Dagelijks archief: zaterdag 22 september 2007

de kluizenaar van het Spaarne

gelezen in de monografie Kunst is spiegeling van Anita Hopmans
over het oeuvre van Kees Verwey

Anita Hopmans - Kees VerweyKees Verwey koos voor het niemandsland tussen de traditie en het modernisme, een positie waarin ik mijzelf ook graag plaats. Ik ben de laatste dagen weer gedoken in de catalogus Kunst is spiegeling die ik kocht bij de tentoonstelling Van de edele en vrije schilderkunst in het Haags Gemeentemuseum in 1990. Zeventien jaar geleden zag ik voor het eerst de grote atelierstukken waarmee Verwey aan het einde van zijn leven definitief doorbrak. Deze maakten grote indruk op mij. Ik zag daar een zuivere vertegenwoordiger van de Hollandse traditie in gesprek met het modernisme van de twintigste eeuw. In diezelfde tijd las ik het boek De Kunst van het Kijken van Svetlana Alperts waarin ze die Hollandse traditie in het vizier neemt. Ik besefte toen hoezeer mijn eigen identiteit met deze traditie verweven is. Voor avontuur hoef ik net als Verwey eigenlijk de deur niet uit, aan kijken heb ik genoeg. Godfried Bomans heeft die houding bij Verwey eens beschreven:

Kees Verwey is een onderzoeker. En hij is dit zozeer dat, ofschoon zijn tekeningen en schilderijen in de duizenden lopen, hij aan één schoteltje op een houten tafel genoeg zou hebben om zijn leven te vullen.

Godfried Bomans

Hij zou aan die opdracht tot zijn dood kunnen werken en niettemin als een ontevredene sterven, omdat noch de tafel noch het schoteltje hun laatste geheim hebben prijsgegeven. Hij zou aan alles wat hij in zijn leven gemaakt heeft nog oneindig meer willen ontfutselen en legt telkens de penseel neer als iemand, die niet meent iets voltooid te hebben, maar slechts een fase verder gekomen te zijn. Zijn doeken zijn voorlopige haltes op een weg, die onafzienbaar is. (Godfried Bomans)
 
Bron: keesverwey.com
Kees VerweyHet is bekend dat Verwey Haarlem, en liefst zijn atelier, nauwelijks uitkomt. Toch is hij zeer goed op de hoogte van alle stromingen binnen de hedendaagse kunst. Hij vertaalt die naar zijn eigen idioom maar weet ook dat hij niet kan loskomen van de Hollandse schilderstraditie, met haar nadruk op stillevens en landschappen en het technische meesterschap van Rembrandt en Vermeer. Binnen die traditie blijkt Verwey een grootmeester te zijn, die opvalt door zijn fabelachtige techniek en de consequente aandacht voor zijn eigen universum.
 
Naast het oeuvre van Verwey zal de tentoonstelling ook werk van tijdgenoten bevatten, zoals dat van Witsen, Nanninga en Ouborg. Aangezien literatuur altijd een belangrijke inspiratiebron is geweest voor de schilder (zo maakte hij als eerbetoon aan Stijldichter Antony Kok in een jaar tijd dertig portretten van hem) schenkt het museum ook aandacht aan de grote literatoren die Verwey bewonderde, waaronder Lodewijk van Deyssel, Adriaan Roland Holst en Harry Mulisch.
 
Bron: gemeentemuseum.nl

keesverwey.com