Wanneer ik in de jaren zeventig als kind met mijn ouders meeging naar Amsterdam, reden we altijd door de Vijzelstraat naar het centrum. Daar passeerden we dan het reusachtige gebouw van de Nederlandsche Handels Maatschappij gebouwd tussen 1920 en 1926 en ik voelde me er altijd onbehagelijk bij. Te groot, te ongenaakbaar, te gesloten.
Veel later toen ik mij in theosofie begon te verdiepen, ontdekte ik dat dit monolitische gebouw geconstrueerd is volgens theosofische principes. De architect en theosoof K.P.C. de Bazel (1869-1923) [zie foto] liet zich o.a. inspireren door hindoeïstische tempelbouw. Het gebouw wordt overigens in de volksmond genoemd naar zijn schepper. Maar de Amsterdammers hebben wellicht nog om een andere reden gekozen voor deze naam: door zijn ritmische opbouw van verschillende kleuren steen en inspringingen maakt de monoliet een indruk van gebazel in de ruimte.
Het ruim 100 m. lange gebouw is voorzien van een betonskelet dat, in tegenstelling tot Berlages kantoorgebouw voor De Nederlanden van 1845 in Den Haag (1930), door een omkleding van natuur- en baksteen aan het gezicht is onttrokken. Als gevolg van gelukkig gekozen verhoudingen maakt de lange voorgevel een levendige indruk. Deze indruk wordt nog versterkt door het afwisselend gebruik van natuur- en baksteen en door de rijke toepassing van beeldhouwwerk. De Bazel maakte de voltooiing van het bouwwerk, in 1926, niet meer mee.
Bron: stationsweb.brinkster.net
Het grootste gemeentearchief ter wereld, het gemeentearchief van de stad Amsterdam, gaat verhuizen naar dit voormalige bankgebouw. Op de website van het gemeentearchief staat een mooie fotopresentatie van het gebouw in 1926