Dagelijks archief: vrijdag 11 maart 2005

anti-dogma

Filosofie Scheurkalender 11 maart
“Dogma’s zijn grotere vijanden van de waarheid dan leugens.”
uit: Menschliches, Allzumenschliches (1878)
Friedrich Nietzsche
De werkelijkheid is volgens Nietzsche een onophoudelijk worden en gebeuren; zij is voortdurend in beweging. Dit komt omdat er verschillende krachten op elkaar inwerken en al deze krachten hebben een “wil tot macht”. Met andere woorden: elke kracht wil de boventoon voeren.
In een werkelijkheid met dergelijke krachten is waarheid niets anders dan een machtsgreep: het definieëren van waarheid is bedoeld om de werkelijkheid beheersbaar te maken. Iedereen interpreteert de wereld in het licht van zijn eigen waarden en bedoelingen.
Nietzsche bekritiseert niet dat we met ons denken de wereld naar onze hand zetten. Wat hij bestrijdt is de idee dat onze interpretaties exact corresponderen met de werkelijkheid. Er zijn geen feiten en er bestaat geen objectieve waarheid. Er zijn alleen interpretaties.
De leugenaar is zich bewust van het feit dat hij de werkelijkheid verdraait. Dat is volgens Nietzsche dus geen probleem. De dogmaticus gelooft echter in de absoluutheid van zijn overtuigingen; zijn verdraaiing van de werkelijkheid is dus onbewust. De dogmaticus is volgens Nietzsche een grotere vijand van de waarheid dan de leugenaar, omdat hij ontkent dat waarheid van perspectieven en belangen afhangt.
Claire Polders

Waarheid bij Nietzsche : bestaat niet.
Nietzsche stelt de waarheid beneden de werkelijkheid en benadert deze mechanisch: waarheid is voor hem een instrument om macht uit te oefenen op de werkelijkheid.

Dogma bij Nietzsche: zie boven.
Een objectieve, onafhankelijke waarheid bestaat voor hem niet; hij meent dat waarheid altijd subjectief is omdat deze altijd gekleurd door onze perspectieven en belangen.

Leugen bij Nietzsche: zie boven.
Nietzsche lijkt te ontmaskeren, maar construeert juist een anti-dogma dat de ultieme leugen als waarheid presenteert: ‘God is dood’ en
‘de waarheid bestaat niet’.

Theofaan de Kluizenaar

“De geest verblijft in het hoofd, en dat is voor intellectuelen de enige plek waar zij zich ophouden. Ze leven in hun hoofd en lijden aan een onophoudelijke maalstroom van gedachten. Die maalstroom maakt dat hun aandacht nergens bij kan blijven stilstaan.
 

Theofaan de kluizenaar

 
Evenzo is de geest die in het hoofd verblijft niet in staat om de eenvoudige gedachte aan God vast te houden. Zo„n geest slaat voortdurend op hol. Wie wil dat de eenvoudige gedachte aan God een vaste plaats krijgt in zijn innerlijk, moet daarom het hoofd achter zich laten en met de geest afdalen in het hart. Daar moet hij zonder onderbreking en met aandacht aanwezig blijven. Enkel dan, wanneer de geest verenigd is met het hart, kun je hopen op succes in het besef van Gods aanwezigheid.”
Theofaan de Kluizenaar (1815-1894)
vertaling uit: Igumen Chariton of Valamo, “The Art of Prayer. An Orthodox Anthology“, Londen 1997

St. Theophan the Recluse On Prayer