Het grote feest van het Christendom, Pasen, wordt volgens een beslissing van het Ie Oecumenisch Concilie gevierd op de eerste zondag na de lentevolle maan. De vreugdevolle periode van het “Pentikostarion” duurt van Pasen tot de “Zondag van Alle Heiligen”. Tijdens de Paasnacht lopen de orthodoxe kerken vol van gelovigen die er heen komen om het grootste feest aller feesten te vieren : de Verrijzenis van Christus.
Omstreeks middernacht komen de gelovigen in processie uit de kerk. In de hand houden ze een kaars. Op hun gelaat blijkt een bijzondere vreugde. Vooraan lopen de priesters en zangers. De processie doet ons denken aan de voettocht van de Myrondragende Vrouwen, die de nacht van Pasen naar het lege graf trokken. Daar wordt de lezing uit het Evangelie m.b.t. de Verrijzenis van Christus gelezen en voor het eerst het Paastroparion gezongen : “Christus verrezen uit de doden, door Zijn dood overwon Hij de dood, aan hen in het graf heeft Hij het leven geschonken”.
The Resurrection of Jesus Christ is the fundamental truth and absolute fact of the Christian faith. It is the central experience and essential kerygma of the Church. It confirms the authenticity of Christ’s remarkable earthly life and vindicates the truth of His teaching. It seals all His redemptive work: His life, the model of a holy life; His compelling and unique teaching; His extraordinary works; and His awesome, life-creating death. Christ’s Resurrection is the guarantee of our salvation. Together with His Ascension it brings to perfection God’s union with us for all eternity.
Bron: goarch.org