Dagelijks archief: vrijdag 16 september 2011

zwart(gallig) beertje

La Nausée (1938) van Jean-Paul Sartre

walgingToen ik 25 jaar geleden met twee vrienden door Peru en Bolivia reisde, had ik wat zwarte beertjes in mijn rugzak. Een paar Maigrets van Georges Simenon en een pocket van Jean-Paul Sartre. Het was een Nederlandse vertaling (door H.P. van Aardweg) van zijn bekendste roman La Nausée. Ik meende dat Jean Paul Sartre (Michel Houellebecq had in 1986 nog niets geschreven) hielp bij het afbranden van valse verwachtingen. Als drieëntwintigjarige hield ik uit voorzorg alle verwachtingen a priori voor vals, als een laffe vlucht uit de barre realiteit. Hier en nu, dat was het. Niets meer en niets minder.

Ik weet nog wel dat ik erin las op het dak van een hotel in Arequipa, op een bootje op het Titicacameer en wachtend op de bus in La Paz. Nog steeds heb ik de pocket, die inmiddels bijna een halve eeuw oud is, bewaard als een herinnering aan die reis. Sommige zinnen zijn onderstreept. Ze hebben destijds indruk op mij gemaakt. Een vriend vertelde mij later dat hij De Avonden van Gerard Reve (een vergelijkbaar boek) veel beter vond dan La Nausée. “Heb jij één keer moeten schateren bij Sartre?” Hij had inderdaad gelijk. Toch is de borende intensiteit van La Nausée indrukwekkend. Je kunt het misschien vergelijken met de legendarische colleges van Martin Heidegger over de verveling. Honderden pagina’s lang hield hij zijn studenten op het puntje van de stoel, terwijl hij met chirurgische precisie het epicentrum van de verveling beschreef. Overigens wilde Sartre zijn (gedeeltelijk autobiografische) roman, in de vorm van een dagboek, publiceren onder de naam Melancholia. Maar onder druk van zijn uitgever Gaston Gallimard is de titel veranderd in La Nausée.

Maandag 29 januari 1932,
Er is mij iets overkomen,
ik kan er niet meer aan twijfelen.
Het is gekomen als een ziekte,
niet als een gewone zekerheid,
niet als een duidelijke gebeurtenis.

beginzin uit La Nausée

zwart beertjeSartre’s verhaal, als men het een verhaal mag noemen, is meeslepend door de eindeloze verveling, de grauwe doodsheid der schildering bijkans zonder enige actie. Woorden, welke in de enkele gesprekken met de anderen worden gewisseld, glijden langs elkaar. Geen spoor van menselijke warmte, geen medelijdend gebaar, geen blik van innige verstandhouding, slechts kilte, nuchterheid, beklemmende en tot een gevoel van walging opstijgende wanhoop.
 
Bron: inleiding door E.A.D.E.Carp ( Zwarte Beertjes 434)

La Nausée [ nl.wikipedia.org ]