Maandelijks archief: december 2016

Peredvizhniki

gezien op Oudjaarsdag: Передви́жники Russisch Realisme rond Repin 1870-1900
Drents Museum Assen, nog tot 2 april 2017

Peredvizhniki – Russisch Realisme rond Repin 1870-1900 is de laatste tentoonstelling die ik dit jaar bezocht. Verschillende schilderijen van Repin en andere Russische schilders van de Peredvizhniki kende ik al uit Sint Petersburg maar er was ook veel nieuw werk. Een schitterende tentoonstelling en bovendien prachtig ingericht. Omdat er op deze tentoonstelling enorme doeken hangen, is er veel ruimte voor de bezoekers overgelaten.

peredvizhniki
De intro van de tentoonstelling Peredvizhniki
peredvizhniki
rechts het beroemde portret van V.Stasov (1883)
van Ilja Repin
peredvizhniki
Sadko (1876) van Ilya Repin
Het schilderij is 323 cm hoog en 230 cm breed.
peredvizhniki
Het grootste schilderij op de tentoonstelling is de kus ceremonie (1895) van Konstantin Egorovich Makovsky
Nikolai Kasatkin
Het verzamelen van steenkool door de armen bij een oude mijnschacht (1894) door Nikolai Kasatkin

Vasily Veresjtsjagin
Door zijn status als militair, ging Veresjtsjagin mee op verschillende veldtochten. Van 1867 tot 1884 kwam hij onder meer in Turkestan, de Himalaya, India en Tibet (1873) en nog een keer India (1884). In het bijzonder nam Veresjtsjagin deel aan de Russisch-Turkse Oorlog, waaronder het beleg van Pleven, waar zijn broer omkwam. Hijzelf raakte levensgevaarlijk gewond bij de oversteek van de Donau bij Roese. Na de oorlog vestigde Veresjtsjagin zich in München. Daar produceerde hij zijn schilderijen in een zodanig tempo dat hij ervan werd beschuldigd assistenten te hebben. Zijn onderwerpen, een poging om vrede te bereiken door de verschrikkingen van oorlog te tonen, trokken een sensatiebelust publiek, dat normaal gesproken nooit in kunst was geïnteresseerd. Bron: nl.wikipedia.org

Vasily Veresjtsjagin
Na de overwinning (1868) van Vasily Veresjtsjagin is een voorloper van de oorlogsfoto. Veresjtsjagin is net als zijn leermeester Jean-Léon Gérôme vertrouwd met het oriëntalisme.

peredvizhniki [ drentsmuseum.nl ]

rehabilitatie

zaterdag gezien in Rijksmuseum Twenthe in Enschedé:
Eindelijk! De Lairesse nog tot januari 2017

Eindelijk! De Lairesse is waarschijnlijk de eerste overzichtstentoonstelling van deze schilder uit het laatste kwart van de zeventiende eeuw. De Lairesse is al zeker tweehonderd jaar door de kunstkritiek in de hoek gedrukt. De Romantiek koos definitief voor het rauwe realisme van Rembrandt en wees de gladde en geïdealiseerde stijl van De Lairesse af. Bovendien omarmde het nationalisme in de negentiende eeuw Rembrandt als de schilder die de vaderlandse identiteit vertegenwoordigt. De Lairesse vond men veel te on-Hollands.

De classicistische perfectie staat bij nogal wat mensen in een kwade reuk, wellicht omdat zij zich daarbij door anderen de maat genomen voelen.

uit de tentoonstellingscatalogus

Aan het einde van Rembrandt‘s leven was dat wel anders. De Lairesse was in 1665 vanuit Luik gevlucht vanwege een verbroken trouwbelofte. Eerst was hij naar Utrecht gegaan, maar al snel vertrok hij definitief naar Amsterdam. In die dagen was dat het centrum van de wereld en werkte als een magneet op schilders. Het talent van de jonge Waal werd al snel onderkend en in 1667 brak hij door met een allegorie op de Vrede van Breda. Vanaf dat moment was hij de meest gevraagde schilder van de stad. Hij vervaardigde vooral historieschilderijen en decoratiestukken. De oude meester aan de Rozengracht was al lang niet meer zo beroemd als in de jaren dertig. De tijd had hem ingehaald en de gelikte Franse stijl was nu in de mode. De ooit zo sober protestantse Amsterdamse burgerij wilde nu haar rijkdommen aan de wereld laten zien en De Lairesse was daar de juiste man voor. Hij was een meester in kleurrijke en weelderige schilderijen.

Gerard de Lairesse
Gaius Cilnius Maecenas komt de kunsten te hulp (1688)

Een schilderij op de tentoonstelling, “Gaius Cilnius Maecenas ondersteunt de kunsten”, is qua thematiek nog altijd actueel. Het is een allegorie waarbij de kunsten wordt voorgesteld als een vrouw die onfortuinlijk op straat terecht gekomen is. In het laatste kwart van de zeventiende eeuw was de handel in de Republiek sterk achteruit gegaan. Daardoor kwamen er voor kunstenaars ook minder opdrachten en kunstenaars verarmden. Mecenaten konden de kunst weer oprichten. De legendarische figuur uit de Oudheid, Gaius Cilnius Maecenas, verzinnebeeldt hier de mecenaten.

