Dagelijks archief: donderdag 5 november 2009

Rembrandt spreekt

aan het lezen in Rembrandt spreekt (2006) door Rudi Fuchs

FuchsIn het Rembrandtjaar 2006 werden aan de Rembrandt-bibliotheek weer vele tientallen nieuwe uitgaven toegevoegd. Een daarvan was het boek Rembrandt spreekt van Rudi Fuchs. Uitgeverij De Bezige Bij heeft na afloop van het Rembrandtjaar de oplage naar De Slegte laten overbrengen en daar ligt het boek nu al een tijdje in de ramsj. Fuchs is misschien geen echte Rembrandt-kenner maar hij is wel iemand die zich goed kan inleven in Rembrandt‘s schilderijen en schrijft daar aanstekelijk over. Door aandachtig te kijken en de schilderijen als het ware te reconstrueren, slaagt hij erin contact te krijgen met de meester zelf.

Daarom heet zijn boek Rembrandt spreekt. Door scherpe waarneming probeert hij de gedachten van de meester af te luisteren en hem zo aan het woord te krijgen. Inmiddels heb ik twee hoofdstukken gelezen over de jonge Rembrandt. Aan de hand van Rembrandt‘s eerste historieschilderij De Steniging van Stefanus uit 1629 laat Fuchs zien hoe Rembrandt als 23-jarige zijn leermeester Pieter Lastman weliswaar nog volgt, maar zich tegelijkertijd begint los te maken met gedurfde keuzen die van zijn genie getuigen.

de Steniging van Stefanus 1629
De Steniging van Stefanus 1629
Er spookte van alles
in zijn hoofd – de prenten
van Rafaël en Michelangelo –
en toen kwam het idee van
het grote donkere silhouet
van een ruiter tevoorschijn

Rudi Fuchs – Rembrandt Spreekt

Ik kan alleen gissen naar het moment waarop Rembrandt op dat krachtige silhouet van ruiter en paard is gekomen. Hij is, denk ik, begonnen met de figuur van Stefanus en de stenengooiers vlak achter de martelaar: dat is de meest traditionele groepering van de figuren, het meest Lastman. Dat was ook precies zijn probleem. Als het schilderij zo verder ging, wist hij, zou het een kundige maar tamme bedoening worden, terwijl hij juist bezig was met een onderwerp dat hem zo veel gelegenheid bood tot drama. Maar wat voor drama dan? Bij Lastman, had hij vastgesteld, moest je de dramatiek er eigenlijk bij denken als je naar de zorgvuldig en gedegen geschilderde vertelling keek. In het schilderen zelf, in opzet en uitvoering, gebeurde niets explosiefs. Lastman had hem verteld van Caravaggio in Rome. Er spookte van alles in zijn hoofd – de prenten van Rafaël en Michelangelo – en toen kwam het idee van het grote donkere silhouet van een ruiter tevoorschijn. Door die figuur zo dwars en radicaal, bijna buiten proportie, tegen de rest aan te zetten, kwam het schilderij toch nog dramatisch tot leven.
 
Het was de beslissende wending. Dat markante moment was nog niet aanwezig, denk ik, in Rembrandt eerste ontwerp; hij vond het onderweg, toen zijn schilderij vast begon te lopen en hij moest iets verzinnen; toen hij het gevonden had, leek het of het al die tijd voor de hand had gelegen. Alles viel op zijn plaats. Ongeveer zo moet het zijn gegaan. De Steniging van Stefanus vond zijn uiteindelijke vorm in een vrijwel onontwarbare samenloop van ingevingen en toevalligheden. Het optreden van de donkere ruiter, zo nadrukkelijk op de voorgrond, maakte van de eigenlijke steniging een tweede tafereel, terwijl het tegelijkertijd dat drastische contrast in belichting introduceerde. Die noodgrepen hadden zeker een effect, maar ik denk dat Rembrandt zich ook moet hebben gerealiseerd dat de Steninging vooral maatwerk was.
 
Bron: Rudi Fuchs in Rembrandt spreekt blz. 89 en 90

Rudi Fuchs als schrijver over beeldende kunst
Vanaf 1962 is Fuchs tevens actief als kunstcriticus; in eerste instantie schreef hij voor het Eindhovens Dagblad. Vanaf 1967/68 was hij criticus en columnist voor De Gids en voor NRC Handelsblad. Fuchs heeft veel artikelen over Nederlandse en buitenlandse kunstenaars gepubliceerd. Hij is auteur van boeken over onder meer Karel Appel en over Rembrandt en de Nederlandse Schilderkunst. (Bron: nl.wikipedia.org)