Vele woestijnvaders zijn op het einde van hun leven, na een lange ascese van vechten tegen negatieve gedachten en emoties, naar diepe mildheid toegegroeid. Denken we maar aan het verhaal van de christelijke monnik Silouan. Na jaren vechten tegen demonen, tegen storende gevoelens van woede, jaloersheid, luiheid, haat, krijgt hij op een nacht een bijzondere ingeving, waardoor zijn innerlijk leven een andere wending krijgt.
„Er waren vijftien jaar verstreken sinds de dag waarop de Heer aan hem verschenen was. En zie, op een keer tijdens een van die kwellende nachtelijke worstelingen met de demonen, toen het hem ondanks alle inspanningen niet lukte om onverstrooid te bidden, stond Silouan van zijn krukje op en begon manden te maken. Opeens zag hij de kolossale gestalte van een demon die voor de iconen stond in afwachting dat er voor hem gebogen zou worden: zijn cel was vol met demonen. Vader Silouan ging weer op zijn kruk zitten, met gebogen hoofd en met pijn in zijn hart sprak hij toen dit gebed: “Heer, Gij ziet dat ik onverstrooid tot U wil bidden, maar de demonen beletten mij dit. Leer mij wat ik moet doen opdat zij mij niet hinderen.“ En in zijn ziel werd hem het antwoord gegeven: “De trotse mens heeft altijd op die wijze van de demonen te lijden“. “ Heer“, sprak Silouan, “leer mij wat ik doen moet, opdat mijn ziel nederig mag worden“. En opnieuw kwam het antwoord van God in zijn hart: “ Hou je geest in de hel en wanhoop niet“.
Nederigheid betekent waarheid: „zien wat is„. Als je weerstand en zelfveroordeling loslaat, is er gewoon plaats voor wat is. Het vraagt moed om de waarheid van je eigen hart te leren zien, om de confrontatie met licht én schaduw, engelen én demonen aan te gaan. Trots zijn wil juist zeggen: er weerstand tegen bieden, ertegen vechten. Hierdoor zullen de demonen nog sterker worden. Als je, bijvoorbeeld, vecht tegen angst, zal de angst nog meer macht over je krijgen. „Hou je geest in de hel„ wil zeggen: vlucht niet, vecht niet, wees aanwezig, hou je hart open in de pijn en wanhoop niet .
„Er waren vijftien jaar verstreken sinds de dag waarop de Heer aan hem verschenen was. En zie, op een keer tijdens een van die kwellende nachtelijke worstelingen met de demonen, toen het hem ondanks alle inspanningen niet lukte om onverstrooid te bidden, stond Silouan van zijn krukje op en begon manden te maken. Opeens zag hij de kolossale gestalte van een demon die voor de iconen stond in afwachting dat er voor hem gebogen zou worden: zijn cel was vol met demonen. Vader Silouan ging weer op zijn kruk zitten, met gebogen hoofd en met pijn in zijn hart sprak hij toen dit gebed: “Heer, Gij ziet dat ik onverstrooid tot U wil bidden, maar de demonen beletten mij dit. Leer mij wat ik moet doen opdat zij mij niet hinderen.“ En in zijn ziel werd hem het antwoord gegeven: “De trotse mens heeft altijd op die wijze van de demonen te lijden“. “ Heer“, sprak Silouan, “leer mij wat ik doen moet, opdat mijn ziel nederig mag worden“. En opnieuw kwam het antwoord van God in zijn hart: “ Hou je geest in de hel en wanhoop niet“.
Nederigheid betekent waarheid: „zien wat is„. Als je weerstand en zelfveroordeling loslaat, is er gewoon plaats voor wat is. Het vraagt moed om de waarheid van je eigen hart te leren zien, om de confrontatie met licht én schaduw, engelen én demonen aan te gaan. Trots zijn wil juist zeggen: er weerstand tegen bieden, ertegen vechten. Hierdoor zullen de demonen nog sterker worden. Als je, bijvoorbeeld, vecht tegen angst, zal de angst nog meer macht over je krijgen. „Hou je geest in de hel„ wil zeggen: vlucht niet, vecht niet, wees aanwezig, hou je hart open in de pijn en wanhoop niet .
Bron: hantayo.nl