Dagelijks archief: dinsdag 15 maart 2005

boete en troost

In deze eerste week van de Grote Vasten wordt in de Orthodoxe Traditie iedere avond de boetekanon van de heilige Andreas van Kreta gezongen. Ook het Nederlands Zangtheater voert dit jaar een boetekanon uit. De compositie Kanon Pokajanen van Arvo Pärt maakt deel uit van het project Licht dat vorige week zaterdag 5 maart in Amsterdam van start ging met een eerste experiment. De voorstellingen volgen later in oktober. Op de website van het Nederlands Zangtheater staat het volgende:

( … )Het lijnenspel, dat in de muziek van Arvo Pärt Kanon Pokojanen ; Ode 1, en in Eschers werk Ciel, air et vents naar voren komt, wordt afgewisseld met Onno van Swigchem’s manier van componeren, waarin allerlei ideeën en invallen met elkaar gecombineerd worden. De contrasten in het oeuvre van Folke Rabe Rondes en de ritmisch willekeurig aandoende opbouw van De Leeuw is in het werk van Daan Manneke Archipel IV en John Tavener Song for Athene in het geheel niet herkenbaar. Hierdoor kunnen we in de muziek die uitersten opzoeken, die in het beeld gesuggereerd worden of omgekeerd. In de experimenten zullen we verschillende van deze werken uitproberen. Het Nederlands Zangtheater staat onder leiding van: Anthony Zielhorst.

Arvo Pärt zei zelf over Kanon Pokajanen:

Arvo Pärt“In deze compositie probeer ik van de taal uit te gaan.
Ik wilde het woord zijn eigen klank laten vinden, zijn eigen melodische lijn.
Zo ontstond muziek die – tot mijn eigen verbazing – doordrongen was van het eigen karakter van het oude kerkslavisch.”
Bron: website van het
Nederlands Zangtheater
uit Amsterdam.

Op zaterdag 23 april wordt in de Luthersekerk in Utrecht naast het Concert voor Koor van Alfred Schnittke ook de Kanon Pokajanen van Arvo Pärt uitgevoerd. Op de website van de Pieterskerk wordt dieper ingegaan op de traditionele structuur van de kanon:

De compositie van Pärt is gebaseerd op oude teksten. Aan de tekst van de Kanon ligt een gebedsboek uit de vroegste periode van de Russisch-orthodoxe kerk ten grondslag. De traditie van de Kanon begon in Byzantium en beleefde zijn bloeiperiode in de 7de en 8ste eeuw in de werken van Andreas van Kreta en Johannes van Damascus.
 
Een Kanon noemt men een reeks van negen Odes, die muzikaal en structureel (door de keuze van een van de acht kerktonen ofwel kerktoonsoorten) op elkaar afgestemd worden.
Iedere ode start met de Heirmos: de drager van een essentiële bijbelse gedachte. Daarna volgen meerdere strofen (Troparia). De Hermoi kunnen in meerdere Kanons gebruikt worden terwijl de Troparia in iedere Kanon anders zijn. De laatste Troparion van iedere ode is gewijd aan Maria. Tussen de Troparia keert steeds een Refrein terug waarin om erbarmen gesmeekt wordt.
Daarnaast wordt herhaaldelijk de kleine Doxologie (Ere zij de vader en de zoon ..) gezongen.
 
Het hele verhaal over de structuur laat al zien dat het uitgangspunt van Pärt veel meer op de oude kerkelijke tradities leunt dan het startpunt van Schnittke. Dit is zeer goed hoorbaar in de uitwerking door de componisten. Pärt kiest voor een zeer meditatieve stijl met veel herhalingen. Buiten de aanhef van iedere Ode komen geen enorme klankuitbarstingen voor. Dit versterkt de rust en het tijdloze karakter van deze muziek. Het doorlopen van de ongeveer 85 minuten durende Kanon leidt tot vergeestelijking, innerlijke rust en troost. Bron: Pieterskerk Utrecht

Arvo Pärt Official Website