Dagelijks archief: dinsdag 21 december 2004

de man van staal

vandaag 125 jaar geleden geboren:
Iosif Dzjoegasjwili of Jozef Visarionovitsj Stalin,
21 december 1879
Na 5 jaar priester-studie brachten zijn revolutionaire denkbeelden hem in contact met de bolsjewieken, door wie hij de man van staal Stalin werd genoemd. Zat enige malen gevangen en werd ook verbannen. Vanuit zijn verbanningsoord in Siberiëwist hij in 1903 te ontsnappen. In 1904 sloot hij zich aan bij Lenin’s bolsjevistische vleugel binnen de Russische Sociaal Democratische Arbeiderspartij (RSDAP). Als gedelegeerde van de partij woonde hij conferenties te Tammerfors (1905) en Stockholm (1906) bij. StalinStalin ontwikkelde zich tot kenner van de niet-Russische volkeren, en werd als zodanig door Lenin gerespecteerd. Zijn kennis van het marxisme was niettemin gering. In 1912 vestigde hij zich korte tijd in Wenen en schreef samen met Nikolaj Boecharin een boekje over het nationaliteitenvraagstuk in Rusland. In dat jaar werd hij in het Centraal Comité gekozen. Terug in Rusland werd hij gearresteerd en naar Siberiëverbannen waar hij tot de Februarirevolutie (1917) bleef. Na de Februarirevolutie vestigde hij zich in St. Petersburg en volgde hij nauwgezet de revolutionaire koers van Lenin. Na de Oktoberrevolutie, die de bolsjevisten an de macht bracht, werd Stalin benoemd tot volkscommissaris (minister) van Nationaliteiten. Gedurende de Russische Burgeroorlog (1918-1921) vervulde hij zijn dienstplicht en trad hij op als militair organisator en politiek commissaris in het Rode Leger. Hij wist als commandant de stad Tsaritsyn te verdedigen. Hij kwam echter spoedig in conflict met de volkscommissaris van Oorlog, Leon Trotski. De opperbevelhebber van het Rode Leger, Michail Toechatsjevski had regelmatig kritiek op Stalin.
 
In maart 1919 werd Stalin als één van de vijf leden in het zojuist opgerichte politburo van de Russische Communistische Partij gekozen. Toen Lenin besloot zich meer toe te leggen op het landsbestuur, verkreeg Stalin in april 1922 het ambt van secretaris-generaal van de partij. Niemand wist toen, dat dit ambt zou uitgroeien tot het belangrijkste en machtigste ambt in de Sovjet-Unie. Stalin wist geleidelijk aan zijn macht te consolideren.
 
Na de dood van Lenin in 1924 wist Stalin na een machtsstrijd (met als belangstrijkste tegenstrever Leon Trotski) zich van de macht in partij en staat van de prille Sovjetunie meester te maken (1928) en hield die vijfentwintig jaar in handen. Stalin behoorde aanvankelijk tot de rechtervleugel van de partij en in een bondgenootschap wist hij de linkervleugel buitenspel te zetten. In 1929 dankte hij zijn – tot dant toe – bondgenoten, van de rechtervleugel, Aleksej Rykov, Michail Tomski en de theoreticus Nikolaj Boecharin af. Stalin sprak zich nu openlijk uit voor collectivisering en planeconomie. De collectivisering werd een enorme ramp, daar de meerderheid der boeren haar vee liet slachten, zodat het geen staatseigedom kon worden. Door de collectivisering werden kolchozen (collectieve boerengemeenschappen) en sovchozen (staatsboerderijen) tot stand. Rijke boeren, de koelakken, werden opgepakt en verdwenen in de goelags of in gevangenissen.
 
De moord op Sergej Kirov (1934) luidde het begin van ‘De Grote Zuivering’ in. De Grote Zuivering was een meedogenloze heksenjacht: voormalige oppositieleiders binnen de partij, staatshoofden, premiers en partijleiders van de deelrepublieken, intellectuelen, kunstenaars, trotskisten (aanhangers van Trotski), zinovjevisten (aanhanger van Zinovjev), rechtsen, maar ook gewone burgers werden het slachtoffer van Stalin’s ‘zuiveringen.’ Bijna de halve legerleiding, waaronder de geniale maarschalk Michael Toechatsjevksi werden terechtgesteld. De goelags zaten overvol.
 
Reeds sinds 1929 werden de kerken, de islam en andere godsdiensten meedogenloos vervolgd. Stalin, een voormalig seminarist, had zich in zijn privé-uitspraken echter nooit kleinerend uitgelaten over de kerk, maar omdat Stalin zich alleenheerser achtte, dulde hij geen God naast zich. Het marxisme-leninisme gaf hem de theoretische basis om de godsdienst in het algemeen te vervolgen. Daarvoor in de plaats kwam een persoonsverheerlijking met religieuze trekken. Op schilderijen werd Stalin afgebeeld als een Christus. Op één der schilderijen bevind de Leider (of ‘Grote Baas’) zich tussen 11 aanhangers rond een tafel: een duidelijke verwijzing naar het Heilig Avondmaal.
 
lees verder …
Stalin
een hartstochtelijk Stalinist

Stalin Biographical Chronicle
Stalin Reference Archive [ marxists.org ]