Franz Haenfstaengl fotografeerde tussen 1853 en 1863 tal van beroemdheden in zijn studio in München. Tweeënveertig van deze portretten zijn opgenomen in het Album der Zeitgenossen. Wanneer je het boek openslaat, wordt je door een kier in de tijd aangekeken door strenge blikken. Een enkeling heeft ironie om de lippen maar bij de meesten hangen de mondhoeken omlaag. Op de achtergrond hangt vaak een gedrapeerd gordijn, een erfenis uit de portretschilderkunst. De geportretteerde heeft zichzelf in zijn houding bevroren, meestal vergezeld door een attribuut dat verwijst naar zijn identiteit. Hanfstaengl heeft geen geschilderde decors gebruikt, maar de wand van zijn studio kaal gelaten zodat het licht zich mooi verspreiden kan. Meestal fotografeerde hij vooraanstaande mannen, maar een enkele keer maakte hij ook een portretfoto van een vrouw. De piepjonge Beierse prinses Elisabeth (Sissi) bijvoorbeeld. Of Clara Schumann.
De stijve Victoriaanse outfit camoufleert een vrije geest die haar eigen tijd ver vooruit is.
Maar mijn blik wordt het meest aangetrokken door een foto van Ida Laura Birch-Pfeiffer. Ze was de Oostenrijkse Alexandrine Tinne, een globetrotter uit Wenen, die tussen 1842 en 1858 verschillende wereldreizen ondernam. In 1850 schreef ze de bestseller Eine Frau fährt um die Welt. Hierin beschrijft ze haar reis uit 1846 naar Zuid-Amerika, China, Oost-indië, Perzië en Klein-Azië.
Bron: weltbild.de