Koninkrijk vol sloppen Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw
Om de achterkant van onze welvaart in zijn negentiende eeuwse gedaante te zien, moet je tegenwoordig het land uit en bijvoorbeeld een bezoek brengen aan de slums van Mumbay en Manilla, de bidonvilles van Rio de Janeiro of de suburbs van Philadelphia. Maar in de negentiende eeuw hoefde je, als je de stank verdragen kon, in Amsterdam maar een steegje in te slaan, of een bezoekje aan de Jordaan te brengen, om met de sociale ellende van het leven in de sloppenwijken geconfronteerd te worden.
Auke van der Woud, hoogleraar architectuur- en stedebouwgeschiedenis, heeft een boek geschreven over de sociale omstandigheden in de achterbuurten in de negentiende eeuw in Nederland. Het is een episode uit onze nationale geschiedenis die we liever wat op de achtergrond houden. Ook in de negentiende eeuw werd de armoede weggedrukt naar de rand en de achterkant van het geruststellende burgerlijke decorum.
Bron: boeken.vpro.nl
Amsterdamse krottenwijken op negentiende eeuwse foto’s ogen als ongeboende straatjes van Vermeer, die door het zachte strijklicht langs de vervallen en scheve gevels iets onmiskenbaar pittoresk hebben gekregen. Maar het leven in de negentiende eeuwse gribus moet waarschijnlijk weinig verschil hebben gemaakt met het leven in de sloppenwijken van de Derde Wereld in de eenentwintigste eeuw. De verweerde betonnen karkassen van mislukte bouwprojecten die met plastic en roestige golfplaten ‘bewoonbaar’ zijn gemaakt, zijn een hedendaagse vertaling van de ‘schilderachtige’ maar vooral stinkende achterbuurten uit de negentiende eeuw. De smerigheid, de honger en de sociale ellende zijn gelijk gebleven.
Koninkrijk vol sloppen
Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw
Europa was in de late negentiende eeuw getuige van een volksverhuizing. Miljoenen mensen verruilden toen hun agrarische omgeving voor een woning in de stad. Momenteel zien we die massamigratie op mondiale schaal, vooral in China, Afrika en Latijns-Amerika. Verstedelijking en modern leven horen blijkbaar bij elkaar. Een koninkrijk vol sloppen gaat over het begin van de stedengroei in Nederland. Het stille land met 3 miljoen zielen in 1850 was vijftig jaar later in en rond de grote steden een drukke moderne wereld geworden. Maar rond 1900 wemelde het daar ook van overbevolkte krotten en mensenpakhuizen. Schoon water, deugdelijk voedsel, frisse lucht en modern sanitair waren in de achterbuurten zeer zeldzaam. In alle grote steden hoopte het weeëvuil zich spectaculair op. Meer dan een miljoen Nederlanders leefden in een situatie die overeenkomsten vertoont met de slums van de huidige Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse metropolen. Auke van der Woud beschrijft die halfvergane oude wereld in de duistere delen van de stad.
( Bron: vpro.nl )