nog tot 19 juni 2016 in het Koekkoekhuis in Kleef
Cornelis Lieste (1817-1861) is bij het grote publiek in Nederland waarschijnlijk meer bekend als de betovergrootvader van (Joost Zwagerman) dan als landschapsschilder. Volgend jaar is het tweehonderd jaar geleden dat hij in Haarlem geboren werd. Hij werd niet ouder dan 44 jaar en schilderde in de jaren vijftig van de negentiende eeuw tijdens de overgang van de romantiek naar het realisme.
Bron: koekkoek-haus.de
Lieste stond tussen de Romantische School en de schilders van Barbizon (en Oosterbeek) in. Deze laatsten verwierpen het romantische plaatje en trokken erop uit om de natuur op heterdaad te betrappen. Atmosfeer was veel belangrijker dan het detail. B.C.Koekkoek , die in de jaren veertig gevierd werd als de “prins van de landschapsschilders”, raakte na 1850 op zijn retour. De generatie na hem hield ermee op om elk blaadje te schilderen en elke verfstreek onzichtbaar te maken. Een landschap moest niet geïdealiseerd worden, maar je moest via het schilderij het landschap kunnen beleven zoals het werkelijk was, in al zijn rauwheid. Daar hoorde dus ook een rauwere penseelvoering bij.
Omstreeks 1854 bezocht Cornelis Lieste de Italiaanse-Zwitserse stad Chiavenna en omgeving. Net als Nietzsche die bijna dertig jaar later in het nabijgelegen Sils Maria aan zijn Zarathustra schreef, moet hij verrukt geweest zijn van het woeste en ongeciviliseerde landschap. Hier was de natuur helemaal zichzelf zoals op de landschappen van de Hudson River School: majestueus maar onverschillig voor het lot van de mens. Dit realisme trof ik aan op een schilderij dat Lieste maakte van een waterval in de buurt van Chiavenna en ik besloot er een olieverfschets van te maken. Ik was vooral getroffen door de delicate tonen tussen violet en lila.
Der Schmadribachfall (1821) van Joseph Anton Koch en Der Watzmann van Ludwig Richter(1824)