Dagelijks archief: donderdag 5 augustus 2010

de geest van de Middeleeuwen

de Boze Boodschap van Nosferatu, Phantom der Nacht (1979)

Schrijver Maarten ‘t Hart koos afgelopen zondagnacht na Zomergasten voor de film Nosferatu van Werner Herzog uit 1979. Deze film leunt zwaar op de klassieker Nosferatu, eine Symphonie des Grauens van Friedrich Wilhelm Murnau uit 1922. Een paar sterke scenes uit het origineel heeft Herzog zelfs letterlijk geciteerd. Het tijdsbeeld van de Biedermeier wordt in deze film mooi samengeweven met het gestyleerde beeld van de expressionistische film. Isabelle Adjani die de rol van Lucy speelt, lijkt wel een filmdiva uit 1915. Dat wordt nog eens versterkt door de sjabloonachtige weergave van emoties.

Nosferatu
Nosferatu met Isabelle Adjani als Lucy

Nosferatu van Werner Herzog en de gothic novel van Bram Stoker uit 1897 zijn verschillend, maar toch is de essentie van het vampierverhaal hetzelfde. Net als bij de versie van Francis Ford Coppola uit 1992 heeft het verhaal mij weer aan het denken gezet. Dracula is de afgelopen honderd jaar meer dan 200 keer verfilmd, waardoor het een cliché geworden is dat het publiek heeft afgestompt. Maar Herzog probeert weer tot de kern van het verhaal door te dringen en vertelt het op een trage, bijna meditatieve manier. De score van o.a. Popol Vuh versterkt de sfeerbeelden. Gemakkelijke schrikeffecten laat Herzog achterwege. Voor veel horrorliefhebbers mag deze film misschien saai zijn, maar hij kruipt wéll onder de huid. Hoewel Dracula een modern verhaal (1897) is, is het gebaseerd op oude volksverhalen die voortkomen uit volks bijgeloof.

Sinds we met de Verlichting afscheid hebben genomen van ‘de Middeleeuwen’, hebben we de duistere en onzichtbare wereld van demonische wezens verbannen naar de periferie van onze belevingswereld: de schijnwereld van de gothic novel en de horrorfilm. In ‘de moderne tijd’ kunnen we nog moeilijk in het bestaan van demonen geloven, maar onze angst voor demonen is nog niet helemaal verdwenen. Dat maakt het mogelijk om in onszelf de grens van onze bestaanszekerheid op te zoeken en te huiveren. Het is eigenlijk vreemd dat je kunt genieten van rillingen over de rug. De griezelfilm roept op een veilige manier de sensatie van doodsangst op. Dat kan ook een gevoel van macht geven. Want we laten ons even helemaal onderdompelen in onze angst, terwijl we vooraf en achteraf weten dat het ‘maar een film’ is en dat we weer uit onze angst zullen komen. Behalve als we er IN zitten, wordt de film écht. Op dat moment ervaren we dat ‘de Middeleeuwen’ er nog steeds zijn. De waarschuwing “ga er niet heen, want het spookt er!” is in ‘de Middeleeuwen’ van levensbelang net als het radiobericht “er is een spookrijder op de A12 gesignaleerd” in ‘de moderne tijd’. Demonen op de buis zijn amusement wanneer we niet geloven in hun bestaan, terwijl er intussen angst en twijfel blijft, als een restant van ‘de Middeleeuwen’ in ons bewustzijn.

