Maandelijks archief: juni 2016

de bekering van een dadaïst

Heilung durch Heil. Hugo Ball und die religiöse Konversion
lezing van Rüdiger Safranski donderdag 23 juni j.l. in Zürich

Hugo BallTijdens de manfestatie Dada, ich und über(m)ich – Das fragmentierte Selbst und seine Sehnsuch nach Ganzheit in Zürich was Rüdiger Safranski de laatste spreker. Ik was er graag bij geweest. Hugo Ball is samen met Joris Karl Huysmans een van de kunstenaars uit de vroege twintigste eeuw wiens levensloop mij bijzonder aanspreekt. Net als Augustinus gaven beiden zich in hun jeugd over aan uitspattingen en leefden decadent of dadaïstisch. Uiteindelijk kwamen ze door een creatieve Umwertung aller Werte uit bij de waarheidsschat van de Kerk. Waar de meeste intellectuelen niet in slagen, namelijk de overgave aan de persoonlijke God, kwamen zij tot geloof. De leap of faith is het duidelijkst bij personen die zich eerst ten volle hebben gegeven aan decadentie (Huysmans) of nihilisme (Ball). William Blake schreef “The road of excess leads to the palace of wisdom.” In de uitspattingen en dwalingen blijkt een oprecht verlangen naar waarheid en wijsheid aanwezig.

Aus psychologischer Sicht ist Dada der Versuch, dem “vernünftigen Wahnsinn” der Moderne Widerstand zu leisten, um zu einer umfassenderen und humaneren Identität zu gelangen.
Im Verlust der «psychischen Einheit» sieht Hugo Ball das zentrale Problem des modernen Menschen, das im Künstler auf exemplarische Weise sichtbar wird. Er ist Symptomträger seiner Epoche, weil er ein fragmentiertes Selbst vor Augen führt, das der Heilung durch Bewusstwerdung und Integration bedarf. Aus psychologischer Sicht ist Dada der Versuch, dem «vernünftigen Wahnsinn» (Hans Arp) der Moderne Widerstand zu leisten, um zu einer umfassenderen und humaneren Identität zu gelangen.
 
Bron: collegium.ethz.ch

Hugo BallByzantinisches Christentum: Drei Heiligenleben – door Hugo Ball
Seinem literarischen Nein von 1916 (‘Dada’) und der politischen Generalabrechnung von 1919 (‘Kritik der deutschen Intellektuellen’) ließ Hugo Ball 1923 mit seinem Buch ‘Byzantinisches Christentum’ eine religionsgeschichtlich argumentierende Neubestimmung der eigenen Position folgen. Dieses eigentümlich sperrige Werk wurde von christlichen Theologen weithin mit Kopfschütteln und Unverständnis aufgenommen und trug selbst für wohlmeinende Freunde Züge des Skandalösen. Auch die literatur- wissenschaftliche Forschung sollte sich später diesem Text verweigern. Der von Ball - auf Anregung Hermann Hesses – gewählte Untertitel, der das Buch der gängigen katholischen Hagiographie zuzuordnen scheint, tat ein Übriges, um das Werk weitgehend in Vergessenheit geraten zu lassen.
 
Bron: amazon.de

Von Dada zur Catholica [ literaturkritik.de ] | dada100zuerich2016.ch

het landschap als lekkernij [ 4 ]

landschapsschilderkunst en de klassieke reisaffiche

Voor de romantiek was het landschap de uitdrukking van het sublieme en de landschapsschilderkunst gold voor de romantici als de religieuze kunst bij uitstek. In en door het landschap kwam de mens tegenover het oneindige te staan. Maar niet iedereen had behoefte aan deze hoge vluchten van de geest. Voor de massa was het landschap vooral een consumptiegoed. De kleurrijke landschappen van de impressionisten hadden bij het publiek een brede ingang gevonden. Het klassieke reisaffiche van de twintigste eeuw maakte gebruik van het succes van het impressionisme en was kleurrijk en abstraherend. Het landschap van het reisdoel werd gepresenteerd als eye candy.

travel poster detail
Vintage Travel Poster
travel poster detail
detail

vintage travel posters [ pinterest.com ]

de propaganda van het genot

gelezen: voorpublicatie van Platter & dikker in De Groene
door Henk Hofland (tekst) en Roel Visser (foto’s)

Toen ik ooit als cultuurpessimist uit de kast kwam, kon ik de reacties voorspellen. Ik zou een zure oude man geworden zijn, een ouwe mopperaar en nog wel meer: bang voor de toekomst, ja zelfs bang voor het leven. Het had meestal geen zin uit te leggen dat cultuurpessimisme iets anders is dan pessimisme en dat ik cultuurpessimisme prima kan verenigen met mijn optimisme.

