Dagelijks archief: dinsdag 15 mei 2012

wijsheid uit Veenendaal

Door de ogen van mijn vader van Stef Bos en A.W.Bos
de jonge jaren van een gewone Veense jongen

Stef BosKan er uit Nazareth iets goeds komen? Wat mag je verwachten van een bekrompen plaatsje in de provincie? Maar de geest waait overal. Dus ook in Veenendaal.

Op mijn eenentwintigste ben ik mijn geboorteplaats ontvlucht. Anders dan mijn vader die er geboren en getogen is en er na 81 jaar nog steeds woont. Mijn moeder die uit Zuid-Holland komt mag zich ook al ruim een halve eeuw ‘n Vèènse noemen. Jaarlijks op 15 mei schuift ze in leeftijd aan bij mijn vader en vandaag viert ze haar 81e verjaardag. Op 27 april j.l. was ik bij de presentatie van het boekje Door de ogen van mijn vader van Stef Bos . Het leek mij wel een aardig boekje voor haar verjaardag.

Uit de omvangrijke collectie kleurendia’s die vader A.W.Bos in de jaren zestig en zeventig maakte, werden ruim zestig foto’s geselecteerd waarbij zijn zoon korte teksten schreef. Net als de liedjes van Stef Bos is het boekje over het leven, waarin mijmering en nuchterheid elkaar afwisselen. Stef Bos en ik schelen twee jaar en zijn herinneringen aan Veenendaal overlappen die van mij.

In een tekstje over de fanfares van Scheepjeswol en Caecilia komt een oud beeld uit mijn jeugd naar voren dat ik helemaal vergeten was. Voor de harmonie liep als mascotte altijd iemand met een schaap vooruit. Mijn eerste ervaring met de fanfare van Scheepjeswol grensde overigens aan horror. Als je drie jaar oud bent, leef je nog in het animistische stadium en zo was voor mijn ontvankelijke blik het donkere vaandel van de harmonie bezield met een duistere kracht. Ik durfde er niet rechtstreeks naar te kijken, maar in de spiegeling op de ruiten van Maison Kramer bleef ik het dreigende vaandel nauwlettend in het vizier houden. Ik wilde voorkomen dat het plotseling achter mij zou kunnen opduiken. Een rechtstreeks confrontatie durfde ik niet aan.

De man die terugkijkt op de peuter, de kleuter, het jongetje en de puber in zichzelf, dat is natuurlijk Stef Bos ten voeten uit. Voor mij is het herkenbaar, niet alleen omdat mijn jeugd ook in Veenendaal op straat is blijven liggen.