatalogus. Grafiek behoort tot de betaalbare kunst van de TEFAF, al leg je voor een droge naald van Rembrandt uit 1636 van 10,4 bij 9,4 centimeter toch nog ruim een halve ton neer.
Na de afdelingen Works on Papers en Painting besloten we nog een ronde te maken door de andere afdelingen om een globale indruk van de hele TEFAF 2018 te krijgen. Modern, Ancient Art, Tribal en Design deden we op zevenmijlslaarzen, voor Antiques namen we iets meer de tijd. De twee Nederlandse kunsthandels Toth (stand 236) uit Huizen en Morsink (stand 139) uit Amsterdam bekeken we vrij aandachtig omdat beide galeries in iconen gespecialiseerd zijn. Iconen in een museum of galerie is voor ons altijd een vervreemdende ervaring. Eigenlijk zijn iconen gebruiksvoorwerpen die vereerd (lees: aangeraakt en gekust) behoren te worden. Maar in de context van een museum of galerie wordt een icoon een kunstvoorwerp. En dan is het uiteraard: “don’t touch“.
Erg onder de indruk waren we van de oude handschriften op de TEFAF: Les Enluminures (stand 273) uit New York, Stephane Clavreuil (stand 721) uit Londen en Dr. Jörn Günther Rare Books (stand 109) uit Basel. Bij de laatste kunsthandel zagen we miniaturen van vijfhonderd jaar oud, zo fris alsof de gouache net was opgedroogd.
Vijf jaar geleden liet ik hier een gravure uit 1738 zien van Charles-Nicolas père Cochin (1688-1754) naar een ontwerp van Jacques de Lajoüe (1687-1761). Van La Pharmacie bestaat nog een andere versie met een rechthoekig kader. Deze versie kwam ik op de TEFAF tegen bij kunsthandel Nicolaas Teeuwisse uit Berlijn. Deze kopergravure kost 8.500 Euro.
Nicolaas Teeuwisse heeft nog andere kopergravures uit de achttiende eeuw in stock, o.a. onderstaande prent uit de serie De vier Elementen van Johann Wolfgang Baumgartner (1702-1761).
Een andere meestergraveur uit de achttiende eeuw was Gottfried Bernhard Göz (1708-1774) van wie Teeuwisse zeven kopergravures van heeft. Ze werden vervaardigd in 1742.