Dagelijks archief: dinsdag 7 december 2010

galerij der onsterfelijken

het betrekkelijke van een canon van westerse schilderkunst

De moderne wereldMichelangelo, Rafael en Titiaan, die al eeuwenlang meedraaien in een universele canon van de schilderkunst, lijken te bevestigen dat er iets bestaat dat boven betrekkelijkheid uitstijgt. Toch laat een canon vooral het betrekkelijke van onze collectieve visie op eeuwigheidswaarde en tijdloosheid zien. De laatste jaren word ik mij er steeds vaker van bewust hoe mijn visie op de westerse schilderkunst (vooral die van de negentiende eeuw) bepaald is door de canon uit de handboeken die ik halverwege de jaren tachtig op de kunstacademie als naslagwerk gebruikte: Wereldgeschiedenis van de kunst van H.W. Janson (1962) en De moderne wereld van Norbert Lynton (1966). In beide boeken wordt door de bril van het modernisme naar de westerse (schilder)kunst gekeken. De schilderkunst van de negentiende eeuw werd door het modernisme vooral als een opmaat gezien van de moderne en abstracte schilderkunst. Van Gogh en Cézanne waren door het modernisme als geestelijke vaders geadopteerd. Vervolgens werd van 1899 tot 1800 een rode loper uitgerold, die alleen betreden mocht worden door schilders die voor Van Gogh en Cézanne de weg hadden voorbereid: de impressionisten natuurlijk, Manet, Corot, Turner en Goya. Allemaal schilders die rebelleerden tegen de gevestigde orde van het academisme.

Namen van salonschilders als William Bouguereau, Sir Lawrence Alma-Tadema, Jean-Léon Gérôme, Lord Frederick Leighton, John William Waterhouse en John William Godward kon je tevergeefs zoeken in de canon die in de loop van de twintigste eeuw gestalte had gekregen. De salonschilders beschikten over een fabelachtige techniek en in de negentiende eeuw behoorden zij tot de best betaalde schilders ter wereld. Maar ze stonden haaks op alles waar de moderne schilderkunst voor stond: het a la prima schilderen, het benadrukken van platheid, het taboe op bruin en natuurlijk de spontaniteit en vrije expressie. Omdat ze in de meeste gevallen afwijzend stonden tegenover de moderne ontwikkelingen in de schilderkunst, werden ze in de twintigste eeuw gestraft en uit de Hall of Fame gelazerd.

Omdat de salonschilders in de meeste gevallen afwijzend stonden tegenover de moderne ontwikkelingen in de schilderkunst, werden ze in de twintigste eeuw gestraft
en uit de Hall of Fame gelazerd.

Onze postmoderne tijd heeft weinig met canons en met lijstjes van ‘grootsten aller tijden’. We zijn geneigd om juist de nadruk op het betrekkelijke en het kleine te leggen. Als ‘eeuwige schoonheid’ al bestaat, dan alleen in het vluchtige moment dat altijd aan een bepaalde plaats gebonden is. Dat de door het modernisme verdrongen academische kant van de negentiende eeuw nu weer in beeld mag komen, heeft volgens mij te maken met de postmoderne houding dat ‘alles’ geoorloofd is, nu we bevrijd zijn van dwangmatige vernieuwingsdrang. Als je weer wilt tekenen en schilderen als Rafael, ga je gang. Maar in de twintigste eeuw werd in het kunstonderwijs de ambachtelijke basis onder de schilderkunst weggeslagen. Op de academies voor hedendaagse kunst waren geen leraren meer die hun studenten de technieken van de oude meesters konden leren. Daarom ontstonden er halverwege de jaren tachtig uit particuliere initiatieven alternatieve kunstacademies die het kunstonderwijs van de negentiende eeuwse academie reanimeerden. En zo kwam er vanzelf weer belangstelling voor de vruchten van het academische kunstonderwijs, de salonschilders.

artrenewal.org
het reactionaire Art Renewal Center
een postmodern fenomeen?

Sinds 1990 is er een kentering gaande en staan negentiende eeuwse salonschilders opnieuw in de belangstelling. Er worden weer tentoonstellingen gemaakt waarin hun werk gepresenteerd wordt (bijvoorbeeld in het Van Gogh Museum) en op veilingen zijn de prijzen voor negentiende eeuwse academische schilderkunst weer gestegen, nadat in de jaren zestig een absoluut dieptepunt was bereikt. Het postmodernisme heeft de canon van het modernisme prettig op losse schroeven gezet.