Maandelijks archief: februari 2011

rook op het water

zaterdag gezien in Classic Albums: Machine Head (1972)

machine headHet programma Classic Albums dat de VPRO op zaterdagavond op Nederland 3 uitzendt, is pure nostalgie voor vijftigplussers. Begin jaren zeventig was deze veertigplusser het kleine broertje van grote broer die in zijn aangrenzende puberhol Machine Head grijs draaide. In de documentaire uit 2002 haalden Ritchie Blackmore, Ian Gillan, Roger Glover, Jon Lord en Ian Paice herinneringen op aan de opnamen van dit legendarische Deep Purple album. Natuurlijk ging het ook over Smoke on the water en de brand in het Victoriaanse casino van Montreux. Roger Glover liet vanachter het mengpaneel de verschillende tracks horen en verklaarde dat de sound van Deep Purple vooral te danken is aan het virtuoze gitaarspel van Ritchie Blackmore, de strakke drums van Ian Paice en het bedwelmende spel van Jon Lord op zijn Hammondorgel. Wel jammer dat deze documentaire mijn favouriete nummer Lazy niet liet horen met de lange intro van John Lord en Ritchie Blackmore. Daarom keek ik nog eens naar een liveregistratie uit 1972 op Youtube…

Lazy Machine Head Tour 1972
Smoke on the water
Op 4 december 1971 kwamen gitarist Ritchie Blackmore, zanger Ian Gillian, bassist Roger Glover, keyboardspeler John Lord en drummer Ian Paice aan in Montreux, Zwitserland, om te beginnen aan de opnames van Machine Head. Een gehuurde mobiele studio van de Rolling Stones stond geparkeerd buiten het Montreux Casino, in die tijd een reguliere stop in het Europese live circuit.
 
Montreux, 4 december 1971Die middag gaven Frank Zappa & The Mothers een matineeconcert. Tijdens de show schoot iemand (‘some stupid with a flare gun’) een lichtkogel af in de zaal, waarna het houten plafond vlam vatte. Het casino brandde tot de grond toe af, Enkele bandleden waren afwezig bij het concert, anderen keken vanuit hun hotelkamer aan de andere kant van het meer van Geneve en zagen de rook over het meer trekken.
 
Eigenaar (Funky) Claude Nobs, als organisator van het Montreux Jazz Festival ook de Zwitserse Jan Smeets, vond een nieuwe plek voor de groep. Daar werden ze echter na een paar dagen al weer uitgezet door de politie. Dit omdat half Montreux kon meegenieten van de eerste sessies van Smoke On The Water. Uiteindelijk bleek het voor het seizoen gesloten Grand Hotel de enige plek met enige grandeur waar ze nog terecht konden. Bassist Roger Glover kwam op de proppen met de titel Smoke On The Water. Die titel was in een droom tot hem gekomen. Hij twijfelde nog of ze hem wel moesten gebruiken, omdat het misschien te veel naar wiet roken verwees. Deep Purple was een anti-drugs band.
 
Bron: 3voor12.vpro.nl

Deep Purple – Machine Head
Highway Star 6:05
Maybe I’m a Leo 4:51
Pictures of Home 5:03
Never Before 3:56
Smoke on the Water 5:40
Lazy 7:19
Space Truckin’ 4:31

Machine Head [ en.wikipedia.org ]

van afkeer naar ommekeer

herlezen: voorwoord van J.-K.Huysmans bij A rebours uit 1903

J.-K.HuysmansHet is een feest van herkenning om het voorwoord te lezen dat J.-K.Huysmans bijna twintig jaar na het verschijnen van A rebours in 1903 schreef. Als jonge kunststudent vond ik in de jaren 1984-85 in de decadent Des Esseintes uit A rebours een geestverwant. Deze fijnbesnaarde zonderling uit het fin de siècle had zich uit walging voor de maatschappij afgezonderd in een landhuisje in Fontenay waar hij zich omringd had met boeken en beeldende kunst. A rebours is een plotloze roman over slechts één persoon. De veertien hoofdstukken die het boek telt, zijn een soort inventarisatie van zintuigelijke waarnemingen die Des Esseintes in zijn passies gecultiveerd heeft: Latijnse, kerkelijke en wereldlijke literatuur, beeldende kunst, parfums en gastronomie. Huysmans schreef A rebours toen hij een jaar of vijfendertig was in een poging om zich te bevrijden uit het naturalisme dat in zijn ogen alleen nog maar rondjes draaide om de dierlijke driften en instincten in de mens. Huysmans was eigenlijk zélf de protagonist uit zijn roman. Uit afkeer voor de platvloersheid van de wereld zocht hij de schoonheid op als het medicijn, maar intussen bleef hij doodziek van de wereld. Het motto van A rebours is overigens een uitspraak van de Vlaamse mysticus Jan van Ruusbroec (1293-1381):

Ik moet mijn vreugde buiten de tijd zoeken …, hoewel de wereld mijn blijdschap verafschuwt
en te grof is om te begrijpen
wat ik wil zeggen.

