Dagelijks archief: zondag 5 december 2010

gribus

gezien: Boeken – Wim Brands in gesprek met Auke van der Woud
Koninkrijk vol sloppen Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw

Koninkrijk vol sloppenOm de achterkant van onze welvaart in zijn negentiende eeuwse gedaante te zien, moet je tegenwoordig het land uit en bijvoorbeeld een bezoek brengen aan de slums van Mumbay en Manilla, de bidonvilles van Rio de Janeiro of de suburbs van Philadelphia. Maar in de negentiende eeuw hoefde je, als je de stank verdragen kon, in Amsterdam maar een steegje in te slaan, of een bezoekje aan de Jordaan te brengen, om met de sociale ellende van het leven in de sloppenwijken geconfronteerd te worden.

Auke van der Woud, hoogleraar architectuur- en stedebouwgeschiedenis, heeft een boek geschreven over de sociale omstandigheden in de achterbuurten in de negentiende eeuw in Nederland. Het is een episode uit onze nationale geschiedenis die we liever wat op de achtergrond houden. Ook in de negentiende eeuw werd de armoede weggedrukt naar de rand en de achterkant van het geruststellende burgerlijke decorum.

Ons beeld van de vaderlandse geschiedenis is te rooskleurig, vindt historicus Auke van der Woud. Met zijn boek Koninkrijk vol sloppen ontkracht hij het historische zelfbeeld van Nederland als een land met een burgerlijke cultuur. Bij de geschiedschrijving van de periode tussen 1800 en 1900 bestaat de neiging om op de gegoede burger te focussen, terwijl miljoenen Nederlanders rond 1900 in zeer gebrekkige omstandigheden leefden. In achterbuurten vergelijkbaar zijn met de sloppenwijken van de grote steden in de huidige Derde Wereld.
 
Bron: boeken.vpro.nl
Iquitos, Peru
impressies van Belén een sloppenwijk van Iquitos, Peru november 1986

Amsterdamse krottenwijken op negentiende eeuwse foto’s ogen als ongeboende straatjes van Vermeer, die door het zachte strijklicht langs de vervallen en scheve gevels iets onmiskenbaar pittoresk hebben gekregen. Maar het leven in de negentiende eeuwse gribus moet waarschijnlijk weinig verschil hebben gemaakt met het leven in de sloppenwijken van de Derde Wereld in de eenentwintigste eeuw. De verweerde betonnen karkassen van mislukte bouwprojecten die met plastic en roestige golfplaten ‘bewoonbaar’ zijn gemaakt, zijn een hedendaagse vertaling van de ‘schilderachtige’ maar vooral stinkende achterbuurten uit de negentiende eeuw. De smerigheid, de honger en de sociale ellende zijn gelijk gebleven.

Koninkrijk vol sloppen
Achterbuurten en vuil in de negentiende eeuw
Europa was in de late negentiende eeuw getuige van een volksverhuizing. Miljoenen mensen verruilden toen hun agrarische omgeving voor een woning in de stad. Momenteel zien we die massamigratie op mondiale schaal, vooral in China, Afrika en Latijns-Amerika. Verstedelijking en modern leven horen blijkbaar bij elkaar. Een koninkrijk vol sloppen gaat over het begin van de stedengroei in Nederland. Het stille land met 3 miljoen zielen in 1850 was vijftig jaar later in en rond de grote steden een drukke moderne wereld geworden. Maar rond 1900 wemelde het daar ook van overbevolkte krotten en mensenpakhuizen. Schoon water, deugdelijk voedsel, frisse lucht en modern sanitair waren in de achterbuurten zeer zeldzaam. In alle grote steden hoopte het weeëvuil zich spectaculair op. Meer dan een miljoen Nederlanders leefden in een situatie die overeenkomsten vertoont met de slums van de huidige Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse metropolen. Auke van der Woud beschrijft die halfvergane oude wereld in de duistere delen van de stad.
( Bron: vpro.nl )

Holbewoners van de negentiende eeuw [ trouw.nl ]