Dagelijks archief: zaterdag 25 februari 2006

het ideale schilderij

Rembrandt als leermeester

Op 11 december schreef ik hier iets over mijn schilderkunstige ideaal:

Ik hou van het werk van handige schilders zoals Velazquez, Singer Sargent en Repin. Hoewel ik ook enorme bewondering kan hebben voor fijnschilders, is het brede gebaar meer mijn stijl. Krachtige, breedgeschilderde olieverfschilderijen hebben een frisheid en suggestieve kracht die je in de tekenachtige schilderkunst niet tegenkomt.

Dit ideaal wordt voor mij zichtbaar gemaakt in Rembrandt’s schilderij van de badende jonge vrouw. Ik ben nu bezig met het kopieren van dit juweeltje en dan valt mij op hoe veelzijdig Rembrandt’s techniek was in 1655, vlak voor zijn vijftigste. Eigenlijk demonstreert hij een scala aan technieken. Het eerste dat opvalt is de directe en trefzekere a la prima techniek. Hierdoor maakt het tafereel een frisse indruk. Maar wanneer je beter gaat kijken, valt op dat de schaduwpartijen bestaan uit geglaceerde lagen. Zo onstaat er een raadselachtige ruimtelijkheid, die je a la primanooit kunt bereiken. Uiteraard moet je hier wel het origineel voor gaan zien.

Hendrickje badend
Badende jonge vrouw, 1655
Dit werk belichaamt mijn schilderkunstige ideaal van verf en voorstelling

Dat origineel hangt trouwens in de National Gallery in Londen, waar ik het in 1990 een aantal keren gezien heb. Rembrandt’s werk heeft zich over de hele wereld verspreid en bijna al zijn schilderijen hangen in het buitenland. In Nederland zijn er vijf musea die één of meer schilderijen van Rembrandt hebben: De Lakenhal in Rembrandt’s geboorteplaats Leiden, het Rijksmuseum in Amsterdam, het Mauritshuis in Den Haag , het Catharijneconvent in Utrecht en museum Boymans van Beuningen in Rotterdam. Die heb ik natuurlijk allemaal meerdere malen gezien.

Dan hangt er een prachtige verzameling in de Staatliche Kunstsammlungen in Kassel. Ook in de Gemäldegalerie in Berlijn hangen een respectabel aantal Rembrandt’s. Ook daar ben ik meer dan eens wezen kijken. Twee andere toplokaties in Duitsland zijn de Alte Pinakothek in München en de Gemäldegalerie Alte Meister in Dresden. Die moet ik nog bezoeken.

Een plek waar je geen Rembrandt verwacht is Boekarest. Toch zag ik in 2004 in de National Museum of Art of Romania een enorm doek van de meester zelf. Ook in de Narodni Galeria in Praag werd ik in 1993 verrast met een schilderij van de Hollandse meester.

Tenslotte de grote musea in de wereld: Natuurlijk heeft het Louvre in Parijs een paar Rembrandts, het Prado in Madrid heeft in ieder geval één echte en het Hermitage in Sint-Petersburg heeft er echt een heleboel. In respectievelijk 1982/2003, 1982 en 2005 heb ik deze musea bezocht.

Heel veel Rembrandts zijn in de Verenigde Staten terecht gekomen. In 2000 zag ik daar een verrassend groot aantal Rembrandts in het Metropolitan Museum in New York, en nog eens vier hele mooie in de schuin tegenover gelegen Frick Collection. Helaas had ik geen tijd om naar Washington te gaan, anders had ik daar zeker de National Gallery of Art bezocht, die ook een unieke verzameling schilderijen van Rembrandt in haar bezit heeft. Daarnaast zijn er Rembrandt’s in Boston, Chicago, Cleveland en Los Angelos.