Jan van Ruusbroec

Gerard ReveA rebours is een hoogtepunt in het estheticisme en luidde het begin in van de decadente literatuur, die op de literatuur van de twintigste eeuw zijn uitwerking zou hebben. Op Gerard Reve zou de decadente Huysmans een blijvende indruk maken. Je zou zijn bekering tot het katholicisme, waarin hij Huysmans navolgde, een literaire stijlfiguur of pose kunnen noemen. Maar daarmee zou je oprechtheid ondergeschikt maken aan kunst(matigheid). Bij de rijpe Huysmans is dat zeker niet het geval. In 1891 schreef hij met Là-bas eerst nog een satanistische roman, voordat hij in 1895 met En route definitief voor de Weg van Christus zou kiezen. In Huysmans leven is een geestelijke logica te ontdekken, het verhaal van de Verloren Zoon, die je vanuit je eigen leven ten diepste herkennen kunt, als je wilt. Na het verschijnen van A rebours schreef de literatuurcriticus Barbey d’Aurevilly: “Na zo’n boek blijft de auteur slechts de keus tussen de mond van een pistool en de voeten van het Kruis.”

Arthur SchopenhauerIk sta nog steeds achter de bladzijden die ik in Tegen de keer aan de Kerk heb gewijd, want ze lijken werkelijk door een katholiek geschreven. En toch, hoe ver waande ik mij niet van de godsdienst! Het kwam niet in mij op dat er maar één stap lag tussen Schopenhauer, die ik mateloos bewonderde en de Prediker van Salomo en het boek Job, De premissen van het pessimisme zijn dezelfde, alleen weigert de filosoof er consequenties aan te verbinden. Ik hield van zijn ideeën over de afschuw van het leven, over de domheid van de mensen en de onbarmhartigheid van het lot; ik houd van dezelfde gedachten in de Heilige Schrift; maar de opmerkingen van Schopenhauer leiden tot niets; hij laat je zogezegd in het onzekere; zijn aforismen zijn eigenlijk een herbarium met gedroogde planten; de Kerk verklaart oorsprong en oorzaak van dit pessimisme, geeft doel en genezing aan. Zij stelt er zich niet tevreden mee je geestelijk te onderzoeken, zij behandelt en geneest je, terwijl de Duitse kwakzwalver eerst nauwkeurig de diagnose stelt dat de ziekte, waaraan je lijdt, ongeneeslijk is en je dan hoonlachend de rug toekeert.
 
J.-K.Huysmans in 1903 over A rebours (1884) in de vertaling van Jan Siebelink

Joris-Karl Huysmans [ nl.wikipedia.org ]

de oude hoop

gezien bij VPRO Boeken: Wim Brands in gesprek met Jan Siebelink

Jan SiebelinkHet televisieprogramma Boeken dat elke zondagmorgen door de VPRO wordt uitgezonden, is een van de hartstochtelijkste programma’s op de Nederlandse televisie. Wim Brands is een gevoelige en betrokken lezer die van een vraaggesprek met een schrijver een echte ontmoeting weet te maken. Vanmorgen sprak hij met Jan Siebelink over zijn nieuwste bundel Conversaties met essays die Siebelink ooit schreef voor HP/De Tijd. In het gesprek kwam ook Joris-Karl Huysmans ter sprake, de negentiende eeuwse Franse schrijver van Nederlandse komaf, die in 1884 met de roman A rebours ‘de Bijbel van de decadentie’ schreef. Siebelink vertaalde het boek in 1975 onder de titel Tegen de Keer en sinds 1985 staat deze vertaling in mijn boekenkast. Voor mij was het mooie gesprek tussen Wim Brands en Jan Siebelink een aanleiding om zijn vertaling weer eens uit de kast te pakken. Als eerste las ik weer eens de magistrale slotzin, die Jan Siebelink in zijn eigen vertaling citeerde: “Heer heb medelijden met de christen die twijfelt, met de ongelovige die zou willen geloven, met de galeislaaf van het leven die alleen scheep gaat, in de nacht, onder een firmament, dat niet meer wordt verlicht door de vertroostende bakens van de oude hoop!”

Seigneur, prenez pitié du chrétien qui doute, de l’incrédule qui voudrait croire, du forçat de la vie qui s’embarque seul, dans la nuit, sous un firmament que n’éclairent plus les consolants fanaux du vieil espoir!

laatste zin uit ‘A rebours’

HuysmansVoor Siebelink was J.K HuysmansA rebours een soort heilsboek. Een boek dat als een meteoriet bij hem insloeg. Siebelink: “Het bevat in de kiem alle boeken die Huysmans daarna zou schrijven, het lanceert een nieuwe beweging die de geschiedenis in zal gaan onder de naam „decadentie„ en het maakt het publiek bekend met de symbolistische dichters Verlaine, Mallarmé en Corbière.“ Op de dag dat hij de vertaling van A rebours inleverde, schreef Siebelink ’s avonds zijn eerste verhaal: Witte chrysanten. Samen met vier andere verhalen vormde dit zijn debuut Nachtschade.
 
Bron: boeken.vpro.nl

de Bijbel van de decadentie [ woest & vredig ] | huysmans.org