Dagelijks archief: zaterdag 5 maart 2005

leap of faith

Filosofie Scheurkalender van vandaag, 5 maart
over Vrees en Beven van Soren Kierkegaard
Neem toch Uw zoon, Uw enige, die gij liefhebt, Izaak, en ga naar het land Moria, en offer hem daar tot een brandoffer.

Genesis 22:2

tremendum
Rembrandt Het offer van Izaak
In Vrees en beven maakt Soren Kierkegaard onderscheid tussen drie stadia in de menselijke existentie: het esthetische, het ethische en het religieuze stadium. In het eerste stadium is de mens op de afzonderlijke zijnden gericht, in het tweede stadium probeert de mens objectieve regels en principes te vinden en in het derde stadium ziet de mens zich ondergeschikt en schuldig aan de Eeuwige, oftwel God. Het is niet noodzakelijk en zelfs zeldzaam dat een mens het derde stadium bereikt. Een geleidelijke overgang is niet mogelijk, men moet een sprong maken, de beroemde leap of faith.
 
Het religieuze stadium staat op gespannen voet met het ethische stadium, zo laat Kierkegaard zien aan de hand van het verhaal van Abrahams offer. Wanneer Abraham van God de opdracht krijgt zijn enige zoon Izaak te offeren, kan hij hier met niemand over spreken. Men zou hem voor moordenaar uitmaken. In het ethische stadium staat het spreken juist centraal: men moet afspraken maken en verantwoording afleggen. Tegelijkertijd werpt men met het spreken de verantwoordelijkheid juist van zich af door in het publieke domein te treden. De zwijgende Abraham is dus zowel onethisch als ethisch. Dat is volgens Johann de Silentio (het pseudoniem waaronder Kierkegaard Vrees en beven publiceerde) de paradox tussen ethiek en religie.

Een maand na de moord op Theo van Gogh, plaatst de rechtsfilosoof en atheïst Paul Cliteur in Filosofie Magazine van december 2004 Vrees en beven bovenaan in zijn top 5 van gevaarlijke boeken. Zoals we van een redelijk mens mogen verwachten, zegt hij het volgende hierover:

Moest de gelovige Abraham dat nu doen of niet? Het courante antwoord in deze tijd is natuurlijk dat hij dat niet moest doen. Kierkegaard meent echter dat de religieuze plicht van de mens voorafgaat aan zijn ethische plicht. Hier ligt de legitimatie van religieus gemotiveerd terrorisme en fundamentalisme.

Verder lezen: Wim G. Rietkerk, Ik wou dat ik kon geloven over psychische factoren die een belemmering kunnen vormen voor het vertrouwen op God. Kok Voorhoeve, 1994