in het Uur van de Wolf, gisterenavond Nederland 3
In 1981, twee jaar voordat ik naar de kunstacademie ging, volgde ik met rode oortjes de serie tv-documentaires De Schok van het Nieuwe van de New Yorkse kunstcriticus Robert Hughes. Deze serie maakte zoveel indruk op mij, dat ik besloot om mijn scriptie geschiedenis te wijden aan het ontstaan van de moderne kunst. Hughes gaf in deze tv-documentaire een zeer persoonlijke en originele visie op de moderne kunst en wist de schok die onze voorouders moeten hebben ervaren op ons over te brengen.
Vijfentwintig jaar later maakte hij een de documentaire die gisterenavond werd uitgezonden. Wat is er sinds 1981 veranderd in de hedendaagse kunst? Hughes is somber over de ontwikkelingen: de hedendaagse kunstenaars lijken nog egomaner geworden dan ze al waren, exploiteren hun eigen fobies en volgen massaal de mantra ’15 minutes of fame’ van art guru Warhol. De kunstmarkt is nog ijdeler geworden dan ze al was met bedragen die nergens meer op slaan, want er zijn steeds meer rijke verzamelaars waardoor de prijzen opgejaagd worden.
De enige verdienste van Jeff Koons is waarschijnlijk dat hij ijdele verzamelaars status verkoopt. In wezen maakt hij bagger die een zieke cultuur en een ziek tijdperk weerspiegelt, zodat er genoeg kunstcritici, cultuurfilosofen en beleggers zijn die hem als een eigentijds genie beschouwen, die van marketing kunst gemaakt heeft.
Na het verplichte nummertje, een interviewtje met best betaalde levende kunstenaar ter wereld Jeff Koons, gaat Hughes op bezoek bij kunstenaars die hem hoop voor de toekomst geven: Paula Rego, Anselm Kiefer, Lucian Freud, David Hockney en Sean Scully. Wat deze kunstenaars met elkaar verbindt is hun betrokkenheid en liefde voor het kijken. Voor Hughes is dat kijken in de schilderkunst geconcentreerder dan in de fotografie, film of video. Hij besteed wel even aandacht aan de fotografische avontuur van Hockney, maar is duidelijk opgetogen dat deze is teruggekeerd naar de moeder van alle visuele kunsten, het tekenen (in Hockney’s geval: tekenen met waterverf).
Hughes vindt haar op dit moment de beste vrouwelijke schilder die hij kent
Zijn conclusie is toch hoopvol. Naast alle bagger die ons dagelijks omspoelt (Hughes zegt ergens dat wij dagelijks meer beelden te verwerken krijgen dan de veertiende eeuwer in een heel leven.), is er ook nog steeds kunst die blijft ontroeren en niet de waan van de dag volgt. Kunst die niet snel en gelikt is, maar kunst die geduld heeft en zich concentreert op waar het volgens Hughes allemaal om moet draaien: schoonheid.
Robert Hughes was born in Sydney, Australia in 1938. He studied arts and architecture at Sydney University, during which time he made a name for himself within the Sydney “Push” — a progressive group of artists, writers, intellectuals and drinkers. Among the group were two other blazingly witty and incisive cultural observers: Germaine Greer and Clive James. Incredibly, Hughes was commissioned to write a history of Australian painting while an undergraduate and dropped out of university. He left Australia for Britain in the early 1960′s, writing for such publications as the Spectator, the Telegraph, the Times and the Observer, before landing the position of art critic for Time Magazine in 1970.
Bron: artcyclopedia.com
Important books he has written include:
The Shock of the New (1981)
The Fatal Shore (1987)
Culture of Complaint (1993)
American Visions: The Epic History of Art in America (1997)
Volgens Hughes geeft Freud de meest verontrustende kijk op het menselijk lichaam sinds Picasso
Bron: sites.nps.nl/jerome/index.cfm/site/uurvandewolf