De pittura metafisica, de prelude van het surrealisme (1917-1918) was indringend maar vluchtig als een droom. Het is nauwelijks een schilderkunstige stroming te noemen, eerder een fase in het leven van de Grieks-Italiaanse schilder Giorgio de Chirico (1888-1978). Als een erfgenaam van de Griekse en Romeinse beschaving weigerde hij te drinken uit de Lethe, de bron der vergetelheid, zoals zijn Italiaanse vakbroeders de futuristen. Zij hadden hun rug naar het verleden toegekeerd en stortten zich vol overgave in de moderniteit. De futuristen verkozen een Bugatti boven de Mona Lisa. De Chirico keerde in zichzelf en vond in zijn innerlijk de beelden uit zijn dromen en uit zijn jeugd. In 1918 veranderde hij in een reactionair en verwijderde zich definitief van de moderne schilderkunst.
Naast Carlo Carrà lag de Chirico vanaf 1917 ten grondslag aan de Pittura metafisica of de metafysische schilderkunst, een kunstrichting in de Italiaanse moderne kunst. In hun werk worden voorwerpen en figuren zeer realistisch afgebeeld maar uit totaal verschillende causale en temporele contexten gecombineerd in lijnperspectivische constructies. Daardoor werd, zoals in het surrealisme, de raadselachtigheid van de objectenwereld beklemtoond. Ook de conventionele orde en de plaatsing van de dingen werd op die wijze geïroniseerd.
Bron: nl.wikipedia.org