Pjotr Iljitsj Tsjaikovski, 6 november 1893
Tsjaikovski werd door de Russen zelf als een westerse componist beschouwd. Hij was eerst ambtenaar, ging muziek studeren aan het conservatorium te St. Petersburg en werd toen leraar aan datzelfde conservatorium, tot een rijke bewonderaarster hem in 1877 in staat stelde, zijn leven geheel aan het componeren te wijden. Hij reisde veel, werd overal geëerd, maar was een eenzelvig en eenzaam mens. Zijn beschermster, mevrouw Von Meck, heeft hij nooit willen ontmoeten.
Naast 6 symfonieën heeft hij o.a. pianowerken geschreven en werken voor viool. Vooral zijn Notenkrakerssuite en zijn balletmuziek worden vaak uitgevoerd. Tsjaikovski overleed op 54 jarige leeftijd aan cholera. Er wordt echter steeds weer aan deze doodsoorzaak getwijfeld. Het gerucht namelijk, dat hij zelfmoord gepleegd zou hebben door vergiftiging, is erg hardnekkig. [ Bron ]
Bekende werken
Het Zwanenmeer (1876)
Eugen Onegin (1878)
Ouverture 1812 (1880)
Capriccio Italien (1880)
Romeo en Julia (laatste versie: 1880)
Doornroosje (1889)
Schoppenvrouw (1890)
De Notenkraker (1892)