Het Hermannsdenkmal even ten Zuiden van Detmold op de Groteberg kent een boeiende geschiedenis. Vorig jaar schreef ik hier iets over zijn schepper, de Beierse beeldhouwer Ernst von Bandel (1800-1876). Als kunststudent maakt Von Bandel al zijn eerste schetsen voor een monument ter ere van de Cherusk Arminius. Deze versloeg in het jaar 9 na Chr. de romeinse legioenen in het Teutoburger woud. In de zestiende eeuw werd zijn naam per ongeluk vertaald in Hermann, waarmee Der Cherusk ineens een Duitser was geworden. Nadat Heinrich von Kleist in 1808 zijn toneelstuk der Hermannschlacht had geschreven ontstond er in de tijd van het nationalisme een cultus rondom de figuur van Arminius/Hermann.
Het beeld van Ernst von Bandel zou in 1875 de kroon op deze Hermanncultus worden. Ruim vijftig jaar zou Von Bandel aan het project werken, maar vanwege geldgebrek moest hij het telkens onderbreken. In 1846 voltooide hij het 27 meter hoge gebouw waarop het 25 meter hoge beeld staat. Toch duurde het toen nog bijna dertig jaar voordat het beeld er eenmaal stond. Toen in 1871 het Duitse Keizerrijk werd uitgeroepen, ging het ineens erg snel. Von Bandel werkte vanaf 1872 onafgebroken aan zijn Arminiussäule en op 16 augustus 1875 werd het reusachtige beeld onder de aanwezigheid van keizer Wilhelm I voor het eerst voor het publiek opengesteld. Het Hermannsdenkmal zou daarna actief deel gaan uitmaken van de stormachtige Duitse geschiedenis. Vanaf zijn ontstaan had het beeld immers al een sterke politieke lading meegekregen.
Im Herbst 1873 kehrte Bandel an die Baustelle im Teutoburger Wald zurück. Endlich konnte er sein Lebenswerk vollenden. Der mittlerweile 73-jährige Künstler war am Ziel seiner Wünsche. Die Fertigstellung des Denkmals bis zum Sommer 1875 kostete ihn jedoch seine letzten Kräfte. Er wohnte in den letzten Jahren der Bauarbeiten ständig auf “seinem Berge”, in einem einfachen Blockhaus, der ” Bandelhütte “. Halb erblindet und von rheumatischen Beschwerden gezeichnet, erlebte er am 16. August die Einweihung. Die Ordensverleihung durch Wilhelm I. war eine späte Würdigung seiner Verdienste. Die nachhaltige Anerkennung seines Lebenswerkes blieb ihm jedoch versagt. Er starb ein Jahr nach der Denkmalenthüllung am 25.09.1876.
Bron: hermannsdenkmal.de
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Hermann ingezet als morele ondersteuning van de Duitse soldaten aan het front. Hermann herinnerde namelijk niet alleen aan de overwinning op de Romeinen, maar ook aan de overwinning op Frankrijk in 1871. Na 1945 bleef het beeld staan, niet langer als Denkmal maar nu als Mahnmal. Hermann werd niet ontwapend maar “Nothung”, zijn magische zwaard, heeft zijn magische kracht verloren. Hij zou net zo goed een paraplu kunnen dragen. Dan hadden we tenminste kunnen schuilen, want vrijdag regende het pijpenstelen in het Teutobuger Woud.