(…) perfectie staat bij nogal wat mensen in een kwade reuk, wellicht omdat zij zich daarbij door anderen de maat genomen voelen. Geacheveerdheid in de kunst, zoals we dat zien bij pakweg Andrea del Sarto, Gerard de Lairesse of Canova, pleegt in onze tijd altijd weer hetzelfde verwijt te krijgen: te glad, te academisch, zielloos of zelfs fascistisch. Bob hield vol overtuiging van die perfecte kunst en vond het onbegrijpelijk dat in de gecanoniseerde waardering van de Nederlandse kunst zowel het maniëristisch als het classicistisch idioom met hun fabuleuze techniek en kleurrijk palet, er zo bekaaid vanaf kwam. Hij beschouwde het modieuze gedweep met het naïeve, het spontane, het exotische en het onbegrijpelijke in de kunst als een verwerping van juist die vaardigheid, kennis en ervaring die voor hem het wezen van de humanistische traditie van het Westen uitmaakten.
 
uit een nagedachtenis aan Bob van den Boogert, de initiatiefnemer van deze tentoonstelling, die in 2015 overleden is.

Eindelijk! De Lairesse

Immensi Tremor Oceani

Tweede Kerstdag gezien: Michiel de Ruyter (2015)

Toen ik een jaar of acht was en net begonnen was met postzegels verzamelen, kreeg ik van mijn vader de zeeheldenserie uit 1943/44. Wat was ik trots op die tien postzegels uit de Tweede Wereldoorlog, allemaal ongestempeld met stoere kerels en wapperende manen. Het was mijn eerste kennismaking met Michiel Adriaenszoon de Ruyter en Maarten Harpertszoon Tromp. Later begreep ik dat dit foute postzegels waren. Ze waren uitgegeven tijdens de Duitse bezetting en speelden in op patriottische gevoelens. Nooit zou er na 1944 nog een serie met vaderlandse helden verschijnen.

De Ruyter
postzegel uit de zeeheldenserie (1943/44) en herdenkingspostzegel bij 350e geboortejaar in 1957

Na de oorlog werd het nationalisme in de ban gedaan en verschenen er geen postzegels meer met patriottische thema’s . Michiel Adriaanzoon de Ruyter zou daarna overigens nog tweemaal geëerd worden met een herdenkingspostzegel: in 1957 t.g.v. zijn 350e geboortedag en in 1976 t.g.v. zijn 300e sterfdag.

De Ruyter
herdenkingspostzegel bij 300e sterfdag in 1976

Toen ik twee jaar geleden hoorde over de verfilming van het leven van Michiel de Ruyter was mijn eerste gedachte “zou het een erg foute film zijn?” Ik verwachtte een herhaling van Nova Zembla (2011), een volgende oprisping van VOC-mentaliteit in de vaderlandse bioscopen. Toen ik gisterenavond de film voor het eerst zag, moest ik weer denken aan die postzegels met zeehelden uit 1943/44. En ook aan het gevoel dat ik als jongetje daarbij had. Een gevoel van trots.

Na 1960 hebben we geleerd nationale trots te neutraliseren met schaamte over ons koloniale verleden. Als we trots zijn op Hollands glorie moeten we deze temperen met onze kennis van de zwarte bladzijden uit ons nationale verleden. De koning zei het in zijn kersttoespraak zo: “Wie twijfelt over de toekomst, idealiseert vaak het verleden. We geven ons allemaal wel eens over aan heimwee naar vroeger. Ja, vroeger… We weten dat de werkelijkheid minder rooskleurig was.” Nationalisme idealiseert de Gouden Eeuw van een natie en projecteert deze op de toekomst: Nederland weer van ons. De minder fraaie kanten van het verleden zijn daarbij bewust weggeretoucheerd.

Admiraal de RuyterMichiel de Ruyter idealiseert het verleden niet. Daarvoor is de lynchpartij op de Gebroeders de Witt op 20 augustus 1672 te expliciet in beeld gebracht. De film laat wat dat betreft eerlijk zien dat de schaduwzijde van “ons” Gouden Tijdperk dezelfde barbaarsheid kent als de wreedheden in de Syrische woestijn nu.

De epische muziek hoort helemaal bij een historische film met de nodige dramatiek. Dat laatste wordt net als in een B-film uit Hollywood flink uitvergroot. We zien dappere Hollanders op zee tijdens de gevechten met de Engelsen. Maar ook het gepeupel op straat en zelfs populisten die in 1672 verrassend genoeg prinsgezinden blijken te zijn! Het verhaal van Michiel de Ruyter is voor meerdere partijen confronterend en veel meer dan een trots-op-Nederland-epos. Het wijst ook op het gevaar van populisme dat in het rampjaar 1672 van een heel andere kant bleek te komen dan tegenwoordig. Wat zal onze koning er eigenlijk van gevonden hebben?

zeehelden postzegels [ filavaria.nl ]