Net als in de zomer van 1969 hadden onze ouders in 1971 weer een huisje gehuurd bij Adriaanse. ‘Het ordinaire huisje’ noemde ik het, want de muren liepen er scheef en voor mijn achtjarige gevoel zaten we in een achterbuurt bij ‘de ordinaire mensen’. Maar dat bleek erg mee te vallen. Zoutelande was in de zomer volgestroomd met nette gezinnetjes als het onze. Aan het strand zaten we allemaal keurig op een rij, ieder bij zijn eigen strandhuisje. Mijn broer en ik vermaakten ons prima met krabben vangen. Tussen de kribben peuterden we mosselen los die we naakt aan een draadje bonden. Vader maakte een zorgvuldig geënsceneerde actiefoto.
Op weg naar Zoutelande kregen we de schrik van ons leven. Ter hoogte van het plaatsje Krabbendijke schalde plotseling het plaatje Marijke uit Krabbendijke van Ronnie Tober uit de autoradio. Een liedje uit 1965 op de juiste plaats. En dus het juiste moment. Hoe kán het! Van synchroniciteit hadden we nooit gehoord, dus vonden we het maar ‘heel toevallig hoor’!
Is een kind van melk en bloed
En Marijke uit Krabbendijke
Doet het hart van een echte zeeman goed
Ronnie Tober
In de zomer van 1971 was de provincie Zeeland nog niet door de deltawerken van de zee afgesloten. Vijf van de veertien deltawerken waren inmiddels gereed: de Stormvloedkering Hollandse IJssel (1958), de Zandkreekdam (1960), de Veerse Gatdam (1961), de Grevelingendam (1965) en de Volkerakdam (1969).
In 1971 zouden de Haringvlietdam en de Brouwersdam resp. het Haringvliet en het Grevelingenmeer van de zee afsluiten. Op de bovenstaande postzegel uit 1972 zijn deze twee afsluitingen rood gemarkeerd. De overige zeven deltawerken zijn tussen 1983 en 1997 voltooid, waaronder de Oosterscheldekering (1986).