In ‘de Middeleeuwen’ wordt het bestaan van demonen die in allerlei gedaanten kunnen veranderen serieus genomen. De Middeleeuwse wereld is eigenlijk zo bedreigend dat je elk moment wel van angst zou kunnen sterven. Maar in ‘de Middeleeuwen’ ervaart de mens ook bescherming door het geloof. Het christelijk geloof leert de overwinning op de dood door het Kruis en door de Opstanding van Christus. Dit geloof is in Dracula nog terug te vinden: vampiers verdragen geen daglicht, kruis(teken) en hostie. Het overwinning dragende kruis, en daarmee ook het christelijk geloof, speelt in de vampierroman dus nog wel een rol. Maar het Dracula is er niet om ons bij het christelijk geloof te brengen, maar om ons te ‘amuseren’ met een Boze Boodschap. Het griezelverhaal wil onder de huid kruipen en ons de stuipen op het lijf jagen. Herzog gebruikt geen goedkope schrikeffecten, maar laat het kwaad langzaam neerdalen en steeds dieper op ons inwerken. Tenslotte laat hij het verhaal slecht aflopen. Eigenlijk is Nosferatu een negatief evangelie: het gaat niet om onze redding maar om onze verdoemenis in een hel waar we geen daglicht kunnen verdragen en waar we ‘s nachts altijd moeten blijven leven. “Niet de dood is het ergste dat we vrezen moeten”, zegt graaf Dracula tegen Jonathan Harker, “maar áltijd moeten blijven leven, dát is ondragelijk.” Graaf Dracula spreekt hier als de demon uit Die fröhliche Wissenschaft van Nietzsche :

„Das grösste Schwergewicht. – Wie, wenn dir eines Tages oder Nachts, ein Dämon in deine einsamste Einsamkeit nachschliche und dir sagte: „Dieses Leben, wie du es jetzt lebst und gelebt hast, wirst du noch einmal und noch unzählige Male leben müssen; und es wird nichts Neues daran sein, sondern jeder Schmerz und jede Lust und jeder Gedanke und Seufzer und alles unsäglich Kleine und Grosse deines Lebens muss dir wiederkommen, und Alles in der selben Reihe und Folge – und ebenso diese Spinne und dieses Mondlicht zwischen den Bäumen, und ebenso dieser Augenblick und ich selber. Die ewige Sanduhr des Daseins wird immer wieder umgedreht – und du mit ihr, Stäubchen vom Staube!“ – Würdest du dich nicht niederwerfen und mit den Zähnen knirschen und den Dämon verfluchen, der so redete?
 
Bron: Die fröhliche Wissenschaft, Viertes Buch, Aphorismus 341 (KSA 3, S. 571)
Time is an abyss… profound as a thousand nights… Centuries come and go… To be unable to grow old is terrible… Death is not the worst… Can you imagine enduring centuries, experiencing each day the same futilities…

Count Dracula

De Ewige Wiederkunft is overigens een oeroude gedachte en Nietzsche lijkt deze via Schopenhauer aan de Indische filosofie ontleend te hebben. Graaf Dracula spreekt over de kwelling van het eeuwige leven zonder verlossing.

Rad van Reïncarnatie
het boeddhistische Rad van Reïncarnatie wordt vastgehouden door een demon met vampiertanden

Dracula is een even populair als angstaanjagend verhaal, al dringt het angstaanjagende maar moeilijk tot je door zolang je de realiteit van de hel niet echt serieus neemt. Het geloof in een hiernamaals, opgesplitst in een hemel en een hel is in de loop van de 20e eeuw sterk afgenomen. Dood is dood. Punt uit. Het leven is gewoon genieten op aarde zolang je (nog) kunt. Net als die dansende mensen op de markt in Delft in Nosferatu. De stad is letterlijk voor driekwart uitgestorven en de laatste overlevenden die al ten dode opgeschreven zijn, volgen de wijsheid van de dwaas: “Probeer er, naar eigen goeddunken, maar het beste van te maken!” Er wordt nog ‘genoten’ van een galgenmaal tussen de ratten en daarna is de game over.

Dit beeld van de dansende pestlijders uit Nosferatu, is een griezelige metafoor van onze wereld. In plaats van een gebed om bescherming van de ziel, gaat het lichaam nog één keer helemaal los in genotzoekerij. De wanhoop en de doodsangst worden bedekt met wegkijken, jagen op genot en ‘amusement’.

Nosferatu Phantom der Nacht