Nu de nestor van de vaderlandse journalistiek Henk Hofland, die afgelopen dinsdag op bijna 89-jarige leeftijd overleed, een essay heeft geschreven waarin hij Nederland gewogen heeft en te plat en te dik bevonden heeft, worden de cultuuroptimisten in hun gelijk bevestigd. Weer een zure oude man die zijn gal spuwt over “de jeugd van tegenwoordig”. (Voor Hofland liepen de generaties na hem tot 65 jaar.) Cultuurpessimisten worden ook weer bevestigd: “weer iemand die zijn ogen open heeft en het durft (in) te zien.”

Platter en dikkerOp de omslag van Platter en dikker staat een dikke man met tatoeages. Tatoeages kwam je vroeger uitsluitend tegen bij zeelieden en (ex)bajesklanten. De laatste vijfentwintig jaar is het mainstream geworden. Zelfs hoger opgeleiden doen er aan mee, al houden die het meestal bescheiden (lees: chique). De voetballer met de vol getatoeëerde onderarmen is een vertrouwd verschijnsel op het veld. De tatoeage beschouwen als een teken van verval is not done. Daarmee stigmatiseer je de gestigmatiseerden. Toch is de tatoeage een duidelijk signaal van de oprukkende onderkant van de samenleving en het verdwijnen van de Hochkultur.

De tatoeage beschouwen als een teken van verval is not done. Daarmee stigmatiseer je de gestigmatiseerden.

Cultuuroptimist Alessandro Baricco vindt dat overigens niet verkeerd. Hij relativeert en spreekt van een “transformatie naar een nieuw bewustzijn”. Hadden onze voorouders ook niet te maken met veranderingen die ze als decadent zagen maar die tegenwoordig volledig geaccepteerd zijn? Toen de eerste bioscopen verschenen, keerde de elite zich daarvan af. Het nieuwe medium was veel te plat en meer voor arbeiders. De burgerij bezocht liever het theater. Toch werd film in de loop van de vorige eeuw een gewaardeerde kunstvorm.

Met de digitale media is het niet anders. We krijgen daardoor een nieuw bewustzijn waarbij het gaat om “het scannen van de oppervlakte”. Onze beleving van de werkelijkheid wordt steeds meer een surfbeleving waarbij we het liefst over de toppen scheren.

Maar wat zijn die toppen dan precies? Eigenlijk is het heel simpel. We jagen steeds meer piekervaringen na, daarbij aangemoedigd door de reclame. We willen liever geen consumenten zijn, maar we zijn het onvermijdelijk als we gebruik maken van massamedia. In de consumptiemaatschappij worden we voortdurend blootgesteld aan de propaganda van het genot. Alles moet leuk en lekker zijn. F*cking lekker. Fotograaf Roel Visser laat zien wat deze propaganda met ons doet.

Wat is er mis in Nederland? De nieuwe rijken etaleren als nooit tevoren hun bezittingen, obesitas is de nieuwe volksziekte en agressie en geweld zijn normale aspecten van het dagelijks leven.’De nieuwe mens is overal. Hij is dikker. Hij praat harder en vlugger maar niet duidelijker. Hij steekt zijn middelvinger op, hij is eerder bereid een medemens uit te schelden, op zijn gezicht te slaan. Hij zal iedereen laten weten dat hij hier op aarde is. Respect!’
 
In een lang essay fileert H.J.A. Hofland deze nieuwe nationale cultuur. Fotograaf Roel Visser struinde met zijn camera langs voetbalvelden, snackbars, Miljonairs Fairs en strandtenten en maakte verontrustende foto’s. In een dubbelessay nemen journalist Henk Hofland en fotograaf Roel Visser de excessen van de welvaart onder de loep. Een confronterend boek over heb- en vraatzucht, over hufterigheid, agressie, consumentisme en exhibitionisme.
 
Bron: lubberhuizen.nl

voorpublicatie van Platter en dikker [ groene.nl ]