In mei 1816 reisden Mary Godwin, Percy Shelley en hun zoontje naar Genève met Claire Clairmont. Ze wilden daar de zomer doorbrengen met de dichter Lord Byron. Hij had op dat moment een affaire met Claire Clairmont en zij was in verwachting van hun kind. In Geneve begon Mary Godwin zich Mary Shelley te noemen. Op 25 mei 1816 voegde Lord Byron zich bij het gezelschap samen met de jonge natuurkundige William Polidori. Hij huurde daar de Villa Diodati aan het Meer van Genève. Percy Shelley huurde het nabijgelegen Maison Chapuis.
Ze brachten hun tijd door met schrijven, varen op het meer en met lange nachtelijke gesprekken. Het jaar 1816 wordt wel eens “het jaar zonder zomer” genoemd. In 1831 herinnerde Mary Shelley dat het onafgebroken leek te regenen en dat ze de meeste tijd binnen doorbrachten. Rond het haardvuur vermaakte het gezelschap zich met griezelverhalen van de Duitse romantici. Lord Byron stelde voor dat elk van hen een ghost story zou schrijven. De jonge Mary Godwin begon te broeden op een idee. Halverwege juni gingen de nachtelijke gesprekken in Villa Diodati over de biologische principes van het leven. Vlak voordat ze ging slapen, liet Mary zich door haar verbeeldingskracht meevoeren. Later vertelde ze dat ze een waking dream had en vertelde deze na:
Aanvankelijk dacht Mary Shelley aan een kort verhaal, maar aangemoedigd door Percy Shelley begon ze dit om te werken naar een roman onder de titel Frankenstein or: The Modern Prometheus. Het boek zou twee jaar later in 1818 gepubliceerd worden.
In september 2011 is de astronoom Donald Olson, na een bezoek aan de villa het Meer van Genève in het voorgaande jaar en bestudering van de stand van de maan en de constellatie van de hemel, tot de conclusie gekomen dat Mary Shelly’s waking dream plaatsvond op 16 juni 1816 tussen twee en drie uur ‘s nachts.