Dagelijks archief: donderdag 17 augustus 2006

het schone, het ware en het goede

gelezen: De kunstenaar is dood, lang leve de kunst!
door Lex ter Braak in Vrij Nederland #33
In het woord kunstenaar staat ook een immense geschiedenis van ‘scheppende genieen van de geest’ klaar om gecelebreerd te worden. Michelangelo, Caravaggio, Rembrandt, Titiaan- de lijst is te lang om maar enigszins een indruk van volledigheid te kunnen geven. Het ideaal van van de universele mens uit de Renaissance blinkt er doorheen: de kunstenaar als architect, schilder, beeldhouwer, denker, uitvinder, geleerde, hoveling. En nog glanst, als vanouds, om het woord kunstenaar dat aura van het hogere en roept het visioen van hemelse schoonheid op. Het is de kunstenaar die ons de weg wijst, naar gene zijde waar het Schone, het Ware en het Goede samenvloeien in hun gracieuze dans.
 
Natuurlijk, in onze cynsiche momenten weten we het zeker: dit is metafisische kletskoek van toen. De tijd waarin Shelley schreef dat poëzie goddelijk is, en het begin en eind van alle kennis. De verloren dagdroom van biedermeiermeisjes die hun ogen bevallig sloten voor de verdorvenheid van de wereld en hun jeugd verbeidden met het inplakken van poesiealbumplaatjes.
 
Caravaggio
Caravaggio, kunstenaar, moordenaar

Maar als denken we het beter te weten, het kost ons toch de grootste moeite ons van deze overgeleverde beelden te bevrijden. Onze biografische kennis van dichters die sympathiseerden met de nationaal-socialisten, van kunstenaars die de triomfen van de dictatuur in hun schilderijen en sculpturen verbeeldden of die een crimineel bestaan leidden, die hun kinderen verwaarloosden of kruiperig, laf en egoïstisch, vrekkig of vraatzuchtig waren, doet niets af aan het diepgewortelde idee dat kunst en schoonheid, kunstenaar en waarheid in een innig verbond samenleven. De zonden van de kunstenaar worden hem graag vergeven in ruil voor zijn hogere gaven, ook omdat we menen dat het een wel eens niet zonder het ander zou kunnen. En wat werkelijk fout was, voegen we er in gedachte aan toe, dat wordt wel in de beerput van de geschiedenis geworpen.
 
Bron: Lex ter Braak in Vrij Nederland #33

Entarte Kunst
documentatie bij de nazi-tenstoonstelling Entartete Kunst uit 1937

virtuele reis door de hel [7]

deze maand daal ik met Dante en Vergilius af in de hel
de zesde kring: de ketters

Phlegyas zet Dante en Vergilius de Styx over . Nadat een engel de poort geopend heeft, komen ze in de stad van Dis (een van de Latijnse namen van de god Hades), waar de geweldplegers gestraft worden. Het eerste deel van Dis, de zesde kring van de hel, is een grafveld met brandende open graven, waarin de ketters liggen, o.a. Epicurus.

ketters
Zodra ik bij deze tombe stond, keek hij me wat laatdunkend aan en vroeg: “Wie waren uwe vaderen?”
Dante opts for the most generic conception of heresy–the denial of the soul’s immortality (Inf. 10.15)–perhaps in deference to spiritual and philosophical positions of specific characters he wishes to feature here, or perhaps for the opportunity to present an especially effective form of contrapasso: heretical souls eternally tormented in fiery tombs. More commonly, heresy in the Middle Ages was a product of acrimonious disputes over Christian doctrine, in particular the theologically correct ways of understanding the Trinity and Christ. Crusades were waged against “heretical sects,” and individuals accused of other crimes or sins–e.g., witchcraft, usury, sodomy–were frequently labeled heretics as well.
 
Heresy, according to a theological argument based on the dividing of Jesus’ tunic by Roman soldiers (Matthew 27:35), was traditionally viewed as an act of division, a symbolic laceration in the community of “true” believers. This may help explain why divisive, partisan politics is such a prominent theme in Dante’s encounter with Farinata.
 
Bron: danteworlds.laits.utexas.edu

Dante Online | illustraties Doré | Dante Inferno