Dagelijks archief: maandag 10 april 2006

waarheid, oudheid en leugen

gezien op National Geographic Channel: The Gospel of Judas

Zoals ik verwacht had, was de documentaire The Gospel of Judas (die overigens met reclamespotjes van o.a. Fortis en Nationale Nederlanden was opgerekt tot bijna twee uur) een aaneenschakeling van gedramatiseerde beelden, wetenschappelijke betogen en reconstructies met de ‘rehabilitatie’ van Judas als doel. Onverbloemde gnostische propaganda waarvoor het post-christelijke Westen op dit moment bijzonder ontvankelijk is. Gnosis biedt op de reli-markt een geestelijke weg aan die het individu erg aanspreekt. Het ‘ik’ kan zich in de leerschool van het leven ontplooien als egoloze en goddelijke vonk zonder daarbij afhankelijk te zijn van de persoonlijke, patriarchale God. Laat staan afhankelijk van de Kerk! Een ‘Baas-in-eigen-Huis-geloof’ dus.

Maria MagdalenaEen ‘spiritualiteit’ die ook heel veel vrouwen aanspreekt. Niet voor niets werden we voor deze uitzending al opgewarmd met een documentaire over Maria Magdalena, waarin fenomeen Dan Brown veelvuldig aan het woord kwam. Hij mocht nog eens zeggen waarom Maria Magdalena altijd als hoer is afgeschilderd. De Kerk heeft als boos en mannelijk machtsinstituut natuurlijk altijd de positie van de vrouw willen onderdrukken. Maria Magdelena is een van de trouwste discipelen van Christus. Volgens sommige sprekers in deze documentaire was ze in de meeste opzichten ‘veel verder’ dan de mannelijke volgelingen. De boodschap is duidelijk: naast machtswellust zal de door mannen gedomineerde Kerk vast ook wel door jaloezie gedreven zijn en haar daarom gestraft hebben met een negatief imago. Dan Brown weet haarfijn hoe hij zijn publiek, dat vooral uit lezeressen bestaat en zich identificeert met de spirituele Maria Magdalena, moet paaien.

Uit het volgende citaat van de lesbische (en dus feministische) criminoloog Dr. C.I. Dessaur blijkt hoeveel frustratie en felheid er in het (‘spirituele’) feminisme soms is tegenover het christelijk geloof:

“Met het monotheïstische jodendom en de later volgende, nog fanatiekere islam, behoort het orthodoxe christendom tot de extreemste paternalistische, monotheïstische godsdiensten. In een totale verabsolutering van het manlijke ego wordt de hoogste god als een (grillige, driftige, jaloerse, wrede, maar ook wel door gebeden en rituelen manipuleerbare!) Vader geprojecteerd, de Verlosser als diens Zoon. Zelfs het wijsheidsbeginsel, de Heilige Geest (de Hagia Sophia van de Oudheid) wordt in het christendom gemasculiniseerd.
De van oorsprong zeer tirannieke Vader-God transformeert in de christelijke mythe overigens soms tot een liefdevolle, zorgzame Vader, die de rol van de Moeder heeft geüsurpeerd.”
 
Bron: Dr. C.I. Dessaur (Andreas Burnier) De Droom der Rede [ blz. 65 ]

Ook bij het ‘Evangelie’ van Judas is er een identificatie met de hoofdpersoon: Volgens dit ‘Evangelie’ is Judas de enige discipel die Jezus goed begrepen heeft. Hij was dus ‘verder’ dan de anderen, een positie die de gemiddelde aanhanger van New Age voor zichzelf stiekem geclaimd heeft. Temidden van de slapende (en door de Kerk onderdrukte) massa, komt de enkeling tot inzicht en wordt hij/zij ‘een wetende’.

Wat mij uiteindelijk het meest verbaast van deze documentaire is de volstrekt onlogische redenering dat een bron die ruim 1600 jaar oud is ons het ware verhaal over Judas (maar juist ook over ‘de historische Jezus’) zou brengen. Alsof er in de vierde eeuw geen leugens opgeschreven werden! Er is niets nieuws onder de zon en hoe je het allemaal ook wilt noemen, gnosis, neo-gnosis of New Age, leugens blijven leugens.

Irenaeus van Lyon
Bisschop Ireneaos van Lyon
verwierp terrecht de gnosis als een dwaalleer, maar wordt in de documentaire van NGC voorgesteld als een intolerante man die ‘ware geschriften’ agressief van tafel veegt

Ik geef vader Sergius Heitz graag het laatste woord met de visie van de Orthodoxe Kerk op het gnosticisme:

De gnostici (=wetenden) in de christelijke gemeenten aan het eind van de eerste en in de tweede eeuw verbreidden dualistische geheimleren en mythen om de goddelijke geestziel uit de slavernij van lichaam en psyche te verlossen. Deze heretici (dwaalleraren) werden door de na-apostolische kerkelijke schrijvers bestreden bv. door Ignatios van Antiochiëen Irenaeos van Lyon), aan wie we ook de belangrijkste inlichtingen over hun leerstellingen te danken hebben, naast vondsten in Egypte (Nag Hammadi) en overgeleverde apokriefe christelijke geschriften. Hun leerstellingen en mythen berustten op een dualistisch (tweepolig) wereldbeeld, waarin de wereld een noodlottige vermenging is van goddelijk-goede geest en demonisch-boze materie. Ze erkennen dientengevolge de wereld niet als goede schepping van God, maar zien daarin het werk van een ‘demiourgos’ (maker). Zij verwerpen niet alleen een scheppende God, maar daarmee ook het Oude Testament. Christus is voor hen een gezant van de verre, vreemde Lichtgod, en had Zich, als een zuiver geestelijk wezen, slechts met een schijnlichaam bekleed (=doketisme). Zij loochenen de opstanding der doden en vertegenwoordigen onder de dekmantel van het christendom een leer van zelfverlossing, waarbij Jezus Christus, als mythisch wezen, slechts de aanleiding is voor het in de mens gevangen goddelijk bewustzijn om zichzelf te vinden.
 
