Rijksmuseum Amsterdam, 20 september t/m 17 december 2007
Twintig jaar geleden heb ik in het examenjaar van de kunstacademie een poging gedaan de Hay Wain van John Constable te kopieren. Ik had een bruinige reproductie en met wat verschillende okers kwam ik een heel eind, vond ik. Co Westerik die gastdocent was, vond dat ik er onmiddellijk weer mee moest stoppen. (Beloof het me!) Wat oude rotzooi van de zolder halen en dat schilderen, daar leer je veel meer van, meende hij. ‘Maar dat heb ik ook gedaan!’ dacht ik. Ik heb zijn advies daarna letterlijk opgevolgd en ben geinspireerd door het werk én de zolder van Kees Verwey oude rotzooi gaan schilderen. De kopie van de Hay Wain vormde voor mij wel het begin van een persoonlijke traditie van meesters kopieren en landschappen schilderen. Achteraf verbaast het me dat ik in 1987 voor een schilderij van Constable heb gekozen. Ik kijk nu veel liever naar zijn voorbeelden: Hobbema, Ruysdael en De Koninck.
Bron: rijksmuseum.nl
Meindert Hobbema is in de leer geweest bij landschapsschilder Jacob van Ruisdael. Diens invloed is duidelijk te bespeuren in Hobbema’s stijl en onderwerpskeus. Hoewel de watermolen op dit schilderij door beide schilders is geportretteerd, raakte vooral Hobbema erg aan hem verknocht.
Meindert Hobbema, watermolenHij schilderde en tekende hem zo’n 40 keer! Hobbema’s schilderijen zijn vaak iets kleurrijker en levendiger dan die van zijn leermeester. Bij Van Ruisdael overheersen de donkere kleuren. Hobbema liet de zon meer toe in zijn schilderijen.
Bron: rijksmuseum.nl