Maandelijks archief: juli 2015

duistere dichteres

opnieuw gezien: Sylvia (2003)
biopic over Sylvia Plath

DVD SylviaIn 2007 zag ik voor het eerst de biopic over de Amerikaanse dichteres Sylvia Plath (1931-1963). Gisteren keek ik voor de derde maal. Het tragische einde van Sylvia was een gevolg van haar verlatingsangst in combinatie met de ontrouw van haar man, de Engelse dichter Ted Hughes (1930-1998). Na haar zelfmoord in 1963 werd Sylvia Plath een icoon.

Wat is dat toch met dichters en zelfmoord? De spreekwoordelijke gevoelige ziel die niet tegen het leven is opgewassen? Meestal blijkt de gevoeligheid van ziekelijke aard: een depressie, angstneurose of onverwerkt trauma. Bij Sylvia Plath was dat trauma de dood van haar vader toen je negen jaar oud was. Toen haar man vreemd ging, stortte haar wereld in. Haar moeder had haar schoonzoon nog zo gewaarschuwd: “Wees goed voor mijn dochter.”

Wat is dat toch met dichters
en zelfmoord?

Overigens heeft Ted Hughes zijn portie wel gehad. Zijn minnares Assia Wevill imiteerde in 1969 “met succes” de zelfmoord van Sylvia Plath. Ze verstikte zichzelf met het gas van haar oven. Sylvia liet haar beide kinderen bewust in leven, maar Assia nam het dochtertje van haar en Ted mee in de dood.

Sylvia [ imdb.com ]

huilende hyena

opnieuw gezien: The good, the bad and the ugly (1966)

The good, the bad and the uglySpaghetti-westerns worden gemaakt door Italianen die Sergio heten. De vader van de Spaghetti-western is natuurlijk Sergio Leone (1929-1989). Minder bekend is Sergio Corbucci (1926-1990). Hij maakte in 1966 Django die bijna net zo legendarisch geworden is als zijn jaargenoot The good, the bad and the ugly. Drie weken geleden overleed Sergio Sollima (1921-2015), de oudste van de drie Sergio‘s. Zijn spaghetti-westerns waren meestal politiek getint. Slechterik Lee van Cleef speelde in 1967 in The Big Gundown, maar deze film van Sollima is in Nederland nauwelijks bekend.

Gisterenavond zag ik voor de zoveelste keer The good, the bad and the ugly. Het is de afsluiting van de zogenaamde dollarstrilogie. Sergio Leone perfectioneert de stijl die twee jaar later in C’era una volta il West (1968) zijn hoogtepunt bereikt. Met name de beginscènes van beide films vatten Leone‘s klassieke stijl samen: het trage tempo, de montage met afwisseling van extreme close ups en totaalshots, de verlatenheid en stilte van het droge landschap, het sombere mensbeeld en de zwarte humor.

The good, the bad and the ugly
Clint Eastwood in Il buono, il brutto, il cattivo

De score van Ennio Morricone is een klassiek voorbeeld van de volmaakte filmmuziek: beeld en muziek versterken elkaar wederzijds.

This movie is the most famous of all of Leone’s work, largely because of the incredible Ennio Morricone score featuring the modulated screaming in the main theme that is the most instantly recognizable western theme of all time. There are only a few pieces of film scores that have risen beyond the films they are associated with to become part of our culture (the stabbing music in Psycho, for example), and this is one of a very select group. Morricone’s theme was the attempt to recreate a hyena’s cry, and while most people don’t recognize a hyena, the pure energy and aggressiveness of the scream is a powerful motif in the film that Leone uses to good advantage, punctuating scenes with them throughout his film.
 
Bron: fistful-of-leone.com

The good, the bad and the ugly [ imdb.com ]

metafysische navelstreng

de inleiding gelezen van : de esthetische revolutie
het ontstaan van het moderne autonome kunstbegrip (2015) van Arnold Heumakers

de esthetische revolutieBegin april plaatste ik de esthetische revolutie bovenaan op mijn verlanglijstje. Ik was toen vergeten dat ik bij het verschijnen van Goethe – Kunstwerk des Lebens van Rüdiger Safranski twee jaar geleden de Nederlandse vertaling prioriteit had gegeven. Dus ben ik nu nog aan het lezen in de vertaling van Mark Wildschut die eind mei verscheen. Maar het boek van Arnold Heumakers is al in huis en ik kon het niet laten de inleiding alvast te lezen. Overigens staan in de literatuurlijst van dit boek vier titels van Safranski vermeld, waaronder zijn biografie over Goethe en Romantik. Eine Deutsche Affaire.

In de inleiding van de esthetische revolutie las ik een zin die mij op het lijf geschreven is: “Sinds we de metafysische navelstreng met de eeuwigheid hebben doorgeknipt, vinden we onze diepte nog alleen in de geschiedenis.” In de negentiende eeuw werd de geschiedenis een substituut voor de religie. Het historiseren leidde niet alleen tot een objectiveringskoorts (“wie es eigentlich gewesen ist”) en het verwetenschappelijken van het verleden, maar ook tot de evolutietheorie van Darwin. In plaats van een schepsel van een persoonlijke God, werd de mens het product van natuurlijke selectie, voor de een “een schitterend ongeluk” en voor de ander “een bedrijfsongeval van de natuur”. Dat is de consequentie wanneer we onze “metafysische navelstreng met de eeuwigheid” doorknippen en onze longen zich volzuigen met objectieve wetenschap.

Sinds we de metafysische navelstreng met de eeuwigheid hebben doorgeknipt, vinden we onze diepte nog alleen in de geschiedenis.
Michaud
Hippolyte Michaud La Mansarde, 1865
Via sprankelende en diepgaande analyses van dichters en denkers als Shaftesbury, Baumgarten, Rousseau, Kant, Hamann, Hemsterhuis, Herder, Moritz, Schiller, Goethe, Schlegel, Novalis en vele anderen beschrijft Arnold Heumakers het ontstaan en de ontwikkeling van het romantisch-moderne kunstbegrip. Op magnifieke wijze laat hij in De esthetische revolutie zien hoe autonomie en engagement, deze schijnbare tegenpolen, tot op de dag van vandaag bepalen hoe wij kunst en literatuur ervaren.
 
Bron: boomfilosofie.nl