Deze beweging van het ‘gnosticisme’ of van de ‘gnosis’ -hoe men die ook noemt- leidde in de 2e en 3e eeuw tot heftige discussies in de christelijke gemeenten van de hele toenmalig bekende wereld; vooral in Klein-Azië, Oost-Syriëen Alexandriëwaren centra van gnostische sekten. Een begin van het gnosticisme, dat men vaak met ‘pregnosis’ aanduidt, vindt men echter in het begin van het Nieuwe Testament, zoals bij de tegenstanders van Paulos in Korinthe of in de omgeving van de gemeenten waarvoor de Brieven van Joannes bestemd zijn., hoewel hier een gnostische mythe nog niet werkelijk vorm gekregen schijnt te hebben. Of er een gnosticisme heeft bestaan dat onafhankelijk van het Christendom is ontstaan en zich zonder invloed van het Christendom ontwikkeld heeft, is bij het wetenschappelijk onderzoek nog steeds omstreden.
 
Bron: Christus in U : Verwachting van Heerlijkheid, Orthodox Geloofsonderricht,
uitgegeven door Aartspriester Sergius Heitz in Düsseldorf

Bekijk het zelf

Afrekenen met duistere Verlichting

Andreas Kinneging wint de Socrates wisselbeker
met zijn boek Geografie van Goed en Kwaad

Tijdens de Nacht van de Filosofie, afgelopen zaterdag op zondag, werd de Socrates Wisselbeker uitgereikt. Op de shortlist stonden vijf boeken. De prijs ging naar Andreas Kinneging met Geografie van Goed en Kwaad. In tegenstelling tot de heersende opvatting om alles wat los en vast zit door de strot van de Verlichting heen te jagen, vindt Kinneging juist dat we genoeg hebben uit te braken wat we, vooral sinds de jaren zestig, met zijn allen aan verlichtingsideëen en morele waarden naar binnen hebben gewerkt.

Andreas Kinneging trekt in zijn boek Geografie van goed en kwaad ten strijde tegen de Verlichting. Die beschouwt hij als het begin van het einde van de beschaving. Kinneging is hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden, essayist voor het Nederlandse dagblad Trouw en voorzitter van de Edmund Burke Stichting, een conservatieve denktank in Nederland.
 
Geografie van goed en kwaad, Andreas KinnegingDe titel van het boek bevat al het programma en duidt er de pretentie van aan. Geografie van goed en kwaad wil een landkaart aanbieden, een leidraad voor goed en kwaad, zowel individueel als sociaal-politiek. Een landkaart is geen fantasie, geen subjectief verhaal. Ze geeft een objectief beeld van een gebied, zodat je echt je weg kunt vinden.
 
Kinneging wil een objectief beeld van goed en kwaad geven. Hij denkt, met Plato en Nicolai Hartmann, dat er een echt weten over moraal en politiek mogelijk is. Morele en politieke waarden hebben een eigen objectiviteit. Waarden zijn een deel van de werkelijkheid – vergelijkbaar met Karl Poppers „derde wereld„. Ze vormen een eigen ideëel werkelijkheidsdomein waaraan de concrete vormgeving van het individuele en sociale leven min of meer beantwoordt.
 
Het weten over die waardewereld is niet te vinden in de huidige humane wetenschappen, die berusten op het waanidee dat het menselijke op een analoge wijze als de natuurdingen kan worden begrepen. Het ware weten over de mens moet niet meer worden uitgevonden, je vindt het bij de grote denkers van de Westerse traditie zoals Plato, Aristoteles, Augustinus, Thomas van Aquino, Charles de Montesquieu en Alexis de Tocqueville.
 
Bron: tertio.be
Het spannendste moment van de Nacht is altijd de uitreiking van de Socrates Wisselbeker. Alle vijf de genomineerden zitten in de Concertzaal in afwachting van wat komen gaat. De jury houdt geeft tot op het laatste moment niets weg. Alle boeken worden geprezen. Maar alle vijf hebben ook bepaalde minpunten. Dan klinkt het eindelijk: „Als Socrates vandaag geleefd had… zou hij de prijs uitreiken aan* Andreas Kinneging.“
 
Andreas KinnegingWie had dat gedacht? Nooit eerder ging de prijs naar iemand die zo nadrukkelijk het standpunt verdedigt dat wij – om de waarheid over „goed en kwaad„ te vinden – in de leer moeten bij de klassieken, bij de Grieken, bij de Romeinen en bij de joods-christelijke traditie, omdat wij in onze tijd het spoor hopeloos bijster zijn.
 
De jury laat met deze keuze in ieder geval zien in staat te zijn om zich ook over de eigen politieke en/of filosofische voorkeuren heen te kunnen zetten. Ook conservatieven blijken de Socrates Wisselbeker te kunnen winnen.
 
De enigszins verraste Kinneging wordt op het podium gehaald en geïnterviewd door Annette van der Elst. Waarom hij denkt dat de mens geneigd is tot het kwaad, wil ze weten. „Dat is de protestantse formulering“, antwoordt Kinneging. „Bent u protestants, misschien?“
 
Bron: trouw.nl